Met een badjas aan zit ik in de vrolijke wachtkamer in mijn eentje te wachten. Gekleurde muren, schreeuwende tijdschrift covers en gierende hormonen en emoties door mijn lichaam. Ik ging liggen. Voeten in de ijzeren houders. Slaapmiddel werd toegediend. Voordat ik het wist was ik wakker, voelde een doffe, zeurende pijn in mijn buik, en werd in een rolstoel naar buiten gereden. ‘Bedankt dokter’, bracht ik maar uit. Niets zeggen vond ik ook zo onbeleefd. Hij keek even op en ging verder met waar hij mee bezig was.
De uitslaap kamer. Mijn bloeddruk was te hoog, dus ik moest even blijven liggen. Toen kwamen de tranen. Het is gebeurd. Het is weg. En het komt nooit meer terug. Gaat het wel? Je bent zo rood.’ Ja, ik moest wat huilen, verder niet. ‘Oh, ok’ was het antwoord. En ze lieten me weer alleen.
De kamer lag vol met meiden en vrouwen die de ingreep hebben laten doen. De zuster die bij de ingreep was kwam naar me toe en vroeg me hoe het gaat. Ik huilde voordat ik in slaap werd gebracht zei ze. Wat de sfeer was weet ik niet meer. Ik voelde alleen een grote, dikke brok in mijn keel. Een vervelend gevoel in mijn onderbuik. En een leegte, een gemis in de rest van mijn lichaam. Wat dacht ik? Ik weet het niet meer. Ik kreeg een kettinkje van mijn moeder. Lief.
Yara: Mijn gedachten dwaalden af. Wat heb ik gedaan? Het is weg. Ik miste het.
De rit naar huis was moeilijk. Mijn gedachten dwaalden af. Wat heb ik gedaan? Het is weg. Ik miste het. Ik staarde wat naar buiten. Met diezelfde brok in mijn keel, en tranen die branden in mijn ogen. Toen we thuis kwamen ging mijn moeder meteen weg. Ik red me wel. Ik ga slapen, ga maar. Toen ik alleen was stortte ik in.
Lieve baby. Het spijt me zo, ik ben gestopt met bij houden hoe oud je nu zou zijn. Ik ben de datum vergeten dat ik zwanger was. De datum dat ik uitgerekend zou zijn. Ik ben vergeten waarom ik geen pil slikte. Ik ben vergeten hoeveel tijd ik elke dag aan je dacht, je schreef, om je huilde. Maar wat ik nooit zal vergeten, en nog weet als de dag van gisteren, is het moment dat ik de eerste echo had gehad in het ziekenhuis. Ik thuis kwam. En niet kon stoppen met kijken naar je. Ik danste door de woonkamer. Met een grote glimlach op mijn gezicht.
En een gevoel van warmte. Mijn hart zwol op, mijn ogen waren vochtig van blijdschap. Dit was het moment in mijn leven, dat ik echt, puur geluk heb gevoeld. Moedergevoel. Trots. Je zat in mijn buik. Ik heb een nieuw leven in mijn buik. Het was onvoorstelbaar. Ongelofelijk. Maar ik voelde me zo sterk. Je wil er over praten. Maar doet dat niet, want mensen oordelen erover, of bent daar bang voor. Daarnaast kan je moeilijk klagen over iets, wat je zelf hebt gekozen. Ik dacht mijn verhaal wel bij mijn beste vriendin kwijt te kunnen. Ik had de persoon uitgekozen om me open te stellen, over het enorme gemis en verdriet, die de emotionele lading ervan absoluut niet begreep. Hoe kun je zo emotioneel zijn over een paar cellen, je kunt toch altijd een nieuwe maken? En daarnaast is het beter. Je hebt er niet voor niets voor gekozen.
Maanden van intens verdriet, schuldgevoel, gemis en zelfhaat volgde. Ik schrijf je brieven, liedjes, gedichtjes en spijtbetuigingen, ik zocht naar plaatjes op internet om mezelf te shockeren en pijn te doen. Ik luisterde naar miskraam muziek, om de pijn en het gemis te blijven voeden. Ik kon geen kind meer zien, horen of luchten. Buiten zag ik zwangere vrouwen, kleine kinderen en bij de buren hoorde ik de hele dag door de baby huilen. Het was karma dacht ik. Een marteling.
Yara: Buiten zag ik zwangere vrouwen, kleine kinderen en bij de buren hoorde ik de hele dag door de baby huilen.
Ik moest huilen als ik een baby zag op de tv. Ik bewaarde je eerste sokjes, die ik kreeg bij een babyboek die ik had besteld. Wat na de abortus binnen kwam natuurlijk. En ik voelde me zo, zo alleen. Ik kon en wilde niemand uitleggen hoe ik me voelde. Wat ik voelde. Ik was ervan overtuigd dat ik niet mocht zeuren, niet mocht rouwen. Het is tenslotte mijn eigen keuze geweest. Mensen begrepen me niet. Ik veroordeelde mezelf over de keuze, en dat deden sommige mensen om me heen ook. Daar kon ik helemaal niet mee praten.
Ik was alleen. Met mijn verdriet. Die ik niet verdiende. Het was zo intens verdriet, dat ik er psychisch pijn van had. Avonden lang schreef ik en huilde ik. Hoe kom ik hier ooit overheen. Wat heb ik gedaan? Ik begon dagelijks hevig te drinken. Ik sloot mezelf op om te huilen en mezelf te haten. En ging elke avond met tranen op mijn gezicht, en dronken naar bed. Ik verloor mijn baan, mijn vriend, mijn beste vriendin. En mijn zin om te leven. Een zware depressie volgde. Het is nu jaren later. Ik ben wat rustiger geworden. Ik heb veel therapie gevolgd, gewerkt aan mijn alcoholverslaving, mijn depressie overwonnen, mijn verhaal verteld en het intense verdriet is veranderd in acceptatie.
* In verband met de privacy is de naam in dit verhaal verzonnen.
* Dit ervaringsverhaal is geschreven vanuit een persoonlijke ervaring, dit kan voor iedereen anders zijn.