In 1993 hebben 66 landen in Den Haag een verdrag gesloten over samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie. Tot de landen die aangesloten zijn behoren zowel ‘zendende’ als ‘ontvangende’ landen: dus zowel de landen van herkomst van de kinderen als de landen waar de aspirant-adoptieouders wonen. Al deze landen hebben afspraken gemaakt over adoptie. Deze afspraken zijn erop gericht dat de adoptieprocedure zo zorgvuldig mogelijk plaatsvindt. Zorgvuldig wil zeggen dat de belangen en rechten van het kind centraal staan en dat bijvoorbeeld bemiddeling door twijfelachtige personen of organisaties, kinderhandel en winstbejag zijn uitgesloten.
De bij het Haags Adoptieverdrag aangesloten landen volgen allemaal dezelfde procedure bij adoptie en hebben afspraken gemaakt over wie wel en wie niet mag bemiddelen. Het verdrag sluit echter niet uit dat de aangesloten landen verschillende eisen en voorwaarden hanteren. Dat geldt bijvoorbeeld wat betreft de mogelijkheid van adoptie door één persoon. Het verdrag maakt deze vorm van adoptie mogelijk. Maar dat wil niet zeggen dat elk aangesloten land deze vorm van adoptie moet toestaan of goedkeuren.
Een adoptie die uitgesproken is in een verdragsland wordt door alle landen die bij het verdrag zijn aangesloten automatisch en volledig erkend. Een dergelijke adoptie is in Nederland direct rechtsgeldig.
Belangrijkste uitgangspunten Haags Adoptieverdrag
- De afstandsprocedure moet goed zijn geregeld. De toestemming van de moeder moet nà de geboorte en in alle vrijheid zijn gegeven, nadat zij is voorgelicht over de gevolgen van het doen van afstand. De toestemming voor adoptie mag niet zijn gegeven tegen betaling of in ruil voor enige andere tegenprestatie.
- Een kind kan pas voor interlandelijke adoptie in aanmerking komen wanneer is gebleken dat opneming (ter adoptie) van het kind bij familie of in een pleeg- of adoptiegezin in het land van herkomst niet mogelijk is. Men spreekt in dit verband wel van het subsidiariteitsbeginsel.
- Er moet een ouder bij een kind worden gezocht en niet een kind bij een ouder. Op basis van gegevens omtrent het kind en de aspirant-adoptieouders wordt bezien of met de plaatsing bij deze aspirant-adoptieouders, het hoogste belang van het kind is gediend.
- Voorafgaande aan de matching van adoptiekind en aspirant-adoptieouders mag er geen contact zijn tussen de aspirant-adoptieouders en degene die de zorg heeft over het adoptiekind, tenzij de adoptie plaatsvindt binnen één familie.
- Door de autoriteiten van het land van herkomst en het land van opvang, kan het kind aan de aspirant-adoptieouders worden voorgesteld (op basis van gegevens, zonder het kind te zien) en kunnen deze beslissen of zij akkoord gaan.
- Aan bemiddeling mogen geen onevenredig hoge kosten zijn verbonden. De centrale autoriteiten moeten alle passende maatregelen nemen om het ten onrechte genieten van financieel en ander voordeel in verband met adoptie te voorkomen.
Aaneengesloten landen
De volgende landen hebben het Haags Adoptieverdrag getekend: Guatemala, Nepal, Rusland en Zuid-Afrika.
De volgende landen hebben het Haags Adoptieverdrag getekend en geratificeerd: Albanië, Australië, België, Bolivia, Brazilië, Bulgarije, Burkina Faso, Canada, Chili, China, Colombia, Costa Rica, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Ecuador, El Salvador, Filippijnen, Finland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Griekenland, Hongarije, Ierland, India, Israël, Italië, Letland, Luxemburg, Madagascar, Mexico, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Panama, Peru, Polen, Portugal, Roemenië, Spanje, Slovenië, Slowakije, Sri Lanka, Thailand, Tsjechië, Turkije, Uruguay, Venezuela, de Verenigde Staten van Amerika, Wit Rusland, Zweden en Zwitserland.
De meeste actuele informatie over aangesloten landen staat op de website van de Haagse Conventie.
Download Haags Adoptieverdrag
Je kunt het gehele Haags Adoptieverdrag lezen en downloaden in PDF.