Dingen zijn soms anders als je geadopteerd bent. Dit is niet altijd makkelijk. Je bent niet de enige die af en toe tegen dingen aanloopt. Of vragen heeft. Wij informeren je graag over onderwerpen die voor jou belangrijk zijn. En helpen je op weg.

Je kan altijd contact met ons opnemen via 030 233 03 40 of nazorgadoptie@fiom.nl.

Geadopteerden tussen 12 en 25 jaar.jpg

Vragen van anderen

Op straat, of op school, als je met één van je adoptieouders bij de kassa staat, er zijn vaak mensen die nieuwsgierig zijn, willen weten hoe het zit: Waar kom je vandaan? Zijn dat je èchte ouders? Hoe is het om geadopteerd te zijn? Waarom kon je dan niet daar blijven?

De meeste adoptiekinderen zien er anders uit dan hun adoptieouders en dat valt dus op. In sommige dorpen of scholen in Nederland zijn sowieso niet zoveel kinderen van kleur. En als je eruit springt krijg je vragen, soms gewoon uit nieuwsgierigheid, soms ook vanuit vooroordelen. De meeste jongeren willen zich niet ‘anders’ voelen en bovendien heb je niet altijd zin in al die vragen. Wat heb jij altijd geantwoord op dit soort vragen? Welke vond je vervelend? Welke vond je leuk? Wat of wie heeft jou geholpen om met die vragen om te gaan? Hoe hielp dat jou?

Vragen van- en over jezelf

De meeste kinderen met een adoptieachtergrond denken al vroeg na over hun voorgeschiedenis, hun land, hun familie. Vaak begint het met vragen zoals: waar ben ik geboren, bij wie kom ik uit de buik? Door het verschil in uiterlijk met je adoptieouders vraag je je waarschijnlijk ook als kind al af op wie je dan wel lijkt? Sommige kinderen stellen dit soort vragen makkelijk hardop, en veel adoptieouders proberen daar ook actief een gespreksonderwerp van te maken, omdat ze weten dat het logische vragen zijn. Het kan lastig zijn om hierover te praten, omdat er vaak maar beperkt informatie is en dan is het een beetje raden naar de antwoorden. Soms is er wel veel bekend, maar zijn het ook verdrietige dingen om te horen, bijvoorbeeld over de problemen van je geboorteouders. Vaak waren die problemen er ook de reden van dat je niet bij hen kon opgroeien en dat is pijnlijk.

Als je al wat ouder was toen je geadopteerd werd herinner je je zelf misschien nog dingen van vóór je adoptie en heb je de mensen waarvan je afscheid hebt moeten nemen ook wel erg gemist, of je afgevraagd hoe het met hen gaat en of je ze ooit nog terug zou zien. Heb je die vragen hardop kunnen stellen, kon je daarover praten met je adoptieouders? Wat dacht of deed je, waardoor het beter ging? Wie of wat hielp je daarbij?

In de puberteit begin je jezelf meer te ontwikkelen en ontdekken. De vraag ’op wie lijk ik’ verschuift vaak van alleen het uiterlijk naar ook het innerlijk. Je vraagt je op die leeftijd bijvoorbeeld af hoe je overkomt op anderen, of hoe je wilt zijn. Die zoektocht naar je eigen identiteit hoort echt bij die leeftijd, vaak gaan jongeren ook een beetje experimenteren en je stijl van kleding, haardracht, muziek e.d. zijn belangrijk om te laten zien wie je bent, waar je bij hoort en hoe je gezien wilt worden. Maar als mensen jou zien, wat zien ze dan? Bij welke groep word jij ingedeeld op grond van je uiterlijk en klopt dat wel met hoe jij je voelt? Sommige geadopteerde jongeren vergelijken het met een bounty… gekleurd van buiten, maar wit van binnen… Of voel je je misschien van binnen niet wit, maar juist verbonden met je oorspronkelijke land en cultuur? Het kan alle kanten op, het is voor iedereen anders, maar daardoor soms ook een beetje verwarrend.

Als geadopteerde heb je bij die zoektocht naar jezelf weinig houvast, geen voorbeeld van mensen uit je familie die op je lijken, die dezelfde genen en daarom misschien ook wel dezelfde karaktertrekken of talenten hebben. Veel jongeren willen helemaal niet op hun ouders lijken en zetten ze zich juist tegen hen af, maar als je geadopteerd bent en je oorspronkelijke ouders en familie niet kent kan dat gemis een eenzaam of leeg gevoel geven. Of kun je ook op elkaar lijken zonder dezelfde genen te hebben en zie je overeenkomsten met de ouders waarbij je opgroeit? En je krijgt ook in je opvoeding wel gewoontes en denkbeelden van je ouders mee. Dat kan ook gaan voelen als ‘op elkaar lijken’. Hoe oud was jij toen je deze vragen begon te stellen? Met wie kon je hier goed over praten? Had/heb je een rolmodel, een voorbeeld van iemand waar je op wil(de) lijken? Wat denk je dat je hebt meegekregen (in je genen, je DNA) van je geboorteouders en wat heb je meegekregen (opvoeding en voorbeeld) van je adoptieouders?

Twee landen, twee paar ouders

Er zijn gezinnen waarin open over al deze onderwerpen gesproken wordt, maar lang niet alle jongeren vinden het makkelijk om twee landen, twee families, twee paar ouders te hebben en een plek te geven in hun leven. Het kan zijn dat je bijvoorbeeld bang bent dat je je adoptiemoeder kwetst als je vertelt hoe ontzettend je je geboortemoeder mist. Misschien ben je wel een beetje boos op je adoptieouders omdat je ervan baalt dat je geadopteerd bent, maar voel je je ook schuldig over dat gevoel omdat je merkt hoe hard ze hun best voor je doen? Of je twijfelt over waar je nou eigenlijk thuishoort, maar durft dat niet tegen je adoptieouders te vertellen. Het lijkt wel of je moet kiezen, soms is het lastig te combineren. Wat doen of zeggen jouw adoptieouders waardoor het moeilijk of juist makkelijker voor jou is om hiermee om te gaan? Wat of wie helpt jou om je balans te vinden? Hoe lukt het jou om ermee om te gaan?

Impact en overleven

Elke geadopteerde heeft als jong kind al hele heftige dingen meegemaakt. Sowieso al omdat je niet bij je geboorteouders kon blijven, die breuk heeft veel impact. Ook al herinner je je er misschien niks meer van, toch heeft het veel invloed op je gevoel, je basis. De ervaring zit in je brein en je lijf.

Vaak volgen na de breuk met de geboorteouders ook nog verschillende plekken en verzorgers, bijvoorbeeld in een kindertehuis, een ziekenhuis of een pleeggezin. Allemaal overplaatsingen waar je als kind niets in te kiezen hebt, niks van begrijpt en vaak ook niet of nauwelijks op voorbereid bent. De wereld voelde misschien niet veilig, je moest, zo klein als je was, op je hoede zijn, goed opletten en je eigen boontjes doppen. En dat is wat kinderen dan ook gaan doen om zich staande te houden, om te overleven.

vriendinnen

Therapie, wat is dat en hoe helpt het?

Als je tegen dingen aanloopt kan het soms goed zijn om met iemand hierover te praten. Vaak vinden mensen het moeilijk om hulp te vragen, of ze zijn bang dat anderen denken dat ze gek zijn als ze in therapie gaan. Het is ook best spannend, want je weet niet precies wat er gaat gebeuren, of het wel klikt met de therapeut en of het je wel helpt als je erheen gaat.

Je kunt dus met een therapeut praten, dat kan gaan over wat er vroeger met je gebeurd is, maar ook over heel andere dingen, hoe je in het leven staat, wat je belangrijk vindt, waar je gevoelig voor bent, wat je zou willen veranderen, etc. Je hebt daar natuurlijk zelf invloed op, niemand kan je dwingen om ergens over te praten, maar soms is het wel goed om het te proberen. Dat kan helpen omdat het je bijvoorbeeld oplucht, een beter beeld geeft over jezelf, of misschien leert het je een beetje anders over dingen te gaan denken en voelen. Het helpt bijvoorbeeld veel jongeren om zich zekerder over zichzelf te gaan voelen, lekkerder in hun vel te zitten, of beter met stress en emoties om te gaan.

In veel therapieën wordt niet alleen gepraat. Bij sommige therapieën doe je spelletjes, speel je toneel, of maak je tekeningen, soms schrijf je een verhaal, een songtekst, of een gedicht. In sommige soorten therapie is beweging heel belangrijk, bijvoorbeeld om letterlijk steviger te leren staan. Je doet dan bepaalde oefeningen of krijgt opdrachtjes mee om te oefenen. Er zijn ook mensen die het makkelijker vinden als de therapie via dieren plaatsvindt, zo kan er bij sommige praktijken gewerkt worden met honden, paarden of zelfs alpaca’s.

Het is belangrijk om iets te zoeken wat bij je past en waar je aan toe bent. Die keuze kun je niet alleen maken, daar heb je mensen voor nodig die je goed kennen en verstand hebben van het soort problemen waar je tegenaan loopt. Het kan informatief zijn om eens op websites te kijken, zonder al direct te moeten kiezen, gewoon om eens te ‘proeven’ wat er voor mogelijkheden zijn. Je kunt ook samen met iemand die jou goed kent een plussen-minnen lijst maken, waarmee je de voor- en nadelen van therapie eens concreet voor jezelf maakt. Of misschien heb je gewoon nog wat tijd nodig om erover na te denken? De vragen hieronder kunnen je misschien helpen om daar nog een stapje verder mee te komen:

Stel je gaat in therapie:

  • Wil je dan een man of een vrouw?
  • Wil je dan praten, of iets anders (doen)?
  • Wil je dan zelf erheen of met je ouder(s) samen?
  • Wat zou je zeker niet willen, wat is voor jou een rampscenario?
  • Wat zou voor jou het doel kunnen zijn? wat zou je ermee willen bereiken?
  • Welk positief effect hoop je dat de therapie zou kunnen hebben?
  • Wie of wat zou je kunnen helpen om het minder spannend te maken?

Roots en zoeken

Veel geadopteerden fantaseren wel eens  over hoe hun leven zou zijn geweest als ze in hun geboorteland zouden zijn gebleven of willen hun geboortefamilie heel graag gaan zoeken. Misschien ben je al eens met je adoptieouders naar je geboorteland terug geweest, of heb je de vindplek, het tehuis of je pleeggezin bezocht? Dan weet je al een klein beetje hoe het land en de mensen eruit zien, hoe ze klinken, hoe het er ruikt en misschien heb je ook al wat antwoorden op je vragen gekregen over hoe je leven was vóór je adoptie.

Je geboorteouders proberen te vinden is nog weer een stapje verder en ook wel spannender. Want wat als ze niet gevonden kunnen worden, of nog erger: als ze je niet willen ontmoeten? Of stel dat je ze ontmoet, maar het klikt niet, je hebt er geen gevoel bij? Of misschien verwachten ze dat je voor hen kunt zorgen? Misschien heb je broers of zussen. Als je ze niet probeert te vinden zul je het nooit weten. En dan kun je niet precies weten waarom je nou eigenlijk echt bent afgestaan en of ze nog wel aan je denken.

Wil je op zoek gaan naar jouw roots? Fiom kan je hierbij helpen. Wij maken gebruik van ons internationaal netwerk van partners, waaronder ook ISS. Fiom is de Nederlandse vertegenwoordiger van ISS, International Social Services, een internationale organisatie die zich bezig houdt met familiehereniging en kinderbescherming. In de aangesloten landen hebben we een contactpersoon en uitgebreidere zoekmogelijkheden. 

Meer informatie

Persoonlijk contact

Je kunt bij Fiom terecht met al je vragen en twijfels. Wij bieden een luisterend oor, geven tips en kunnen samen met jou kijken of en zo ja welke ondersteuning gewenst is. Wij kunnen je ook doorverwijzen.

Telefoon: 030 233 03 40 (keuze 3), ma t/m do 9.30- 12.30 uur (normale gesprekskosten). E-mail: nazorgadoptie@fiom.nl.

Lotgenoten contact

Er zijn verschillende organisatie voor geadopteerden. Hier kan je onder andere terecht voor contact met lotgenoten.

luisteren

Lees- en luistertips

La vida de podcast over adoptie.jpg

La Vida de podcast over adoptie (2021)

Wij zijn Yeny (37 jaar) en Desiree (38 jaar), twee vriendinnen geadopteerd uit Colombia. In onze podcast La Vida praten wij over alles wat met onze adoptie te maken heeft. Van onze struggles in onze jeugd tot aan nu. Wij vertellen over onze zoektochten en over het leven met biologische familie op afstand. Oftewel; het leven na de aftiteling.



Beluister podcast

Dit huis is een thuis.jpg

Dit huis is een thuis (2019)

Auteurs: Femmie Juffer, Lindy Popma

In 'Dit huis is een thuis' wordt aan de hand van 16 interviews een stem gegeven aan gekleurde jongeren die opgroeien bij witte adoptie- of pleegouders en zo samen een multicultureel adoptie- of pleeggezin vormen. Ze hebben verschillende culturele achtergronden (pleegzorg) en landen van herkomst (adoptie). In woord en beeld wordt zichtbaar gemaakt wie deze jongeren zijn en hoe zij zichzelf zien.



Bestellen

Daarheen en weer terug.jpg

Daarheen en weer terug (2023)

Auteur: Won Jin Choe


Dit boek is een verzameling van reisverslagen van Won Jin Choe. Hij gaat in oktober 2011 voor het eerst terug naar zijn geboorteland Zuid-Korea voor een rondreis met zijn adoptieouders en zus. In 2018 keert hij terug om zijn familie te ontmoeten. Hij neemt de lezers mee in zijn belevingen, ontdekkingen en ervaringen.



Bestellen

Thuis in twee landen.jpg

Thuis in twee landen (2018)

Auteur: Maureen Welscher


Steeds meer geadopteerden maken een rootsreis naar hun geboorteland. Om hun land te leren kennen maar vooral om hun biologische familie te ontmoeten. Hoe gaat het daarna verder? In Thuis in twee landen bundelt journalist en adoptiemoeder Maureen Welscher verhalen van geadopteerden en adoptieouders die vertellen over hun ervaringen ná de rootsreis.



Bestellen 

Dit ben ik 2.0.jpg

Dit ben ik 2.0

In Dit ben ik 2.0 lees je interviews van kinderen tussen 12 en 18 jaar die geadopteerd zijn. Zij hebben allerlei vragen beantwoord over hoe zij zichzelf zien, wat hun dromen zijn, waar zij het meest trots op zijn, wat hun ergste blunder was en meer. Ze vertellen hun verhaal. Ook over de adoptie en hoe zij daar tegenaan kijken. Ook kun je in dit boek zelf allerlei vragen beantwoorden. Het boek is verkrijgbaar bij Monique zelf.



Bestellen