27/06/2019 - Tekst: Angela Jans
 

Geadopteerden hebben allemaal een trauma. Het verdriet is vaak zo diepgeworteld, dat het niet is op te lossen met twee therapeutische sessies, vindt de Vereniging Adoptie Nazorg. Daarom moet er een Europees Kenniscentrum Nazorg Adoptie komen. Een plek waar verbindingen worden gelegd tussen de psychische en lichamelijke klachten die het gevolg kunnen zijn van adoptie, waar competente hulpverleners te vinden zijn, waar informatie is te verkrijgen, adoptiedossiers worden opgeslagen, en meer.

Vereniging wil Europees Kenniscentrum Nazorg Adoptie.jpg

“Daarbij hoeft geen onderscheid gemaakt te worden tussen binnenlands of interlandelijk geadopteerden, we dragen allemaal dezelfde pijn. En we willen er ook zijn voor de adoptie- én afstandsouders. Voor de hele adoptiedriehoek dus”, zegt Anne-Marie Goossens, voorzitter van de nieuwe vereniging. Zelf is ze binnenlands geadopteerd. In het bestuur zitten daarnaast onder anderen ook interlandelijk geadopteerde Sanne van Rossen en adoptieouder Lyda Groot. De vereniging is gelieerd aan de enkele jaren geleden opgerichte stichting Nazorg Adoptie, waarvan naast Anne-Marie ook (geadopteerde) Liesbeth Struijcken aan de wieg stond. Groot verschil tussen beide rechtsvormen is dat een vereniging leden telt, waardoor er een duidelijke en traceerbare achterban is te vormen.

Op vrijdag 21 juni werd, bij wijze van aftrap voor de oprichting van het Kenniscentrum, een symposium gehouden in hotel Asteria in Venray. Sprekers uit binnen- en buitenland lieten daar van zich horen. In de zaal een kleine honderd belangstellenden, een mix van (oudere) adoptieouders, binnenlands en interlandelijk geadopteerden, hun partners of vrienden, vertegenwoordigers van ministeries en hulpverleners.

Zij hoorden geadopteerden Dewi Deijle en Sanne van Rossen op basis van eigen ervaringen pleiten voor meer aandacht en maatregelen voor de misstanden die hebben plaatsgevonden rond adopties. Dankzij een video-verbinding via internet liet de Amerikaanse klinisch psycholoog en adoptie-expert dr. David M. Brodzinsky weten voorstander te zijn van een hulpverleningsinstelling die gespecialiseerd is in adoptiegerelateerde problematiek. Therapeuten zouden wat hem betreft voortaan vaker expliciet moeten worden getraind in de begeleiding en behandeling van geadopteerde kinderen of volwassenen die tegen allerlei problemen aanlopen of worstelen met hun identiteit, zaken die terug te voeren zijn op hun adoptie. “Zij kunnen daarbij het beste, of misschien zelfs alleen maar, geholpen worden door adoptiecompetente professionals”, aldus Brodzinsky.

Pgb voor elke geadopteerde

Een Nederlandse hulpverlener die zich al gespecialiseerd heeft in adoptieproblematiek was ook als spreker van de partij: kinder- en jeugdpsycholoog dr. Anneke Vinke. Zij is ook voorstander van een Kenniscentrum Nazorg Adoptie, maar wel in eerste instantie op landelijk niveau (“Europees is ingewikkeld vanwege de grote verschillen per land”). Zelf noemt ze dat trouwens liever Kenniscentrum Afstand, Adoptie en Afstamming (AAA). “Daar kan verbinding worden gelegd met bestaande structuren als Adoptievoorzieningen, Fiom, GGZ, jeugdzorg en meer. Ook moet daar een register worden ingevoerd en bijgehouden waarin adoptiegecertificeerde hulpverleners zijn opgenomen zodat je de kwaliteit van de professionals voor nazorg kunt waarborgen. Een kenniscentrum kan daarbij zeker wat toevoegen, want er bestaat nu weliswaar al van alles ­– bij de Adoptievoorzieningen geven ze bijvoorbeeld nu ook nazorg – maar dat is niet afdoende voor de zware gevallen. En het is sowieso nooit ‘one size fits all’. Dus begin met het opstellen van richtlijnen voor de zorg (dat kost 150.000 euro, is niet veel voor overheidsbudgetten), maak een zorgstandaard (3 ton) en een register voor nazorg. Al kun je niet alles repareren, het gemis kun je niet wegnemen. Het kind moet de routeplanner zijn, het gaat erom dat een geadopteerde uiteindelijk verder kan in het leven.”

Even daarvoor adviseerde Gera ter Meulen, lid van de Werkgroep Post Adoption Services van EurAdopt, op basis van onderzoek naar de behoefte aan nazorg onder geadopteerden in 24 Europese landen: “Geef geadopteerden een persoonsgebonden budget (pgb) waardoor ze, indien nodig, levenslang de financiële mogelijkheid hebben zelf hulp in te kopen. Geld ook om, als daar behoefte aan is, minstens één keer in hun leven op rootsreis kunnen gaan, terug naar het land van herkomst.”

Te veel gemedicaliseerd

Het viel niet allemaal even goed. In de loop van de avond ontstond vanuit de zaal steeds meer onrust en irritatie, en kwam hier en daar oud zeer tevoorschijn. Ter Meulen en Vinke kregen kritische vragen en opmerkingen voor hun voeten geworpen. Ter Meulen van geadopteerde Hilbrand Westra die benadrukte dat Ter Meulen werkt voor de adoptieorganisaties, Vinke van mensen die vonden dat adoptie door haar veel te veel gemedicaliseerd wordt. En, algemeen, dat het allemaal te weinig over, voor en door geadopteerden zelf ging. “Het uitgangspunt moet zijn: de geadopteerde en wat die nodig heeft. Soms werkt hulp van de GGZ niet en hulp van lotgenoten, ervaringsdeskundigen die helemaal niet gediplomeerd zijn op dat gebied, wél”, aldus panellid Yudi Hoekstra, adoptiecoach.

Voor Anne-Marie Goosen was het, zei ze in haar slotwoord, wel duidelijk: “De vereniging is niet voor niets opgericht, dat blijkt. De conclusie: we gaan gewoon beginnen. We willen ervoor zorgen dat er een Europees Kenniscentrum Nazorg Adoptie komt, voor álle geadopteerden, adoptieouders en afstandsouders.” De vereniging gaat er alles aan doen om dit in Den Haag op de politieke agenda te krijgen en wettelijk te laten verankeren.