12/10/2017 - Tekst: Angela Jans
Kinderen die niet of nauwelijks eten, kunnen hun ouders tot grote wanhoop drijven. Ze vrezen voor de gezondheid van hun kind omdat het te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt. Orthopedagoog Jody Sohier en logopedist Saskia Peek horen dat bijna dagelijks tijdens hun werk. De twee maken deel uit van GOFIT (Growth Oral Motor Feeding Intervention Team). Dit team van specialisten in de Sint-Maartenskliniek in Nijmegen, is specifiek gericht op eetproblematiek bij kinderen met een motorische beperking in de leeftijd en met dertien jaar.
Wie denkt dat eten meestal een kwestie is van willen, of juist níet-willen eigenlijk, heeft het bij deze groep kinderen – dat wil zeggen met een motorische achterstand of een medisch belaste voorgeschiedenis – bijna altijd mis, stellen Sohier en Peek. Slechts heel soms is er sprake van een gedragskwestie, een machtsspelletje. Voor deze categorie is GOFIT niet bedoeld. Veel vaker zijn lichamelijke problemen in het mond-, keel- en/of maag-darmgebied de reden, zoals reflux (terugvloeien van maagzuur in de slokdarm) of sensomotorische problemen in het mondgebied door een neurologische oorzaak. Denk hierbij aan afwijkende reflexen of een verstoorde gevoeligheid in de mond of een afwijkende mondmotoriek. Voor kinderen met deze problemen is GOFIT wél bedoeld. Zij hebben concrete hulp nodig om voeding met bepaalde texturen te eten, om te kunnen kauwen, te leren slikken. Als ze last hebben van prikkelverwerking in hun mond kunnen ze schrikken van bepaalde (harde) texturen. Het kan ook zijn dat ze over te weinig spierspanning beschikken om hun kaken goed te kunnen bewegen, wat kauwen moeilijk maakt.
Intensief programma
Het is ook mogelijk dat de eetproblematiek het gevolg is van een premature geboorte. Omdat adoptieouders doorgaans niet weten hoe de zwangerschap is verlopen, of wat het kind in de eerste periode van zijn leven heeft meegemaakt, kunnen zij oorzaken die ten grondslag liggen aan de eetproblematiek gemakkelijk over het hoofd zien, weten Peek en Sohier, die vol enthousiasme vertellen over hun werk. Ook ondervoeding of overvoeding in de eerste tijd na de geboorte – bij adoptiekinderen meestal ook niet volledig bekend – kunnen van invloed zijn op de ontwikkeling van een kind.
Alleen na doorverwijzing van een arts kunnen ouders bij GOFIT terecht. Na een uitgebreide intake door het complete team, dat naast logopedist Peek en orthopedagoog Sohier bestaat uit een kinderarts, een gz-psycholoog en een diëtist, kan een intensief behandelprogramma volgen. Vier weken lang, vijf dagen per week komen de kinderen naar de kliniek om samen met Sohier en Peek – in kleine stappen – te leren om verschillende soorten voedsel te eten. De twee werken soms een uurtje samen, dan weer elk een half uur apart, altijd volledig afgestemd op de mogelijkheden van het kind.
Voorafgaand aan de start van het programma moeten ouders enkele vragenlijsten invullen en een videofilmpje maken van een eetmoment. Ook later, in de loop van het traject, worden regelmatig beeldopnamen gemaakt: thuis door de ouders ten behoeve van de hulpverleners en tijdens de behandeling door de hulpverleners, zodat de ouders zich de technieken die worden gebruikt, ook eigen kunnen maken.
Beginnen met groente uit blik
In de behandelkamer – die vol speelgoed ligt –mag het kind meestal eerst even lekker spelen of samen een spelletje doen. “Daarna gaan we aan tafel zitten om te oefenen”, zegt Sohier. “We geven voedsel dat de ouders zelf meegebracht hebben, evenals een eigen bord en bestek, dat is voor het ervaren van een vertrouwd gevoel. Als iets lukt, belonen we het kind uitbundig, dat kan zijn met een muziekje, bellenblazen of een speelgoedje dat het kind leuk vindt. Zodat eten geassocieerd wordt met iets positiefs, iets plezierigs.”
De kinderen moeten bepaalde technieken ontwikkelen of juist afleren. Daar hebben ze bij GOFIT allerlei methodes voor. Ze gebruiken aangepast bestek, of etenswaren die krokant en smeltbaar zijn zoals kroepoek. Dan wel beginnen ze met groente uit blik, omdat dit doorgaans zachter is dan verse groente en voor sommige kinderen makkelijker te kauwen valt. “Het gaat erom dat we een keuze maken voor een voedingsproduct dat past bij de mogelijkheden van het kind en de doelen die we gesteld hebben”, aldus Peek. Opvallend is dat veel ‘moeilijke eters’ eerder behoefte hebben aan hartige of sterke smaken zoals olijven of kaas en dit beter waarderen dan snoep of koek. Peek: “De ouders zijn misschien nog grootgebracht met zoet, maar dat is niet meer van deze tijd. We beginnen tegenwoordig met groente. En we kijken ook altijd naar: hoe zit het kind fysiek in elkaar, hoe zit het sensomotorisch? Wat is het probleem in het bewegingsapparaat, hoe is de spierspanning, de houding, hoe zit een kind op een stoel en hoe afleidbaar is het? Allemaal zaken die meespelen. Er zijn kinderen die geen dubbeltaken kunnen doen, dus dan moet je ze goed bij de les houden tijdens het eten, anders loop je kans dat ze zich verslikken.”
Vaak zien ze bij adoptiekinderen die waarschijnlijk langdurig eenzijdig zijn gevoed. En dan soms ook nog alleen maar liggend op hun rug. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Xiang, een Chinees jongetje dat rond zijn derde jaar is geadopteerd door Nederlandse ouders. Peek vertelt: “Zijn tonggebruik en slikmechanisme zijn verstoord omdat hij waarschijnlijk heel lang, liggend op zijn rug heeft moeten drinken. Dat kun je als baby wel, maar later daalt het strottenhoofd, waardoor je dat als jong kind niet meer kunt. Om niet te stikken, heeft hij een eigen slikmethode ontwikkeld door zijn tong naar achter te slaan, maar daardoor is grover voedsel, voor hem op die manier niet te verwerken.”
Eten zonder strijd
Sohier en Peek beschikken over een heleboel oefeningen en methodes die ervoor zorgen dat eetgewoonten veranderen. Dat iemand die selectief eet, bijvoorbeeld alleen rode saus of witte aardappelen, rijst en pasta, ook nieuwe voedingsproducten leert eten zonder strijd. “Want ouders willen natuurlijk ook dat eten gezellig is, dat het een mooi moment van de dag is. En ze willen dat hun kind gezond opgroeit. Daardoor geven ze dan noodgedwongen soms alleen maar gladde substanties zoals gemalen fruit of een gemalen warme maaltijd. Ze gooien bijvoorbeeld iedere dag het avondeten in de blender”, aldus Sohier.
GOFIT duurt in totaal twaalf weken. Na de eerste periode waarin dagelijks wordt ‘getraind’ om het dagmenu te optimaliseren en mondmotorische vaardigheden te verbeteren, volgt een periode van acht weken met videobegeleiding in de thuissituatie.
De resultaten zijn verbluffend. Een honderdprocentscore durven Peek en Sohier niet hardop uit te spreken, maar succes is verzekerd. Althans, in meer of mindere mate passend bij de doelen en mogelijkheden van het kind. Niet alle kinderen zullen uiteindelijk leren om harde appels te eten, voor sommigen is dat fysiek gewoon niet haalbaar. Maar verbeteringen zijn er wel altijd, zodat ze in ieder geval leeftijds-adequate producten kunnen eten.