Mijn moeder komt uit een gezin van 8 kinderen waarvan er 6 zijn afgestaan, inclusief mijn moeder. Eén broer mocht blijven; hij was de jongste. Haar andere broertje is overleden in het klooster. In 1954, toen mij moeder 9 dagen oud was, is zij afgestaan en naar een gezin gegaan die haar veel liefde heeft gegeven.
Op haar 18e kreeg ze te horen wie haar ouders, broers en zussen waren. Haar biologische moeder was destijds niet getrouwd en woonde nog bij haar moeder, ze had een relatie met een man die getrouwd was en zelf al 2 kinderen had. Bij deze man kreeg zij zelf ook 8 kinderen.
Mijn moeder is al vanaf haar 18e bezig met de zoektocht naar antwoorden op vragen over haar biologische achtergrond. Wie ben ik, waar kom ik vandaan en op wie lijk ik? Maar de belangrijkste vraag blijft waarom zij - en haar broers en zussen - zijn afgestaan. Ze ervaart een dagelijkse strijd die ze nog steeds niet naast zich neer kan leggen. Ze heeft wel geprobeerd vragen te stellen maar ze zijn erg gesloten hierover en vertellen haar niets. De meesten zijn inmiddels overleden.
Ik las op de site van RTL nieuws over afstandsmoeders tussen 1950 en 1960. Dat het voor een afstandsmoeder heel erg is, begrijp ik ook goed. Dat is, denk ik, het grootste verdriet dat een mens kan hebben. Maar voor de kinderen is dit ook een groot verdriet, als ik zie hoe mijn moeder er nog dagelijks mee bezig is. Ze vraagt of ik dingen voor haar op kan zoeken en zo. Maar vooral de teleurstelling dat ze waarschijnlijk nooit een antwoord zal krijgen, vind ik erg verdrietig voor haar. Ze is nu 63 jaar oud. Ik hoop dat er een dag komt dat ze het een plekje kan geven.