Hoe kon mijn leven, na een kort moment zo´n wending krijgen, dat het de rest van mijn leven mij zo zou beroeren. Ik was jong vol levenslust en positieve verwachtingen. Na de middelbare school ging ik de verpleging in. De basisopleiding voor verpleegkundige duurde drie jaar, daarna de kraamaantekening (het ooievaartje) en dan was mijn diploma compleet.
Het was begin mei 1967. Ik had al ruim een half jaar een relatie met een man 2 jaar ouder dan ikzelf. Ik woonde toen intern en zoals dat toen ging werd je goed in de gaten gehouden door de nonnen, mannenbezoek op je kamer was uit den boze, was je een nachtje niet op je kamer waar de nonnen en je ouders geen weet van hadden en ze kwamen er later toch achter, dan werd je ontslagen.
In een vrij weekend, eindelijk uit het zicht van ouders en nonnen konden we vrijuit gaan stappen, met mijn bedoeling elkaar wat beter te leren kennen. We hebben wat gedronken wat gedanst en voor ik het wist was de tijd verstreken en had ik de laatste bus gemist. Wat rondgelopen en een hotel gevonden, wat eigenlijk niet mijn bedoeling was.
Rond mijn 21e verjaardag, 7 juni, kreeg ik het vermoeden dat ik zwanger was en wist ik het zeker. Ik was behoorlijk van streek en zat met de handen in het haar, ik had nog 4,5 maand te gaan om mijn opleiding af te maken. Als de nonnen het te weten kwamen werd ik zeker weten ontslagen. Vanaf nu begon het grote zwijgen, het geheim was geboren, zelfs mijn beste vriendin mocht het niet weten. Ik wilde haar niet in de verleiding brengen om het toch nog aan iemand anders te vertellen want dan kon ik het schudden.
Mijn vriend zei, het komt mij niet uit. Hij was sinds kort uit dienst, hij had nog geen werk en woonde nog bij zijn ouders. Hij stelde een abortus voor als uitweg. Dat ging toen niet legaal, maar hij kon wel aan een adres komen. In mijn hart was ik wel blij, een gezin met kinderen was altijd al mijn droom. Een kind weghalen was voor mij een gruweldaad. Dan maar zien wat er van komt, ik had positieve gedachten, het zou uiteindelijk wel goed komen dacht ik. Eerst de opleiding afmaken, en daarna kon ik mij meer op de toekomst richten.
Het was inmiddels oktober, ruim 5 maanden zwanger. Het was nog steeds gelukt om het geheim te houden, ik kreeg mijn diploma. Toen ik in diezelfde maand een keer thuis kwam, zei mijn moeder: we moeten even praten maar niet hier in huis, want de muren hebben oren, we gaan een eindje wandelen. Ik dacht OK dan weet zij het eindelijk ook, een opluchting. Ik had het al die maanden voor mezelf gehouden, en dat viel niet mee.
Na het fysieke herstel, moest ik de draad weer oppakken. Ik had snel weer een baan in het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam, geen kraamverlof. Na drie maanden voorwerk kon ik de kraamaantekening halen, ik tekende voor een jaar.
Joke: Om zonder mijn kind verder te gaan bestond wat mij betreft niet.
Tijdens de wandeling zei ze dat ze wist dat ik zwanger was, dat kon ze aan mij zien. Ze had er al over na kunnen denken hoe het nu met mij verder moest. Ze zei me, dat afstaan van de baby de enige mogelijkheid was. Mijn wereld stortte in. Mijn moeder: hoe kon ze zoiets zeggen, een vreselijke ervaring, had zij dan helemaal geen moedergevoel? Ik wist wel dat het voor de hele familie lastig zou worden, we zouden met de nek aangekeken worden, maar een kind afstaan was toch vele malen erger vond ik. En hoe kwam ze erbij? Mijn moeder, het laatste wat ik van haar zou verwachten, zo’n lieve vrouw zich altijd opofferend voor het gezin ineens zo duivels. Heel boos was ik en ik had nog nooit van iemand gehoord die afstand had gedaan van haar kind en hoe kon mijn moeder dan van deze praktijken afweten.
Bij wie mijn moeder te rade is gegaan heeft ze mij niet verteld, maar het ligt voor de hand, huisarts, pastoor en andere geestelijken van de katholieke kerk. Mijn vader mocht het niet weten, want deze crisis zou hij niet aankunnen. In oktober van 1967 heb ik de opleiding afgemaakt, het kon net, maar nu de kraamopleiding nog, om het diploma compleet te maken. Collega’s hadden gesolliciteerd in een ander ziekenhuis en wisten al waar zij de opleiding verder af zouden maken, dus hun vraag aan mij was steeds: 'Naar welk ziekenhuis ga jij?' Het enige goede antwoord was: 'Dat weet ik nog niet'.
Eind oktober was mijn ontslag. De eerste week van november mocht ik mijn kamer houden om te verhuizen, maar daarna moest ik naar huis. Ik ben amper een paar dagen thuis geweest, want ik kon meteen naar een tehuis voor ongehuwde moeders, een doorgangshuis. De Paula Stichting in Oosterbeek. Ondanks dat ik 21 jaar was, werd er voor mij beslist. Alles was voor mij geregeld, maar welke consequenties het voor mij had was ik mij nog niet van bewust. Ik had mij er niet op kunnen voorbereiden en er over na kunnen denken wat de volgende stap zou moeten zijn. Ik kon niet weigeren want ik zag op dat moment geen andere oplossing. Mijn vriend liet het afweten, hij liet zich niet meer zien.
In Oosterbeek aangekomen kreeg ik een kamer met een bed een kast en een bureautje, een afmeting van 2 bij 3 meter. Een uitzicht met bos en bomen en met het sombere november weer een somber uitzicht. Hier zou ik het drie maanden vol moeten houden en wat ik in deze drie maanden zou meemaken kon ik op dat moment niet vermoeden, ik werd geleefd.
In het tehuis was het geen vrolijke boel, je mocht niet te veel vragen stellen aan je lotgenoten je wist alleen hun voornaam, De meesten in het tehuis hadden er wel over nagedacht of ze afstand zouden doen en zagen maar één uitweg. Ja er was maar een optie. Wat viel er te kiezen in een situatie waarin iedereen hier verkeerde. Die situatie was dat je een kind verwachtte dat niet met gejuich van de omgeving en familie ontvangen zou worden, voor jou samen met je kind was geen opvang, bij familie niet, noch in een tehuis. Het vooruitzicht werd steeds somberder, er werd maar een mogelijkheid geboden, dat was na de geboorte zonder kind weer naar huis. Iedere a.s. moeder kreeg een gesprek met een mevr. Extern, ik denk van de Raad voor de Kinderbescherming (RVKB), het ging over afstand doen. Ik had mij veel van dit contact voorgesteld, ik miste iemand met wie ik kon praten over een eventuele toekomst met mijn kind. Om zonder mijn kind verder te gaan bestond wat mij betreft niet. Het was echter een zeer kort gesprek. Deze mevr. wilde alleen maar praten over de mogelijkheid om afstand te toen, ik kon weer gaan. Wat was ik teleurgesteld, dit was de laatste mogelijkheid om hier met iemand over van gedachte te wisselen.
Gedurende mijn verblijf kwam ik er achter dat het gebruikelijk was dat wanneer je geen oplossing had om na de geboorte samen met je kind te vertrekken, het kind direct na de geboorte van de moeder werd afgezonderd. Deze oplossingen waren bijvoorbeeld naar een andere opvang of, dat je binnen enkele maanden een gezin zou kunnen stichten met een man die samen met jou voor het kind wilde zorgen. Deze afzondering tussen moeder en kind gebeurde zonder toestemming van de prille moeder. Ik was zo’n moeder die direct haar kind wilde vasthouden, ik was nog niet gewend aan het idee dat ik de opvoeding aan iemand anders moest overlaten. Dat kon niet, maar de non beloofde mij dat ze haar best zou doen en dat ik in de loop van de aankomende week misschien wel even mijn kind mocht vasthouden. Ik moest of ik wilde of niet hier genoegen mee nemen.
De kraamperiode was een eenzame tijd, lotgenoten die elders in het gebouw waren mochten niet op de kraamafdeling komen zonder toestemming, dus ook van hen kreeg ik geen bezoek. Mijn familie liet het ook afweten ook zij vonden het niet nodig om mij te ondersteunen. Na een aantal dagen kon ik weer naar huis, emotioneel gehavend, leeg, teleurgesteld, en in een crisis verkerend. Geen vragen, geen woord over wat mij is overkomen. Praten hierover was vanaf nu niet meer gewenst, en er werd gezwegen. 50 jaar lang.
Na het fysieke herstel, moest ik de draad weer oppakken. Ik had snel weer een baan in het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam, geen kraamverlof. Na drie maanden voorwerk kon ik de kraamaantekening halen, ik tekende voor een jaar.
Joke: Er was nergens een uitgestoken hand. Het hoorde domweg niet, een ongehuwde moeder met haar kind
Ik kon mijn zoon niet vergeten, ik wilde hem weer zien. In het eerste gesprek met de RVKB heb ik gezegd dat mijn relatie met de vader weer op de rit was en we op zoek waren naar een huis; dat was maar ten dele waar. Ik mocht meteen naar Oosterbeek om mijn zoon te ontmoeten.
Aan het eind van 1969, mijn zoon was ruim 1.5 jaar. Kreeg ik opnieuw een gesprek met de RVKB. Met de mededeling dat ik beter de relatie kon opgeven, want die man deugde niet. Dat was een klap voor mij. Mijn zoon zou overgeplaatst moeten worden naar een gezin, hij kon niet langer blijven in het tehuis. Mijn vooruitzichten waren opnieuw uitzichtloos, Ik moest beslissen tussen: mijn zoon in een pleeggezin of definitief afstand doen. Ik gunde mijn zoon een moeder en een vader die er 100% voor hem zouden zijn, en geen moeder alleen die met de nek aangekeken werd omdat zij alleenstaand was en maar ten dele voor hem kon zorgen. Het was een lange weg om een beslissing te nemen en koos uiteindelijk voor zijn geluk. Het was een niet te beschrijven verdrietig afscheid.
Er was nergens een uitgestoken hand. Het hoorde domweg niet, een ongehuwde moeder met haar kind. In Nederland waren er toen geen voorzieningen die beide op konden vangen. Geen tehuizen voor moeders met haar kind, die waren er alleen voor 1956 voor de adoptiewet. Nu waren wachtlijsten van gehuwde kinderloze stellen zo lang dat het beleid hierop was aangepast. Het liefst de biologische moeder onmiddellijk scheiden van haar kind, dan zou er minder overredingskracht nodig zijn, je zou minder last hebben van de moeder. En zo ging het door met de legale kinderroof, ruim 20 jaar lang.
Vijf jaar na de geboorte van mijn eerste zoon kreeg ik een dochter, binnen een huwelijk, dat wel. Daarna nog een dochter en een zoon. Mijn eerste zoon was toen al 2 jaar in een adoptiegezin. Hij was voor altijd van mij gescheiden, niet meer bereikbaar. Ik had geen idee waar hij was en hoe het met hem ging.
Na ruim 50 jaar gezwegen te hebben en met dit vreselijke geheim te hebben rondgelopen, heb ik hem opnieuw ontmoet. We zitten nu nog volop in een proces van hernieuwde kennismaking, maar er zijn nog steeds heftige emoties van boosheid, schuldgevoel en van onverwerkt verlies. Ik zie hier voorlopig nog geen einde aan komen.
Vanwege privacy is de naam in dit verhaal verzonnen