19 juli voelt voor Ivo (34) als een tweede verjaardag. Het was de dag dat hij voor het eerst gematcht werd. Met zijn donor en twee halfzussen. Inmiddels heeft hij 55 halfbroers en halfzussen. In zo’n grote groep is er altijd wel iemand waarmee je een klik hebt. Bij sommigen heb ik echt een familiegevoel, bij anderen is het als vriendschap.
Ivo was 29 toen zijn vader hem en zijn broer vertelde dat ze donorkinderen waren. Mijn ouders hadden afgesproken om het te vertellen als mijn broer 18 was. Toen mijn moeder overleed, maakte mijn vader zich druk hoe hij het ons moest vertellen. De artsen van de kliniek hadden de ouders van Ivo destijds op het hart gedrukt het nooit te vertellen. We waren een van de eerste lichtingen en de dokters zeiden in die tijd ‘dat zie je toch niet’. Voor mijn vader was het dus heel spannend om het ons te vertellen. Die angst was achteraf nergens voor nodig. Natuurlijk schrokken we in het begin, maar daarna was het zowel voor mijn broer als voor mij oké. Het verklaarde wat mij betreft meteen waarom ik niet op mijn broer lijk.
In mei 2017 besloot Ivo zich in te schrijven bij een internationale DNA-databank. Op advies van Stichting Donorkind ben ik begonnen bij Family Tree DNA (FTDNA), want ik was vooral op zoek naar halfbroers en halfzussen. Van daaruit heb ik de informatie geüpload naar andere databanken. Ik sta daarnaast in Ancestry en 23andMe, zodat ik voor iedereen te vinden ben. De eerste match liet niet lang op zich wachten. De meeste tijd gaat zitten in de verzending van een pakketje naar de Verenigde Staten. Het fijne bij FTDNA is dat je precies kunt volgen wat er gebeurt. Ze hebben het pakketje ontvangen, het is in het lab gearriveerd: je ziet de hele voortgang op je eigen pagina. 19 juli kwam de eerste match via FTDNA. Ik had al via de geheime Facebook-groep van Stichting Donorkind contact met mensen die ontzettend op mij leken. Dus toen de uitslag kwam, was dat meer een bevestiging dan een verrassing en was er online gejuich. Het is snel gegaan, maar tegenwoordig gaat het nog sneller. Ik hoor nu mensen die binnen 10 tot 12 dagen na aankomst in de Verenigde Staten al een uitslag hebben.
Ivo vond zijn donor via FTDNA. Het contact na de match verliep goed. Met mijn donor had ik mailcontact. Ik vroeg hem om iets over zichzelf te vertellen en hij had meteen een heel document voor me. Met zijn levensgeschiedenis en foto’s van vroeger. Ivo had destijds 43 halfbroers en halfzussen. Voor degene die in het begin zijn gematcht, waren al die latere matches nogal overweldigend, maar ik weet niet beter. Dus ik vond het wel prima. Doordat ik zoveel halfjes heb, zit er altijd wel iemand bij waarmee je een klik hebt. Dat je met iedereen intensief contact hebt, is niet mogelijk en dat hoeft ook niet. We hebben vooral contact via social media, zeker nu ik in het buitenland woon. Maar als ik in Nederland ben, gaan we geregeld samen iets leuks doen. In december was mijn dochter jarig en toen zijn een paar halfjes op bezoek geweest. Bij sommigen heb ik echt een familiegevoel. Anderen zijn meer als vrienden of kennissen.
Ivo: In de Facebook-groep zitten zo’n 600 ervaringsdeskundigen die weten wat ik meemaak
Ik ben erg tevreden over de werking van de DNA-databanken. Je hebt zelf de controle en je hoeft er niet telkens achteraan. Elke dag kijk ik wel even op mijn pagina. Ik ben bezig met het uitzoeken van mijn stamboom en help anderen bij hun zoektocht. Op Facebook volg ik verschillende pagina’s over DNA. Dat onderwerp trekt mij ontzettend aan. Ivo vindt het dan ook belangrijk dat zoveel mogelijk mensen zich inschrijven. We zijn bijna allemaal in een leeftijd dat we kinderen hebben of gaan krijgen. Dan is het goed om te weten wie je familie is. De kans is klein, maar je wilt voorkomen dat familieleden een relatie met elkaar krijgen. Begeleiding tijdens zijn zoektocht kreeg Ivo van de Facebook-groep van Stichting Donorkind. Tot die tijd kende ik maar één ander donorkind en dat was mijn broer. In de Facebook-groep zitten zo’n 600 ervaringsdeskundigen die weten wat ik meemaak.
Via 23andMe kwam Ivo in contact met een halfbroer die nog niet wist dat hij een donorkind was. Zijn vrouw wilde haar stamboom onderzoeken en hij vond het leuk om mee te doen. Zo kwam hij erachter dat hij nog een halfbroer en halfzus had. Hij had altijd al het gevoel dat er iets niet klopte. Toen hij zijn moeder met de uitslag confronteerde, ontkende ze alles. En nu nog steeds, ondanks de drie testen die hij heeft gedaan. In onze Facebook-groep krijgt hij veel steun. Er is nog een halfzus die hetzelfde heeft meegemaakt. Haar ervaringen helpen hem. Als je net gematcht bent, kom je in een stroomversnelling, aldus Ivo. Je krijgt een soort adrenalinerush en bent er vaak veel mee bezig. Dat kan voor het thuisfront soms lastig zijn, dus mijn advies: blijf communiceren. Zij weten niet hoe het is om verwanten te vinden, dus dat moet je goed uitleggen.
Terug naar de vader van Ivo. Hij vindt het erg leuk dat ik inmiddels 55 halfbroers en halfzussen heb. Voor hem is er een last van zijn schouders gevallen. Als hij tijdens een verjaardag ziet hoe goed het contact is tussen mij en enkele halfjes, dan is hij blij en zie ik hem stralen. Wat dat betreft is het echt eind goed, al goed.