Amanda (33) is geboren in Sri Lanka. Dat is zeker. Over wat er daarna is gebeurd, bestaat veel onduidelijkheid. Haar geboortecertificaat klopt niet en toen ze dacht haar biologische familie te ontmoeten, wachtte haar een onaangename verrassing. Tegelijkertijd richt ze een organisatie op die andere geadopteerden uit Sri Lanka helpt bij hun zoektocht.
Het is september 2016 en Amanda gaat met haar vriend naar Sri Lanka. Eigenlijk vooral om het land te leren kennen. Ik heb nooit een ‘oerbehoefte’ gehad om mijn biologische familie te zoeken, maar was wel nieuwsgierig. Ze plaatst een advertentie in een lokale krant, maar realiseert zich dat de kans op een reactie erg klein is. In haar adoptiepapieren staat de naam van het ziekenhuis waar ze geboren is. Amanda gaat langs, maar dan blijkt dat ze daar niet geboren is. Mijn geboortecertificaat klopte dus niet. Dat vond ik wel gek, maar ja, zoiets kan gebeuren.
Terug in Nederland spreekt Amanda nog een keer af met de gids uit Sri Lanka. Als hij in haar adoptiedossier kijkt, ziet hij de naam van een ander ziekenhuis. Ondertussen gebeurde er zoveel. Ik was hoogzwanger van mijn dochtertje. Tijdens de zwangerschap had ik allerlei vragen gekregen over familiekwaaltjes, waar ik geen antwoord op had. In de krant las ik over twee geadopteerde zussen uit Sri Lanka die elkaar hadden gevonden. En later in Zembla zag ik een item over adoptiebedrog. Duizenden kinderen was hetzelfde overkomen als ik: er was gerommeld met hun papieren.
Tijdens een bijeenkomst voor geadopteerden in Utrecht ontmoet Amanda mensen die in dezelfde situatie zitten. Samen richten ze Stichting Sri Lanka-DNA op. We willen andere geadopteerden graag helpen bij hun zoektocht. Omdat er zo veel is gesjoemeld met geboortecertificaten, is zoeken via een DNA-databank de beste optie. Daarom zijn we eerst zelf een onderzoek gestart naar DNA-databanken. Want we wilden meer weten dan alleen de handleiding. We hebben alle grote DNA-banken aangeschreven en FTDNA reageerde heel positief. Zij hielpen al heel veel geadopteerden. Toen hebben we via hen DNA-kits ingekocht. Inmiddels hebben zo’n 200 geadopteerden en 50 moeders hiervan gebruik gemaakt.
Amanda: Omdat er zo veel is gesjoemeld met geboortecertificaten, is zoeken via een DNA-databank de beste optie.
In september 2018 is Amanda zelf naar Sri Lanka gereisd met een koffer met DNA-kits om moeders te helpen bij het inschrijven. Er kwamen veel vrouwen op af. We hadden er niet te veel ruchtbaarheid aan gegeven, omdat het toch tricky blijft. Maar deze moeders zijn vaak tussen de 55 en 75 jaar oud, ze zitten in de laatste fase van hun leven en zijn de schaamte voorbij. Als je elkaar vindt via DNA-onderzoek, weet je zeker dat beide partijen er klaar voor zijn om gevonden te worden. Sta je zomaar op de stoep bij iemand, dan weet je dat niet. Iemand kan een gezin hebben, waar niemand iets weet van de adoptie. Je zorgt voor heel wat turbulentie.
Terug naar Amanda’s eigen zoektocht. De gids bezoekt het ziekenhuis dat in haar medisch dossier staat. Ze is er inderdaad geboren en in het archief van het lokale gemeentehuis staat zelfs Amanda’s geboortenaam en haar geboortedatum. Reden genoeg voor Amanda om terug naar Sri Lanka te gaan, ze vindt een adres. De familie die er woont, herinnert zich dat er in 1985 twee meisjes zijn afgestaan. Maar dan blijkt uit DNA-onderzoek dat ik helemaal niet een van die meisjes ben. De familie die we vonden is de familie van mijn adoptiezus en niet van mij. Zij is dus helemaal niet mijn biologische zus.
Amanda: Als zelfs je naam en je geboortedatum niet kloppen… Dat is heel onwezenlijk.
Als zelfs je naam en je geboortedatum niet kloppen… Dat is heel onwezenlijk, vertelt Amanda. Weten wie je bent is namelijk iets wezenlijks van je bestaan. En ik ben dus niet de enige die dit overkomt. Zembla onthulde in hun uitzending van mei 2017 dat de adoptiedossiers van kinderen die in de jaren ’80 vanuit Sri Lanka naar Nederland zijn geadopteerd, op grote schaal zijn vervalst. De moeders die afstand deden van hun kind, blijken niet de biologische moeders te zijn. Broers en zussen van de adoptiekinderen zijn verzwegen. Reisdocumenten zijn handmatig voorzien van nieuwe geboortedata. Het gekke is dat het thema ‘weten wie je bent, wie je ouders zijn en de plek waar je opgroeit’ heel vaak in de media terugkomt. Het komt geregeld terug in boeken en films. Dat is niet voor niks. Het is een wezenlijk onderwerp. Voor iedereen, niet alleen voor geadopteerden.
Amanda staat zelf ook ingeschreven bij FTDNA. Inmiddels heb ik twee vrouwen gevonden, maar die zijn erg ver weg familie van mij. Voor sommigen zou dit al genoeg zijn, maar ik ben er nooit echt heel erg naar op zoek geweest. Voor mij speelt nu vooral die totale chaos die heeft plaatsgevonden rondom de babyruil. Het lijkt alsof het niet belangrijk was. ‘Dit doen we gewoon even’. Misschien is het destijds goed bedoeld, maar geen ouder denkt zo. Identiteitsfraude is gelukkig strafbaar, het is onrechtvaardig. En zo ga je gewoonweg niet met elkaar om.
Met al haar ervaringen en expertise richt Amanda zich nu op de organisatie achter Sri Lanka-DNA. Kennis moet je delen, zo omschrijft ze het. Met onze kennis kunnen we mensen helpen en begeleiden. We weten precies hoe het werkt. Als iemand zich heeft ingeschreven, kan het soms weken duren voordat je een reactie krijgt. Wanneer je dan de uitslag met zweethandjes leest, wil je hier graag hulp bij en meer over weten. Via de website van Sri Lanka-DNA kunnen mensen een DNA-kit kopen. De meest gestelde vraag is ‘wat kost het?’. Daar kan Amanda duidelijk over zijn: €69,95 exclusief verzendkosten. En daarna volgt vaak de vraag ‘krijg ik resultaat?’. Amanda: Ja, maar dat verschilt enorm per persoon. Ik kan vooraf niet zeggen waar de loterij valt. Voor psychosociale hulp verwijst Sri Lanka-DNA naar Fiom. We zijn maar met z’n drieën en hebben die kennis niet in huis. Inmiddels zijn er al drie moeder-dochter matches ontstaan. “Dat is goud!” zegt Amanda enthousiast. Door je in te schrijven bij FTDNA help je niet alleen jezelf, maar ook anderen die op zoek zijn. Misschien is jouw vermoedelijke familielid uiteindelijk toch geen familie, voor een ander kan het wel een match zijn. Bij één op één DNA-onderzoek krijg je alleen informatie over jullie twee. In een DNA-databank deel je de informatie met anderen. En weten wie je biologische familie is, gun je ook je medemens.