Factsheet Sri Lanka

Fiom heeft onderzocht welke factoren invloed hebben op de slagingskans van adoptiegerelateerde zoekacties naar biologische familie in Sri Lanka en Indonesië. Hiervoor hebben we 63 zoekacties, die we de afgelopen 10 jaar hebben uitgevoerd, onderzocht. De resultaten hebben we overzichtelijk weergegeven in een factsheet.

Interlandelijke adoptie Sri Lanka en Indonesië

De interlandelijke adoptie van een kind uit Sri Lanka of Indonesië werd wettelijk mogelijk gemaakt in Nederland in 1973. Vanaf 1983 wordt in Nederland niet meer geadopteerd vanuit Indonesië en vanaf 2018 niet meer vanuit Sri Lanka. In totaal waren er 3416 adopties van Sri Lanka naar Nederland en 3072 adopties van Indonesië naar Nederland. 

In dit onderzoek bestudeerden we 38 zoekdossiers uit Sri Lanka en 25 uit Indonesië. Ongeveer de helft van de zoekacties was succesvol (54%) en de andere helft was niet-succesvol (46%). In 48% van de zoekacties is er daadwerkelijk contact geweest tussen de zoekers en de gevonden persoon en/of familieleden. Twee derde van de zoekers was vrouw en de gemiddelde leeftijd van de zoekers was 27 jaar.

 

Zoeken naar familie - Contact leggen en houden.jpg

Belangrijkste bevinding

Deze studie toont aan dat compleetheid van het adoptiedossier de kans op een succesvolle zoekactie vergroot. Hiermee wordt dus het belang van de toegankelijkheid van deze adoptiedossiers benadrukt. Voor zoekers die hun biologische familie willen vinden, is het belangrijk dat deze documenten toegankelijk zijn en blijven.

Misstanden rondom interlandelijke adopties

De laatste jaren zijn steeds meer misstanden aan het licht gekomen rondom interlandelijke adopties. Een veel voorkomend signaal is de onjuiste informatie over de biologische familie in de adoptiedocumenten. Deze onjuiste informatie maakt het onwaarschijnlijk of zelfs onmogelijk om biologische familie te vinden na adoptie. In 2019 heeft de overheid een commissie ingesteld voor onderzoek naar de rol en verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid bij interlandelijke adoptie in o.a. Sri Lanka en Indonesië. De resultaten van het onderzoek zijn nog niet naar buiten gebracht.

Signalen van mogelijke fraude

In ons onderzoek vonden we enkele signalen van mogelijke fraude. In 25% van de adoptiedossiers was er een onregelmatig gebruik van persoonsgegevens in het dossier. Er staan verschillende namen, geboorteplaatsen of geboortedata van het geadopteerde kind of de gezochte persoon in eenzelfde dossier. In 37% van de zoekdossiers staan namen van organisaties en personen waarbij het vermoeden bestaat dat zij betrokken waren bij mogelijke fraude rondom adoptiezaken. Deze lijst voor Sri Lanka is opgesteld door een Zwitserse belangenorganisatie (Back to the Roots, 2018) en voor Indonesië door ISS i.s.m. Fiom (ISS/Fiom, 2004). Een groter vervolgonderzoek is nodig om vast te stellen of er daadwerkelijk sprake van fraude is om meer zicht te kunnen krijgen hoe dit van invloed is op de uitkomst van de zoekactie. Om er zeker van te zijn dat een zoekactie succesvol is, adviseert Fiom cliënten om gebruik te maken van een DNA-test.



Scriptie ‘Biological family searches by international adoptees’

Student Anouk de Mol van de Universiteit Utrecht heeft in 2020 dit onderzoek uitgevoerd als stagiaire bij Fiom. De resultaten heeft zij verwerkt in haar scriptie voor de studie sociologie.