Ik weet niet hoe ik moet omgaan met het gemis van mijn ouders. Ik heb zoveel liefde te geven. Ooit hoop ik dan ook het met jullie te kunnen delen. Ik weet dat ik jullie ooit hier of in de hemel tegenkom. Ik wacht op de dag dat ik jullie ontmoeten mag. Ik heb nooit begrepen waarom ik ben afgestaan en stel mezelf regelmatig de vraag: heeft er tussen ons wel liefde bestaan?
Het missen van een moeder en een vader wordt mij soms teveel. We zijn aan elkaar verbonden geweest, maar hebben elkaar helaas nooit gevonden. Hoe je het ook went of keert, ik heb jullie nooit begeerd hoe graag ik dat eigenlijk ook wil. Ik voel me niet beschermd of geliefd. Hoe kun je kind, geboren uit liefde en zo onschuldig als een ongeschreven blad, verlaten en achter je laten? Ik voel mij hierover schuldig, ongewenst en niet geliefd. Was ik soms teveel?
Ik zou het willen uitschreeuwen van pijn. Maar niemand lijkt het te begrijpen, de voortdurende innerlijke strijd. De strijd die ik voer om mijn eigen identiteit. Ik dacht: hoe ver jullie ook zijn, het heeft met afstand niks te maken, hoogstens met tijd. Het gaat mij aan het hart en houdt hardnekkig stand. Dus hier sta ik dan met een uitgestoken hand. Tot nu toe leidt het mij naar het donker als ik mij laat leiden door mijn gevoel. Ooit hoop ik te kunnen delen met jullie hoe ik het voel.
Ik heb jullie lief met heel mijn hart, met alles wat ik heb en meer kan het niet zijn. Ik wilde dat jullie ervoor mij waren. Mama, ik dacht dat je er was, voor altijd wij samen. Maar helaas kon je dat nooit beamen. Als je er was bleek dat maar schijn te zijn. We doen wat we kunnen. Ik wacht op de dag dat wij elkaar ontmoeten. Tot die tijd troost ik mezelf met het feit dat het je spijt van deze moeilijke tijd.
Dankzij het lieve adoptie gezin waarin ik woon heb ik kennis gemaakt met liefde. Ik zie in hun het allermooiste mens, ik zie het met mijn eigen ogen. Ik ben aan hun hand meegenomen. Met de zegen van hoop ben ik hier gekomen. Als jullie niet hadden bestaan was ik nooit zover gekomen.
Liefs,
Rosa