26/03/2020 - Tekst: Willemijn Povel i.s.m. Mr. V. Kidjan - Advocaat

Wanneer een adoptie door Nederlandse ouders is uitgesproken in het buitenland wordt deze niet altijd automatisch in Nederland erkend. Adopties van vóór 2004 vormen hierbij een speciale categorie. Willemijn Povel, juridisch medewerker van Everaert Advocaten in Amsterdam, beschrijft de recente situatie van de in Amerika geadopteerde Jacob, die pas op volwassen leeftijd naar Nederland verhuist.

Adoptie erkennen naar ongeschreven recht.jpg

Jacob wordt op 5 juli 1996 geboren in Massachusetts, in de Verenigde Staten van Amerika. Bij zijn geboorte verkrijgt hij de Amerikaanse nationaliteit. Zijn biologische ouders Julia en Patrick hebben allebei de Amerikaanse nationaliteit. Twee maanden na de geboorte van Jacob komt zijn vader Patrick te overlijden. Drie jaar later hertrouwt Jacobs moeder met een Nederlandse man, Sam. Het gezin verhuist naar New York, waar Jacob gedurende zijn jeugd blijft wonen. Jacob wordt liefdevol opgevoed door Julia en Sam en hij ziet Sam als zijn vader. Ze delen diverse interesses, waaronder hun passie voor de bergen. Na een aantal jaren besluit Sam om Jacob te adopteren. Deze partneradoptie wordt op 7 april 2003 uitgesproken door de rechtbank in New York.

Jacob is inmiddels afgestudeerd en gaat aan de slag bij een IT-bedrijf in Amsterdam. Hij is van plan om met zijn Nederlandse vriendin Kim samen te gaan wonen. Met Sam onderhoudt hij nog dagelijks contact. Jacob en Kim willen voorlopig in Nederland blijven wonen. Daarom brengt Jacob een bezoek aan het Stadsloket om zich in te schrijven in de gemeente Amsterdam. Daar laat hij zijn geboorteakte zien, waarop de naam van Sam als zijn vader staat vermeld, en de adoptiebeslissing van de rechtbank te New York. Tot zijn spijt wordt hem door een medewerker van de gemeente verteld dat deze buitenlandse partneradoptie in Nederland niet kan worden erkend. Dit betekent dat Sam in Nederland niet als juridisch ouder van Jacob kan worden aangemerkt.

Jacob is het niet eens met deze beslissing; Sam is zijn vader en hij wil dat dit ook erkend wordt in Nederland. De adoptie vormt een onderdeel van zijn identiteit. Hij wendt zich tot mij. Waarom weigert de gemeente Amsterdam om Sam als zijn vader op te nemen in de Nederlandse registers? En welke mogelijkheden heeft hij om deze buitenlandse adoptie alsnog in Nederland te laten erkennen?

Wettelijk kader voor erkenning buitenlandse adoptie

De regels met betrekking tot het erkennen van een buitenlandse adoptie die in Amerika is uitgesproken zijn vastgelegd in de artikelen 10:107 tot en met 10:111 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW)[1]. Deze bepalingen vloeien voort uit de Wet conflictenrecht adoptie (hierna: Wcad), die op 1 januari 2004 in werking trad. Op basis van deze wet (en de later opgenomen artikelen in het BW) kunnen buitenlandse adopties van rechtswege in Nederland worden erkend indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Het gaat hier om adopties die niet onder de werkingssfeer van het Haags Adoptieverdrag vallen. Echter, de wetsartikelen uit het BW hebben betrekking op adopties die na 1 januari 2004 in het buitenland zijn uitgesproken. Hier zit het probleem voor Jacob; zijn adoptie is vóór 1 januari 2004, namelijk op 7 april 2003, uitgesproken door de Amerikaanse rechter. In 2003 bestond er nog geen Nederlandse wet die de erkenning van buitenlandse adopties regelt. Om deze reden weigert de gemeente Amsterdam om de Amerikaanse adoptiebeslissing te erkennen. Klopt het dat een Amerikaanse adoptie van vóór 1 januari 2004 niet in Nederland kan worden erkend? En kunnen wij als advocaten in dit geval iets voor Jacob betekenen?

Om ervoor te zorgen dat de adoptie van Jacob in Nederland wordt erkend moeten wij voor de Nederlandse rechter een beroep doen op regels van ongeschreven recht. Dit zijn rechtsregels die door rechters zijn ontwikkeld in eerdere uitspraken en die niet zijn opgenomen in de Nederlandse wetgeving. We verwijzen dus naar eerdere uitspraken in soortgelijke zaken waarin buitenlandse adopties van vóór 2004 die niet onder het Haags Adoptieverdrag vielen toch in Nederland werden erkend.

In beslissingen van Nederlandse rechters van na 2004 over de erkenning van buitenlandse adopties die vóór 1 januari 2004 zijn uitgesproken is herhaaldelijk aansluiting gezocht bij de regels die het huidige artikel 10:108 BW (artikel 6 Wcad) geeft voor de erkenning van rechtswege van buitenlandse adopties[2]. Dit is met name het geval bij buitenlandse adopties die, net als bij Jacob, zijn uitgesproken vlak voordat de Wcad in werking trad[3]. In de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wcad verschoof de rechtspraak zich namelijk steeds meer in de richting van een processuele toets, te weten een bevoegdheidscriterium en het vereiste van een ‘behoorlijke procedure’[4].

Kort gezegd, het komt erop neer dat een buitenlandse adoptiebeslissing van voor de inwerkingtreding van de Wcad in 2004 in aanmerking komt voor erkenning (wat wordt bevestigd door de Nederlandse rechter) indien:
– de adoptie is uitgesproken door een ter plaatse bevoegde autoriteit van het vreemde land waar de adoptiefouder en het kind zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak hun gewone verblijfplaats hadden;
– aan de adoptiebeslissing een kennelijk behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan; en
– de erkenning van die beslissing kennelijk verenigbaar is met de openbare orde en er geen sprake is van een schijnhandeling.

In het geval van Jacob staat buiten twijfel dat aan bovengenoemde voorwaarden is voldaan. Hij beschikt over een groot aantal documenten waarmee hij kan aantonen dat de adoptie is uitgesproken door een bevoegde autoriteit in de Verenigde Staten (waar zowel Jacob als Sam destijds woonachtig was) en dat voorafgaand aan de adoptieprocedure een uitgebreid en zorgvuldig onderzoek heeft plaatsgevonden. Ook blijkt niet uit de door Jacob overgelegde informatie dat sprake was van strijd met de openbare orde of van een schijnhandeling. De kans is groot dat de Nederlandse rechter op verzoek van Jacob zal verklaren dat de Amerikaanse adoptiebeslissing van 7 april 2003 in Nederland moet worden erkend. Er kan dan een (aangepaste) geboorteakte van de burgerlijke stand worden opgesteld waaraan de Amerikaanse adoptie wordt toegevoegd. Hiermee is voor Jacob een emotioneel probleem opgelost.

Adoptie naar Nederlands recht

Ingeval de Amerikaanse adoptie toch niet in Nederland zou kunnen worden erkend omdat niet aan alle voorwaarden voor erkenning is voldaan, dan rijst de vraag of Jacob de rechter kan verzoeken om een adoptie naar Nederlands recht uit te spreken. Wij noemen dit ook wel een adoptie ‘dubbelop’. Het probleem is alleen dat Jacob al meerderjarig is. Benieuwd naar de verdere mogelijkheden voor Jacob bij een afwijzing? Houd dan de volgende editie van het Adoptiemagazine in de gaten!

Noten
[1] Het betreft hier buitenlandse adopties die buiten het toepassingsgebied van het Haags Adoptieverdrag (hierna: HAV) vallen. Het HAV omvat regels met betrekking tot de erkenning van buitenlandse adopties. De zaak van Jacob valt niet binnen de werkingssfeer van het HAV (reeds vanwege het feit dat het hier geen internationale adoptie betreft).
[2]Rechtbank Den Haag 20 maart 2006, zaaknummer 233433; Rechtbank Limburg 13 juni 2013, zaaknummer 178156.
[3] Zie bijvoorbeeld Rb. Zutphen 27 juni 2002, NIPR 2002, 186.
[4] Zie ook A.P.M.J. Vonken, GS Personen- en familierecht, art. 5 Wet conflictenrecht adoptie, aant. 121 en 122.4.