Telefoontjes naar Fiom komen als eerste binnen op het secretariaat en kunnen alle onderwerpen van Fiom betreffen, elk telefoontje is anders. Iets kunnen betekenen voor de mensen die bellen, maakt Vera haar werk zo de moeite waard. Vandaag vertelt Vera, medewerker van het Secretariaat van Fiom, hoe een week eruit ziet
Dag 1
Ik kom aan en check even hoe de keuken er bij ligt, ruim de vaatwasser in en installeer me achter mijn laptop. Om 9 uur zit ik startklaar, om chat en telefoon te beantwoorden. De ene dag loopt het meteen storm met telefoontjes, de andere dag is het rustiger. Vanochtend belt een jongen die jaren geleden door een donor is verwekt. Hij wil meer weten over hoe onze databank werkt. Ik vertel hem kort iets over de werkwijze, dat hij via deze databank zijn donor kan proberen te vinden en hoe hij zich moet inschrijven. Voor zijn verdere inhoudelijke vragen verbind ik hem door met mijn collega van de afdeling. Het tweede telefoontje is van een vrouw die onbedoeld zwanger is en niet weet hoe ze verder moet. Ze denkt er over om de zwangerschap te laten afbreken maar is overstuur en durft de beslissing niet te nemen. Ik vertel haar van de hulp die er is om een keuze te maken. Zij kan op korte termijn terecht bij een keuzehulpverlener bij haar in de buurt. Ze is erg opgelucht dat deze hulp er is. Dat vind ik het leukst aan mijn werk, als iemand echt oprecht verder geholpen is, weet wat de volgende stap gaat zijn en daar dankbaar voor is.
Regelmatig komt er een collega binnen lopen met een vraag of voor een praatje. Soms ben ik te druk, maar ik vind het ook heel fijn om even contact te hebben. Vaak moet ik het plotseling weer onderbreken omdat de telefoon gaat, ja, je moet wel kunnen schakelen als je op deze plek zit! Nu belt een adoptieouder die graag een update wil over de stand van zaken. Interlandelijke adoptie was vanuit de overheid een periode opgeschort, maar het is nu weer mogelijk om de procedure te hervatten, onder aangepaste voorwaarden. Bij Fiom kun je je aanmelden voor de procedure en we begeleiden de verplicht te volgen voorlichtingsbijeenkomsten. Deze adoptieouder heeft bericht gehad bijna aan de beurt te zijn voor de bijeenkomsten en verbind ik door met mijn collega die bezig is met de planning.
Dag 2
Vanochtend heb ik wat tijd om de post te verwerken. Als er even niet gebeld wordt heb ik altijd wel regeldingen, de agenda bijhouden, ruimtes reserveren, stukken kopiëren of inscannen voor in het dossier of een nieuwe collega uitleggen hoe het koffieapparaat werkt. De telefoontjes en het contact met onze cliënten vind ik toch het mooiste aan mijn werk. De vragen zijn zo verschillend, je moet overal iets van afweten, het vraagt veel maar is ook afwisselend. Mensen vertellen al vrij snel hele persoonlijke dingen, delen veel met je. Soms gaat het om heftige situaties, die men met niemand uit de eigen omgeving kan of wil bespreken. Een luisterend oor kan dan al helpend zijn. Ik spreek vanmiddag een vrouw die onbedoeld zwanger is geraakt en graag voor dit kindje wil gaan zorgen, maar haar partner denkt daar heel anders over. Hij staat erop dat ze de zwangerschap afbreekt en wordt daar steeds dwingender in, tot zelfs bedreiging en fysiek geweld aan toe. Ze schaamt zich dat ze hier niet tegen opgewassen is. Ik vertel haar dat zij als vrouw zelf de keuze maakt om de zwangerschap uit te dragen of af te breken. Omdat ik me zorgen maak om wat ze vertelt, stel ik voor om haar met een collega-hulpverlener door te verbinden om even verder te kunnen praten over haar situatie, maar hier staat ze helaas niet voor open. Dan raad ik haar met klem aan hulp in te schakelen in deze onveilige situatie, denk aan Veilig Thuis. Daarnaast vraag ik haar of er toch niet iemand in haar omgeving is die zij in vertrouwen kan nemen, zodat ze ook een stukje steun ervaart. Als ze ophangt, klinkt ze vol goede moed om te gaan voor zichzelf en haar kindje. De gesprekken kunnen soms wel binnenkomen, ik ben dan blij dat ik het even kan delen met een collega zodat ik het niet mee naar huis neem.
Dag 3
Vandaag belt een vrouw met een vraag die niet vaak voorkomt. Zij wil graag een kind, nu blijkt ze zwanger van een tweeling en ze denkt er over om er één te laten weghalen. Die optie is haar gegeven in het ziekenhuis. Ze is 13 weken zwanger en wil wel hulp bij het nemen van die beslissing. Ik vind het heftig, het lijkt me een onmogelijke keuze, maar ik moet natuurlijk wel professioneel blijven en laat niets merken. Ze is erg blij met een verwijzing naar één van onze keuzehulppartners bij haar in de buurt.
Vanmiddag belt een vrouw die op zoek is naar een vriendin van vroeger. Zij heeft zich eerst bij de gemeente gemeld met haar vraag. De gemeente verwijst door naar Fiom, terwijl wij alleen maar zoekacties doen naar nabije familieleden, in de eerste of tweede graad. En dan moet ik deze vrouw dus zeggen dat wij haar ook niet kunnen helpen. Ze is er heel chagrijnig van, en dat snap ik wel, van het kastje naar de muur. Ze is verkeerd ingelicht en belt op met een bepaalde verwachting. Ze wordt boos en zegt: ‘Je kunt toch wel even in dat systeem van je kijken’. Nou ja, zo werkt het niet, dat kunnen wij niet zomaar doen! Helaas blijft het voorkomen dat mensen foutief doorverwezen worden naar ons, ook al hebben we de gemeentes al vaker laten weten dat dit niet klopt.
Dag 4
Soms belt een hulpverlener die even wil sparren, wil weten wat wij bieden zodat ze een cliënt kunnen doorsturen. Vanochtend belt een huisarts, die zelf weinig ervaring heeft met onbedoelde zwangerschappen en het bieden van begeleiding hierbij. Een patiënte in zijn praktijk heeft een afspraak ingepland omdat zij erg in paniek is na het ontdekken van haar zwangerschap en de huisarts wil graag handvatten om zijn patiënte zo goed mogelijk te kunnen helpen. Ik vertel dat wij hier ook keuzehulpverleners voor hebben opgeleid en kijk meteen mee wat er in de omgeving mogelijk is voor zijn patiënte. De GGD in hun woonplaats blijkt een goede optie te zijn. Daarnaast vertel ik de huisarts dat we ook webinars organiseren, speciaal voor huisartsen en andere professionals, over keuzehulp bij een ongewenste zwangerschap. Hij bedankt me voor het meedenken en gaat een kijkje nemen op onze website om zich in te schrijven voor het webinar van komende maand.
Als mensen huilend bellen, met veel emoties, probeer ik ze heel rustig uit te leggen wat we kunnen bieden of waar ze terecht kunnen. Het belangrijkste is dat ze voelen dat er hulp is, opluchting merk ik dan. Andersom kunnen mensen ook te hoge verwachtingen hebben. Zo belt vandaag een moeder die graag weer contact wil met haar uit het oog verloren kind. Als ik uitleg dat we voor haar kunnen zoeken is ze heel dankbaar. Maar dan vertel ik haar wel voorzichtig dat het geen garantie is dat het lukt, de afloop weet je niet van tevoren. Zodat ze er ook een beetje op voorbereid is als haar zoon of dochter geen contact wil. Het is altijd zoeken hoe je dit het beste kunt vertellen. Dit aanvoelen en de juiste woorden vinden is mijn uitdaging. Geen werkdag is hetzelfde!