Openheid over afstamming. Geen makkelijk onderwerp. Want wanneer breng je het? Wat is een goed moment? De theorie is er, de praktijk blijkt veel weerbarstiger. Op welke manier breng je het nieuws, en hoe geef je het vervolgens een plek in je leven. Fiom ging in gesprek met een donordochter en haar wettelijke vader over hun geschiedenis en zoektocht, en over de communicatie over afstamming.
Lotte: Als mensen vragen hoe ik zal reageren wanneer ik mijn echte vader zal zien, is mijn standaard reactie: die heb ik al zo vaak gezien.
Niels: Mijn vrouw raakte maar niet in verwachting. Het duurde inmiddels een paar jaar. We vonden het vreemd. Als het dan eenmaal onderzocht wordt, is de kwaliteit van het sperma het eerste waar ze naar kijken. Dan is het allemaal heel snel bepaald. Mijn vrouw wilde heel graag kinderen, ik stond daar wat neutraler in. Toen werd de keuze van spermadonatie voorgelegd. Bij mij kwam het gevoel op; waarom ook niet? Ik heb niet lang hoeven nadenken. Ik ben me wel altijd bewust geweest van de vraag; hoe zal dat later dan zijn? Zal je kind dan met verwijten komen?
Toen de beslissing eenmaal genomen was, bleek dat je het ook aan bepaalde mensen wilt vertellen. We hebben het aan onze ouders verteld, en zij reageerden positief. Mijn vader zei alleen; het is jouw leven. We waren het op deze manier kwijt, voelden geen behoefte het ook nog aan anderen te vertellen, om verantwoording af te moeten leggen. Ons leven, onze keuzes. Voor die tijd was het onderwerp niet echt bespreekbaar.
We hadden de verwachting dat we de kinderen al spelenderwijs, per leeftijdsfase, zouden vertellen over hun afstamming. Die intentie was er. Maar onze relatie werd slechter (om redenen die niets met de afstamming van onze twee dochters of KID te maken hadden). Dan praat je niet zo makkelijk meer over de diepgaande, essentiële zaken in het leven. Helaas heeft dat geleid tot het op de langere baan schuiven van het vertellen over hun afstamming.
Niels: Mijn twee dochters voelen zo natuurlijk. Je ziet ze geboren worden en knipt de navelstreng door. Je bent onmiddellijk emotioneel betrokken.
Lotte: Het uiteindelijke moment dat het me verteld is, was niet fijn. Mijn ouders lagen in scheiding. Daardoor kon het niet besproken worden op een moment waarop we met zijn vieren bij elkaar waren. Ik had altijd wel al vermoedens. Ik herkende bepaalde uiterlijkheden van mijn moeder in mezelf, maar kon maar niet thuisbrengen waarom ik niks typisch van mijn vader had, zoals zijn lengte of neus. Ik ben nu bijna 24 jaar en weet sinds mijn 17e dat ik een donorkind ben. Ik ben toen zelf in stilte op zoek gegaan. Via een forum, waar ik in contact kwam met een ander donorkind, ontdekte ik het bestaan van Fiom. Mijn ouders heb ik uiteindelijk op de hoogte gesteld en zij stonden achter me. Ze hebben me, behalve emotioneel, ook financieel geholpen me in te kunnen inschrijven in de KID-DNA Databank. Mijn zusje is minder geïnteresseerd in haar achtergrond dan ik, ze vindt het goed zoals het is. Gelukkig kunnen we er samen over praten. Ook mijn moeder en zus hebben zich inmiddels ingeschreven in de KID-DNA Databank om de kans op een match groter te maken.
Afgelopen zomer ontvingen mijn zusje en ik telefoon van Fiom. Er waren twee boodschappen voor ons: mijn zus en ik blijken volbloed zussen te zijn en er is een halfbroer gevonden. Hij blijkt gehandicapt te zijn. Een heel emotioneel moment. Onlangs hebben we hem ontmoet en hij is geweldig. Hij woont onder begeleiding, is lief, knuffelt graag, heeft een ondeugende lach en van die horizontale wenkbrauwen (net als mijn zusje!). De kinstructuur en de lach herken ik van mezelf.
Toen hij geboren werd, was er nog niks merkbaar van zijn handicap. De genmutatie die hij geërfd heeft vanuit zijn moeders kant, uit zich pas na enkele jaren. Zijn moeders hadden, heel attent, een fotoboek meegenomen. Hij en mijn zusje leken als twee druppels water op elkaar toen ze baby’s waren, en ook nu zijn er nog een aantal gelijkenissen te zien. Ik dacht van tevoren dat ik teleurgesteld zou zijn bij weinig uiterlijke herkenning. Maar dat bleek niet zo te zijn. Ik vind het juist leuk voor mijn zusje dat er bij haar wel wat meer uiterlijke herkenning is. Mijn moeder was ook aanwezig bij de ontmoeting met onze halfbroer, dat vond ik erg fijn. Mijn vader was er niet bij. De volgende dag heb ik hem meteen gebeld. En dan is hij er ook voor me.
Niels: Mijn twee dochters voelen zo natuurlijk voor mij. Je ziet ze geboren worden. Ik heb de navelstreng doorgeknipt, bij beiden. Je bent onmiddellijk emotioneel betrokken. Waar het zaad vandaan komt, dat doet er niet meer toe. Emotioneel voelde het direct als mijn kinderen. Ik heb nooit een twijfel gehad. Ik voelde altijd een zeer sterke verantwoordelijkheid. Ook toen mijn vrouw en ik besloten uit elkaar te gaan. Het nemen van die beslissing, heeft lang geduurd. Je bent er immers voor elkaar in goede en in slechte tijden. Je stapt niet zomaar ergens uit; zo zit ik niet in elkaar. Kinderen krijgen was, zeker bij ons, een zeer bewuste keuze. Dan moet je er ook voor ze zijn.
Niels: Ik zou de donor wel willen ontmoeten en willen zeggen dat ik dankbaar ben voor mijn twee dochters. Hij heeft mijn leven verrijkt.
Ik heb recht op mijn roots; zo voel ik dat echt. Ik zie het zo dar ik van mijn moeder een nature en nurture stuk heb. Dat is 50 procent van wie ik ben. Mijn vader heeft nog 25 procent aan nurture toegevoegd. Dan mis nog 25 procent aan biologische kenmerken. Waar komen bijvoorbeeld mijn kleine tanden vandaan? En van wie heb ik mijn intelligentie geërfd? Die zoektocht komt echt vanuit mijn tenen. Ik ben blij dat ik de ouders heb die ik heb, dat ik er ben op deze wereld. Met het feit dat ik een donorkind ben van een anonieme spermadonor ben ik niet altijd blij. Dat gun ik niemand; niet weten van wie je de andere helft van je genen hebt.
Inmiddels heb ik me ook ingeschreven bij een internationale databank. Ik hoop dat dat ook nog iets oplevert. Als mensen mij vragen; hoe ga je reageren als je je echte vader ziet? Dan zeg ik altijd: mijn echte vader, die heb ik al zo vaak gezien! Ik ben daar heel dankbaar voor. En dat is ook vanwege de manier waarop hij in elkaar zit. Hij is er altijd voor me geweest. En geloof me; ik ken heel wat andere verhalen van donorkinderen.
Ik volg daarnaast ook de serie ‘Generation Cryo’ op MTV waarbij donorkinderen op zoek gaan naar hun biologische vader. Je ziet daarbij dan ook wettige vaders die echt in hun mannelijkheid zijn aangetast wanneer ze horen dat ze onvruchtbaar zijn en dat hun kinderen op zoek gaan naar hun spermadonor. Ik probeer me in te denken hoe dat voor een man moet zijn, dat lijkt me heel moeilijk. Ik vind het dan ook heel knap dat mijn vader het vrijwel meteen had geaccepteerd.
Niels: Geen kinderen kunnen krijgen, zie ik als een technische storing bij mezelf. Inmiddels weten meer mensen, in mijn directe kring, van ons verhaal. Dat voelt prettig. Je weet dat kinderen op zoek kunnen gaan. En je hoopt met heel je hart dat het niet een te zware psychische belasting voor je kind is. Ik zie dat ze er zo mee bezig is, dat vind ik lastig. Ik hoop ook zo dat het goed afloopt. Ik sta achter haar, voel geen greintje jaloezie. Het is haar zoektocht en ik ben blij wanneer die tot een einde komt. Ik zou de donor ook wel willen ontmoeten. Hem willen aangeven dat ik dankbaar ben voor mijn twee dochters. Hij heeft mijn leven verrijkt.
Vanwege de privacy zijn de namen verzonnen