Ze vermoedde al op jonge leeftijd dat er iets niet klopte in haar gezin. Jaren later komt Isabelle Hendrikx erachter dat ze afstamt van dokter Jan Karbaat. Dat was voor mij een mooi moment. Die herkenning in al mijn halfbroers en halfzussen: ik keek mijn ogen uit. Isabelle vertelt over de worsteling tussen schuldgevoel tegenover haar ouders en het luisteren naar haar eigen verlangen.
Isabelle heeft geen gemakkelijke kindertijd. Haar moeder vecht met psychische problemen en heeft een sterke kinderwens. Haar vader is geen familieman en hoopt, als zijn vrouw na tien jaar eindelijk zwanger is, op een zoon. Het koppel krijgt uiteindelijk Isabelle en daarna nog een dochter. Met haar zus heeft ze een hechte band. De tienermeisjes delen alles en slapen ’s avonds stiekem bij elkaar op de kamer. In die tijd - we waren een jaar of 14, 15 - kregen we op school les over bloedgroepen. We kwamen erachter dat de bloedgroepen in ons gezin niet klopten en toen we onze ouders hiermee confronteerden, wuifden ze dit weg met een slecht excuus. Het onderwerp wordt vermeden, de twijfels blijven.
Totdat er weer een fikse ruzie ontstaat tussen de ouders van Isabelle. Ineens flapte mijn moeder eruit: ‘Het zijn niet eens je kinderen! Dat was voor ons eigenlijk geen verrassing, maar ik was wel in shock. Dit was zo’n enorm geheim. Daarna werd er niet meer over gesproken. Als Isabelle 18 jaar oud is, gaat het stel scheiden. Mijn moeder gebruikte het feit dat mijn vader niet mijn biologische vader is in de discussies die volgden. Ze vroeg zich af waarom ik hem nog zou opzoeken? Dat voelde voor mij heel ongemakkelijk. Niet kort daarna verdwijnt haar moeder uit beeld, zonder iets te zeggen. Haar vader richt zich op zijn nieuwe relatie en Isabelle’s zus verhuist richting haar opleiding en vriend. Ik heb me toen op mijn studie en vervolgens mijn werk gestort. Ik woonde op mezelf en deed er alles aan om zo snel mogelijk financieel op eigen benen te staan.
Het onderwerp de onbekende vader komt in die tijd maar sporadisch ter sprake. Er hing zoveel schaamte rondom het onderwerp. Ik voelde de emotionele lading. Het was een anonieme donor geweest, dat was het enige wat ik wist. In Isabelle’s hoofd en lijf gebeurt echter van alles. Ze is nieuwsgierig, maar houdt het doosje met 1001 vragen stevig op slot. Het onderwerp bleef sluimeren. Ik zat soms huilend naar programma’s als Spoorloos en DNA Onbekend te kijken. Wat dapper dat die mensen dat durven, dacht ik dan. Ik heb destijds een keer naar de kliniek gebeld die mijn moeder had genoemd. Daar vertelden ze dat mijn dossiers waren vernietigd en dat mijn biologische vader nooit te achterhalen was. Dit zorgt ervoor dat Isabelle besluit het niet te doen om zichzelf een mogelijke teleurstelling te besparen. Maar in mijn onderbuik bleef het kriebelen.
In augustus 2018 staat Isabelle met haar vriend op het vliegveld. Ze komen net terug van vakantie en op een nieuwssite leest haar vriend over de rechtszaak rondom dokter Jan Karbaat. De Nederlandse arts die gespecialiseerd was in kunstmatige inseminatie met donorzaad. Hij had regelmatig - tegen de regels in - zijn eigen sperma gebruikt. Ik had wel over die rechtszaken gehoord, maar ook daar had ik mezelf van afgesloten uit zelfbescherming. ’s Avonds zet mijn vriend de tv aan en ziet bij RTL Late Night een tafel vol met donorkinderen van Karbaat zitten. Die leken op mij! Ik kreeg er kriebels van in mijn buik en voelde een enorm verlangen om meer te weten, maar durfde het niet vanwege het gedoe dat het zou veroorzaken met mijn ouders. Ik zou een beerput openmaken, we moesten dan met de billen bloot en wat zouden de mensen in onze omgeving er van vinden?
Isabelle: ’s Avonds zet mijn vriend de tv aan en ziet bij RTL Late Night een tafel vol met donorkinderen van Karbaat zitten. Die leken op mij!
Het duurt nog zo’n driekwart jaar voordat Isabelle actie onderneemt. Zo zwaar woog dat schuldgevoel richting mijn ouders dat zich in de jaren had opgebouwd. En ik was bang dat ik veel tijd en hoop zou kwijt zijn aan het zoeken naar iets wat waarschijnlijk toch niks ging opleveren. Uit een soort van zelfbescherming durfde ik het niet echt aan. Maar ik moest nu gaan luisteren naar mijn eigen gevoel, mijn eigen verlangen. Dat was ontzettend tegenstrijdig. Ze schrijft zich in bij de Fiom KID-DNA Databank en de internationale databank Family Tree DNA. Ik weet het nog precies. Het was 19 juni 2019, 06.01 uur. Ik keek op mijn telefoon en zag een e-mail van Family Tree DNA. Ik heb razendsnel mijn PC opgestart en zag zo – plop, plop, plop – allemaal meldingen komen van matches met halfbroers en -zussen. Ik dacht dat ik gek werd! Ben rondjes gaan rennen, springen, werd helemaal hyperactief. Ik had de speld in de hooiberg gevonden. Als ik er nu aan terugdenk krijg ik er nog steeds kippenvel van. Er zijn dan al zo’n 15 matches, Isabelle blijkt uiteindelijk het 58e donorkind van Jan Karbaat.
Halfbroer Martijn mailde mij en heette mij welkom. Hij nodigde mij uit voor de app-groep van alle halfbroers en -zussen. Ik brandde van nieuwsgierigheid, dus heb vrij snel toegezegd. Een week later stond een etentjes gepland met al deze donorkinderen. Dat was ontzettend spannend. Alweer had ik die twijfels: verloochen ik zo mijn ouders? Ze besluit uiteindelijk te gaan. Daar heb ik mijn ogen uitgekeken. Het leek alsof ik dubbel zag, zoveel mensen die op elkaar en mij leken! Dezelfde mond, dezelfde handen. Die gelijkenissen vond ik fascinerend. Het was een feest van herkenning. De overeenkomsten met Karbaat zijn eveneens opvallend. Ik heb niks zelf over hem hoeven uitpluizen, er is al zoveel over hem geschreven. Mensen zeggen dat ik enorm op hem lijk. Ook in zijn manier van doen. We hebben hetzelfde enthousiasme en charisma.
De ontmoeting met haar halfbroers en halfzussen en het weten waar ze vandaan komt, brengt veel te weeg bij Isabelle. Door mensen te zien die op mij leken, ben ik anders naar mezelf gaan kijken. Zij waren mijn spiegelbeeld. Veelal bevlogen, hoogopgeleide mensen. Zo ben ik erachter gekomen dat ik altijd onder mijn niveau heb gewerkt. Ik heb een bepaalde bevlogenheid, wil mensen met elkaar verbinden. Die kwaliteiten krijgen nu eindelijk mijn aandacht. Ik maak echt een transformatie door.
Isabelle: Ik heb razendsnel mijn PC opgestart en zag zo – plop, plop, plop – allemaal meldingen komen van matches met halfbroers en -zussen. Ik dacht dat ik gek werd!
Na de uitslagen van Family Tree DNA krijgt Isabelle een telefoontje van Fiom. Ook via de Fiom DNA-Databank ben ik aan Karbaat gematcht. Het was voor mij de bevestiging dat het nu echt 100% zeker was. Fiom bood hulp aan en dat vond ik fijn. Ik heb een paar gesprekken gehad waarin ik alle ruimte kreeg om te vertellen wat er allemaal was gebeurd. Er komt heel veel op je af en sommigen hebben de neiging zich hier volledig op te storten. Fiom begeleidt je en zet dit in perspectief. Ze zorgen ervoor dat je jezelf niet helemaal verliest in het onderwerp en met twee benen op de grond blijft staan. Je moet vooral alles in je eigen tempo doen. Vanuit het donorkind gezien is het heel goed dat anoniem doneren niet meer mogelijk is. De impact van het niet kennen van je afkomst is enorm. Dat is niet uit te leggen. Je kunt je niet voorstellen hoeveel vragen donorkinderen hebben. Ze hoopt dan ook dat meer anonieme donoren zich inschrijven bij de Fiom KID-DNA Databank. Weten wie de donor is en hem één keer zien is soms al genoeg. Het vraagt lef, durf, maar het levert je zoveel op. Je gaat iets terugzien van jezelf. Dat moment heb je dan toch maar mooi gehad. En je bepaalt zelf hoe je daarna verder gaat. Maar geloof me: het verrijkt je leven.
Inmiddels heeft ze er met haar ouders over gesproken. Er wordt een nieuwe documentaireserie over de donorkinderen van Jan Karbaat gemaakt. Ik werk daar aan mee, dus nu moest ik wel. Dat was heel moeilijk. Mijn vader heb ik het telefonisch verteld, maar ik heb ook meteen erbij gezegd dat voor mij de relatie met hem hierdoor niet verandert. Het was een prachtig gesprek. Hij zei voor het eerst ‘ik hou van je’. Een deur ging open en we zijn dichter bij elkaar gekomen. Het onderwerp is nu bespreekbaar. Laatst zei een oud-collega van hem dat we op elkaar lijken. Daar hebben we met z’n tweeën ontzettend om kunnen lachen. Ook haar moeder is op de hoogte. Zij vindt het helemaal geweldig. Door de documentaire praten we er veel over met elkaar.