25 september 2018 - Drieluik: geadopteerde Eva Jonker
-
Leeftijd: 30 jaar
-
Getrouwd met Jeroen, moeder van Kai (2,5)
-
Beroep: psychiatrisch verpleegkundige
-
Woonplaats: Purmerend
Adoptie was nooit een issue voor mij. Natuurlijk, ik hield op school mijn spreekbeurt over Taiwan en over adoptie. De vraag ‘Wie is mijn geboortemoeder?’ hield mij als kind niet zo bezig.
In 2000, ik was toen 16 jaar oud, kreeg ik via adoptieorganisatie Meiling een uitnodiging om met een groep een week op rootsreis naar Taiwan te gaan. Dit, omdat ik een van de eerste tien geadopteerden was die via Meiling vanuit Taiwan naar Nederland waren gekomen. Het was een hele belevenis, we zijn in kindertehuizen geweest, op tv geweest en hebben heel veel gezien. Ik vond het geweldig. Een jaar later ben ik samen met een andere geadopteerde teruggegaan om daar zes weken als vrijwilligster te werken in een tehuis. Ik was net klaar met de middelbare school en had wat langer vakantie, dus dat kwam goed uit. Vooraf heb ik aan medewerkers van het tehuis gevraagd: “Kunnen jullie mij helpen om mijn ouders te zoeken?” Dat kon en het is heel snel gegaan. Al de eerste maandag dat ik daar was, hoorde ik dat ze waren gevonden.
Ik kreeg foto’s van mijn vader, moeder, broer en zus. Daarop zag ik dat ik op mijn broer lijk. Maar verder was er weinig herkenning. Eerlijk gezegd zag ik vreemde mensen op die foto’s. Een paar dagen was de eerste ontmoeting. Ik was heel zenuwachtig maar uiteindelijk moesten zij huilen en ik niet. Ik kende ze immers niet.
In de loop der jaren is dat wel veranderd. We hebben vrij veel contact en ik ben al meerdere malen in Taiwan geweest. De tweede keer ben ik gegaan omdat mijn zus ging trouwen, ik heb toen voor het eerst een nachtje bij mijn ouders in huis gelogeerd. Ondertussen heb ik ook wel antwoord gekregen op de belangrijkste vraag: waarom? Waarom hebben jullie mij afgestaan? Ze zeiden: “Het was geen gemakkelijke keuze. We dachten dat je geen toekomst zou kunnen krijgen omdat je zo vroeg geboren was.” Mijn vader had jarenlang een babyfoto van mij bij zich gedragen. Op een dag is die tijdens een tyfoon uit zijn zak gewaaid, dat was voor hem het teken dat het zo had moeten zijn.
Eva: Mijn vader had jarenlang een babyfoto van mij bij zich gedragen.
Ik heb ook gevraagd of ze mij ooit zouden zijn gaan zoeken, als ik hen niet had opgespoord. Het antwoord was nee, dat was te pijnlijk. Eens afgestaan, altijd afgestaan. Mijn broer en zus wisten van mijn bestaan, maar er werd nooit over gesproken. Mijn broer en zus trekken mij nu ook het meest, ik heb een goede klik met mijn zus. Ze spreekt goed Engels zodat de communicatie al vanaf het begin via haar ging. In 2014 ben ik drie maanden in Taiwan geweest om Mandarijn te leren. Sindsdien is de band met mijn broer hecht geworden. Ik leerde hem Engels, hij mij Mandarijn.
Nadat mijn vader in 2017 is overleden runt mijn broer samen met mijn moeder het bedrijf: ze verdelen kramen en standplaatsen op de markt. En mijn zwager verkoopt vis aan mensen die een standplaats hebben. Met mijn biologische moeder heb ik één op één niet zo heel veel contact. Ik weet wel dat ze blij is dat we contact hebben. Ze wil ook alles voor me betalen als ik er ben. Maar dat wil ik niet. Ze voelt zich schuldig, maar ze hoeft het niet goed te maken met geld. Dat doet mij juist zeer. Ik ben blij dat ik welkom ben, dat ze hebben uitgelegd hoe het is gegaan.