Donorkinderen die hun donorvader ontmoeten zijn emotionele momenten. Maar ook voor de partners van spermadonoren. Dat blijkt uit een gesprek met Roos van der Burg. Haar partner Ferry van Elven doneerde jarenlang en heeft inmiddels kennisgemaakt met enkele van zijn donordochters. Een rollercoaster aan emoties kwam los. Naast positieve ervaringen levert het op sommige punten ook onrust op. Het is zoeken naar manieren om het contact vorm te geven en een nieuwe balans te vinden. Wat ik mooi vind om te zien is hoeveel liefde er is. Herkenning is liefde. Je voelt: je hoort bij elkaar.
Ik weet al heel lang dat Ferry gedoneerd heeft. Hij was eerst getrouwd met iemand met wie hij vier kinderen heeft. Toen wij samen kwamen, doneerde hij nog. Ik vond het een sympathiek gebaar. Ik had toentertijd niet het gevoel dat het consequenties zou hebben. Het was een apart compartiment in ons bestaan, tot zeven jaar geleden. Toen kwam een communicatiestroom op gang; de KID-DNA Databank startte. Ferry hoorde ervan en schreef zich als één van de eersten in. Hij gunde het kinderen, te weten wie hun donorvader is. Wie A zegt, moet ook B zeggen, vond hij. Die anonimiteit hoefde voor hem, toentertijd bij het doneren, al niet. In diezelfde tijd verscheen er in Trouw een ingezonden brief van een donor die zei dat hij zijn donorkinderen wel wilde leren kennen. Ferry heeft daar toen op gereageerd in de trant van "Je moet je als donorvader stilhouden, het initiatief ligt bij de donorkinderen. Als zij niet willen, is dat zo". Ook werd rond diezelfde tijd door Fiom gevraagd om een enquête in te vullen. Het onderwerp begon toen te leven.
Afgelopen zomer waren we op vakantie, op een cruise. Ik weet het nog heel goed, ons bereik was slecht maar één van de hotels had wel wifi en Ferry had een mail van Fiom ontvangen. Hij dacht nog; dat zal wel over die enquête gaan. Hij verschoot helemaal van kleur bij het zien van de inhoud. Roos, er is een match! Ik dacht nog: een match, maar jij houdt toch niet van voetbal? Toen bleek waar het om ging, werd het een zeer emotioneel moment. De donordochter zocht en vond.
Tot dat moment waren eventuele donorkinderen (nog) niet in onze gedachten. Maar op zo’n moment werd hij vader, zonder de 9 maanden zwangerschap. Gewoon, pats boem, in één keer. Daar was het. Het was heel heftig. Ferry wilde er eigenlijk meteen naartoe, maar we moesten nog één week wachten. Hij heeft niet meer geslapen. Hij was behoorlijk uit het lood geslagen toen het doordrong. Hij heeft toen echt steun nodig gehad en die gaf ik graag. Ik was zelf ook opgewonden. Het is toch een extensie van je familie.
Allereerst hadden we een gesprek met een hulpverlener van Fiom. “Het is een vrouw”, zei hij. “Wil je haar naam weten?” En toen we die naam hoorden, moesten we een traan wegpinken. Echt een emotioneel moment. Het noemen van de naam maakte dat er een mens was, die met ons een relatie heeft. Hoe het zich vervolgens verder vormt? Dat gaat op en neer. Het is niet alleen euforie maar ook twijfels komen naar boven. Waar ben ik aan begonnen? Vergelijkbaar met de gevoelens tijdens een zwangerschap, waarin je af en toe denkt: kan ik het wel, dat ouderschap? Toppen en dalen. We hebben echt bij elkaar moeten schuilen. Voorbereiden hierop: dat is niet mogelijk. Zeker niet voor de eerste ontmoeting.
Roos: In één klap werd hij vader, zonder de 9 maanden zwangerschap.
Hoe het nu is? We zijn gaan praten en zijn nog steeds niet uitgesproken. Het was als een aardverschuiving. Een donorkind herkent iets van zichzelf in de donorvader. En wat dat dan is, krijgt vervolgens een plek. Alsof er al heel lang iets lag te sluimeren wat dan opeens past. Ferry was verrast dat hij bepaalde eigenschappen in zijn donorkinderen ziet die hij, tot die tijd, altijd heeft toegeschreven aan zijn ex-vrouw maar die dus van hem zijn.
Hij heeft meer over zichzelf geleerd. Er komt een bibliotheek aan eigenschappen naar boven. Bijvoorbeeld een thema als de kunst; dat onderwerp speelt en leeft bij al zijn donorkinderen. En dan met name op het visuele vlak, in fotografie. En ook in bepaalde manieren van uitdrukken, zien we herkenning. Verder zien ze er fysiek allemaal totaal verschillend uit en dat was ook wel weer een verrassing.
Ook voor de partners aan beide kanten is het heftig. Het is zo plotseling en soms moet je je schikken. Er spelen hevige emoties aan alle kanten. Het is niet ineens alleen maar geweldig, maar er zijn ook keerzijdes. Je moet je in zo’n snel tempo aan elkaar aanpassen, dat doet gewoon pijn. Eigenschappen die eerst sluimerden, krijgen nu ruim baan. Je gaat je afvragen; wat willen we er eigenlijk mee? Vragen komen op als “Ik heb een nieuw familielid, hoeveel tijd breng je dan met elkaar door?”, “Wat kun en wil je voor elkaar betekenen?” en “Moet je snel gaan of juist wachten?”. Die vragen heb je van tevoren allemaal niet bedacht. Dan wordt het realiteit en je leven verandert. Dat heeft tijd nodig, het zoeken naar die nieuwe balans.
Het wordt met de tijd wel makkelijker. Vooral nu er meer donorkinderen blijken te zijn. Maar je moet je wel blijven realiseren dat het voor elk donorkind de eerste keer is. De enorme heftigheid bij de daaropvolgende ontmoetingen is voor ons wat minder geweest. De halfzussen hebben elkaar ook gezocht nadat ze al contact had via social media. Maar vragen als “Wat ben je nu van elkaar?”, “Vorm je nu samen een gezin?”, “Ontmoet je elkaar in gezamenlijkheid of ontstaat er een aparte binding?” spelen wel. Ferry is heel blij met zijn nieuwe dochters maar wat mag en kan je betekenen in iemands leven? Je moet daarin in ieder geval voorzichtig manoeuvreren.
Roos: Wat kan en mag je betekenen in iemands leven. Daarin moet je voorzichtig zijn.
Nu is er wat meer rust gekomen. Wel is er veel app-contact. Dat is de zegening van vandaag de dag. Het is ook heel confronterend. Want de donorkinderen hebben totaal verschillende achtergronden, komen uit diverse sociale situaties. Dat vergt, vanuit beide kanten, veel van je aanpassingsvermogen. Maar wat ik mooi vind om te zien: de liefde is er. Herkenning is liefde. Je voelt: je hoort bij elkaar. Dat zie je gebeuren.
De ontmoetingen en het contact hebben een soort rust in het leven gegeven. Voor Ferry geldt dat hij heeft doorgegeven wat hij door te geven had. Tegelijkertijd spelen er ook gevoelens van onrust. Je hebt als donorvader de opvoeding niet kunnen begeleiden. Toch is het goed gegaan. Ze zijn geworden tot de volwassen vrouw die ze zijn. Het wisselt nu af, de emoties. De ene week is er reuring, de andere week niet.’
Ik ben blij dat we elkaar hebben. We vormen een stabiel stel. Ze hebben wat aan ons, zo menen we. We zoeken naar een nieuw evenwicht, ook voor onze eigen geestesgesteldheid. Er komen ook vragen op als “Had ik het ook gedaan als ik dit had geweten?” Maar die verdwijnen echter snel, de blijdschap overheerst. We vinden het fijn dat ze er zijn. De basis blijft staan: Ferry stond toentertijd vierkant achter zijn keuze en nu nog steeds.
Het is echt een vreugde in dit decennium van mijn leven, om dit mee te mogen maken. Wij hebben het soms, gekscherend, over onze nieuwe kinderen terwijl mensen om ons heen helemaal in de kleinkinderen-fase zitten. Je wordt er zelf ook weer jonger door. Je bent definitief veranderd, je kunt nooit meer terug. Ik had het voor geen goud willen missen; ik ben er toch vooral een rijker mens door geworden.
Vanwege de privacy is de naam in dit verhaal verzonnen.