Geadopteerd-zijn.
“Ik heb geen bewuste ervaringen mogen ontvangen of kunnen geven als zoon/dochter van mijn moeder…..
Ik heb geen ervaringen mogen ontvangen of kunnen geven
als zoon/dochter van mijn vader…..
Ik heb geen ervaringen mogen ontvangen of kunnen geven
als broer/zus van een zus, of zussen…..
Ik heb geen ervaringen mogen ontvangen of kunnen geven
als broer/zus van een broer, of broers…..
Ik heb geen ervaringen mogen ontvangen of kunnen geven
als neef/nicht van een nicht, of nichten…..
Ik heb geen ervaringen mogen ontvangen of kunnen geven
als neef/nicht van een neef, of neven…..
Ik heb geen ervaringen mogen ontvangen of kunnen geven
als oom/tante van een nicht, of nichten…..
Ik heb geen ervaringen mogen ontvangen of kunnen geven
als oom/tante van een neef, of neven…..
Kortom:
Ik ben geen zoon of dochter.
Ik ben geen broer of zus.
Ik ben geen neef of nicht.
Ik ben geen oom of tante.
Mijn ervaringen van deze “niet-ervaringen”,
vormen het hart van mijn identiteit,
vormen het hart van mijn leven.
Welhaast geen grond, onder mijn voeten …
Mijn eerste, echte familiaire ervaringen,
heb ik pas mogen ontvangen en kunnen geven,
bij de geboorte van ons eerste kind …
Enige grond, onder mijn voeten …”