Nathalie Schlattmann is klinisch psycholoog, psycho(trauma)therapeut en gezinstherapeut en is gespecialiseerd in het behandelen van (chronisch) getraumatiseerde kinderen/adolescenten en hun gezinnen. Tevens is zij trainer en supervisor TF-CBT en EMDR supervisor. 

Ondanks al haar expertise en ervaring merkte Nathalie dat er iets miste bij de behandeling van chronisch getraumatiseerde kinderen. De zoektocht die daaruit voortkwam heeft geleid tot de ontwikkeling van de methode IGT-K (Integratieve Gehechtheidsbevorderende Traumabehandeling voor Kinderen) in Nederland. 

Interview Nathalie Schlattmann

Kun je vertellen hoe die zoektocht begon?

“Ik was werkzaam bij het traumacentrum van De Bascule (nu Levvel). Frits Boer, destijds hoogleraar bij de Bascule, vond dat er naast EMDR een andere evidence-based behandelmethode moest komen. Toen hebben we TF-CBT (traumagerichte cognitieve gedragstherapie) naar Nederland gehaald. Na de reorganisatie van de Bascule viel het traumacentrum niet meer onder internaliserende stoornissen, maar onder gezinspsychiatrie en therapeutische gezinsverpleging, waardoor het type kinderen dat in behandeling kwam ook erg veranderde. Het waren veel vaker chronisch getraumatiseerde kinderen, waarbij behandeling met EMDR en TF-CBT niet altijd lukte, bijvoorbeeld als de kinderen heel vermijdend waren of heel gedysreguleerd. Dus kinderen die letterlijk onder je tafel gingen zitten, of die de hele kamer begonnen te verbouwen. 

Met name een casus met een pleeggezin is voor mij de aanleiding geweest om verder te gaan zoeken. Het jongetje in kwestie was zo angstig, dat elke toenadering richting het trauma ertoe leidde dat de tijger in hem loskwam. Na de sessie zag mijn behandelkamer er regelmatig uit alsof er een wervelwind doorheen was gegaan. Samen met pleegouders hebben we van alles geprobeerd, maar niets werkte. Heel frustrerend als je tegelijkertijd zo sterk voelt dat traumabehandeling echt nodig is. Toen stuitte ik op de Amerikaanse methode ‘Integrative Team Treatment for Attachment Trauma in Children’ van Debra Wesselmann. Ik verdiepte me erin en probeerde een van de technieken uit bij dat pleeggezin en toen dat iets deed wat nog niet eerder gelukt was dacht ik, net als destijds bij de ontdekking van EMDR: “dit is het!”

Wat was die techniek die toen het verschil maakte in jouw behandelkamer?

“Die techniek heet ‘Berichten van liefde’ en is eigenlijk heel eenvoudig. Je stelt als therapeut vragen aan de (pleeg/adoptie)ouder, in bijzijn van het kind, die boodschappen van liefde ontlokken. Wat pleeg- en adoptiekinderen natuurlijk met elkaar gemeen hebben is dat ze niet vanaf het prille begin een liefdevolle band met de (pleeg/adoptie)ouders hebben kunnen opbouwen. Vragen over de zwangerschap, geboorte of babytijd kun je dus niet gebruiken. De vragen die je wel kunt stellen gaan bijvoorbeeld over het eerste moment dat ouders en kind elkaar zagen, of over hun gemeenschappelijkheden.”

Wat gebeurde er toen je dat deed?

“Het jongetje voelde zich bij pleegvader het meest veilig, hij zat bij hem op schoot, die nabijheid kon hij van pleegvader inmiddels al verdragen. De liefdevolle antwoorden op de vragen die ik stelde maakten dat het jongetje ter plekke veranderde in een soort spinnend katje, hij zat pleegvader bijna kopjes te geven en kon er ook geen genoeg van krijgen. Dat was echt heel ontroerend. Het bleek dus eerst nodig om die liefde en veiligheid echt te ervaren en voelen, om uiteindelijk, met steun van de pleegvader, naar het trauma te kunnen gaan voor behandeling. Andere technieken uit deze methode die ik ook bij andere behandelingen uitprobeerde bleken ook heel effectief.”

En hoe heeft het zich toen verder ontwikkeld?

“Vanuit mijn enthousiasme en overtuiging dat we hier iets mee moesten, heb ik toen (zo’n 7 á 8 jaar geleden) een avond georganiseerd voor collega’s, waarbij ook de wetenschappelijke collega’s en de nieuwe hoogleraar (Ramon Lindauer) aanwezig waren. Gewoon bij iemand thuis was dat. Naast de presentatie van de resultaten van het beperkte onderzoek van Debra Wesselmann in de VS en mijn eigen ervaringen in de behandelkamer, heb ik hen ook enkele technieken zelf laten ervaren door de oefening ter plekke met hen te doen. Het enthousiasme sloeg over, mijn collega klinisch behandelaren gingen de online cursus van Debra Wesselmann volgen en gingen er ook mee werken. Toen postdoc onderzoeker en kinder- en jeugdpsychiater Irma Hein er ook brood in zag om er meer onderzoek naar te doen ging het echt lopen. Er kwam geld vrij voor de aanstelling van promovenda Mara van der Hoeven, er kwam een vertaalde oudergids ‘Integratief opvoeden’ , er werden mensen getraind en er werd een pilot gestart. Al doende bleek dat de methode zoals hij in de VS werd gebruikt niet 1-op-1 paste in de Nederlandse situatie, er waren aanpassingen en aanvullingen nodig. We hebben het Amerikaanse therapeuten boek volledig aangepast aan de Nederlandse situatie en verder uitgebreid. Dit IGT-K handboek voor therapeuten is net uitgekomen.”

Kun je iets over de aanpassingen vertellen die jullie gedaan hebben?

“Een paar voorbeelden: In Nederland is pleegzorg op een aantal fronten anders dan in de VS, waar veel kinderen vanuit pleegzorg geadopteerd worden. In Nederland zijn er meer overplaatsingen binnen pleegzorg en gaat het hooguit om perspectief biedende pleegplaatsingen. Ook is er meer contact met de biologische ouders dan bij pleeggezinnen in de VS, dus ook daar moesten we aanpassingen in doen. Een andere toevoeging die we gedaan hebben is gebruik van de EMDR  verhalenmethode, daar wordt in de VS anders mee gewerkt. 

In de VS wordt ook uitgegaan van een ander werkingsmechanisme van de EMDR (Adaptive Information Processing model), terwijl in Nederland meer de werkgeheugentheorie wordt aangehangen, wat dus eveneens enkele aanpassingen vergde. Verder hebben we de EMDR zoekstrategieën toegevoegd binnen de IGT-K. In ons handboek hebben we een aanvullend hoofdstuk geschreven waarin diagnostiek meer wordt uitgewerkt en ook wordt er beschreven hoe EMDR met de ouders zelf een goede voorbereiding kan zijn zodat zij als co-regulator kunnen functioneren in de fase van de traumabehandeling van hun kind.”

Kun je kort uitleggen wat IGT-K uniek maakt?

“Bij IGT-K integreren we twee belangrijke dingen:

  • Het brein met de verschillende hersenfuncties, door oefeningen en inzet van ouders/verzorgers/hechtingsfiguren als co-therapeut.
  • Therapieën, met als belangrijkste EMDR en gehechtheidsbevorderende systeemtherapie, maar ook met elementen vanuit Theraplay en DGT.

De therapie bestaat uit 3 fases. In de eerste fase wordt de ouders geleerd om integratief op te voeden, waardoor ze als co-therapeut kunnen functioneren. In de tweede fase wordt gewerkt aan de gehechtheidsrelatie en zelfregulatie van ouders en kind. Pas in de derde fase komt de traumaverwerking, met inzet van de ouder(s) als co-regulator. De behandeling is intensief, wordt gegeven door een koppel van een gezinstherapeut en een EMDR behandelaar en duurt ongeveer een jaar. Er zijn natuurlijk meer gecombineerde hechting-trauma behandelingen mogelijk, maar bij IGT-K is de samenhang binnen één protocol uitgewerkt en stap voor stap beschreven. Dat maakt het voor een therapeut makkelijker om te gebruiken en desgewenst op voort te borduren.”

Bij welke problematiek moet je denken aan behandeling met IGT-K?

“Bij kinderen waarbij directe traumabehandeling met EMDR of TF-CBT niet lukt. Vaak gaat het om gecombineerde klachten (bijvoorbeeld traumaklachten en gedragsproblemen/ gehechtheidsproblemen), waarvan de oorsprong van het trauma op het interrelationele vlak ligt. Bij adoptie- en pleegkinderen is dat natuurlijk vaak het geval, maar hoeft deze intensieve vorm van therapie niet persé nodig te zijn. Mijn droom is wel dat IGT-K, na de uitkomsten van het vervolgonderzoek dat nu loopt en training van nog veel meer therapeuten, beschikbaar wordt voor meer kinderen/gezinnen. Ook die waarvan al in een vroegtijdig stadium voorspeld kan worden dat de broodnodige traumaverwerking niet op de reguliere manier zal gaan werken.” 

Het is wel een heel intensieve therapie, wat vraagt het van ouders?

“Dat klopt, ouders moeten bereid zijn om gedurende een heel jaar aanwezig te zijn bij alle therapie sessies, soms twee keer per week. De eerste fase is zelfs alleen met de ouders, zonder het kind. In die drie maanden zien we al een grote verbetering in de gezinnen, terwijl we het kind nog niet eens rechtstreeks zelf behandelen. Enerzijds moeten de ouders er heel veel voor over hebben (en moet de lijdensdruk dus groot zijn), maar als ze al helemaal zijn opgebrand kunnen ze zo’n intensieve therapie soms niet meer opbrengen. Bekendheid en beschikbaarheid van deze therapievorm is dus belangrijk, zodat het op tijd kan worden ingezet.”

En hoe zit het met de motivatie van de kinderen? Juist als zij al verschillende (mislukte) therapieën achter de rug hebben zien ze vaak geen brood in wéér een therapie?

“Onze ervaring is dat kinderen gemotiveerd raken, juist doordat we eerst met hun ouders gaan werken. Zij zijn daarmee niet primair ‘het probleem’ en de verbeteringen die in de eerste fase in het gezin optreden geven al wat vertrouwen dat dit misschien wel kan werken. 

Een kind zat bij mij in het begin in de behandelkamer met zijn vingers in zijn oren te roepen: “Boeit me niet, boeit me niet”, maar hij was wel aanwezig bij de oefeningen die we met ouders deden en raakte zo langzamerhand geïnteresseerd. Een jongetje dat al heel veel teleurstellende therapieën en EMDR had gehad zei na een paar sessies, toen hij bij de deur stond: “dit werkt echt, he?” Hij heeft later op verzoek een geluidsopname gemaakt om een ander kind te motiveren. Hij zei daarin dat hij het eerst ook niet zag zitten, maar dat hij het toch gedaan had. Hij besloot zijn betoog met: ”Ga ’t gewoon doen, jooh…”

Zijn er mogelijkheden om getraind te worden als IGT-K therapeut?

“Het opleidingsprogramma start met het volgen van de online cursus van Debra Wesselmann voor EMDR- of gezinstherapeuten. Voor EMDR therapeuten levert dat ook punten op bij de VEN. Daarna kan dat vervolgd worden met de 3-daagse training die we bij de RINO geven. Aansluitend krijg je dan 12 supervisiesessies met mij, waarin een hele casus gevolgd wordt en nog 4 individuele supervisies, waarna je geregistreerd kunt worden als IGT-K therapeut. 

Waar kunnen geïnteresseerden informatie krijgen over de pilot en het vervolgonderzoek? 

“In dit filmpje wordt verteld over het pilot onderzoek en de eerste uitkomsten. Bij die pilot is samengewerkt met Accare, waar inmiddels ook IGT-K opgeleide professionals werken. Fonds Slachtofferhulp heeft een flinke subsidie toegekend voor vervolgonderzoek en daarmee zal de samenwerking worden uitgebreid met twee of drie andere GGZ instellingen, de Reinier van Arkel doet sinds kort al mee, waardoor er meer landelijke dekking zal komen. Het vervolgonderzoek zal zich gaan richten op een iets bredere en oudere doelgroep dan in de pilot. IGT-K in Nederland zal daarmee beschikbaar worden voor kinderen van 6-16 jaar. We hopen op een mooie verdere ontwikkeling.”

Meer weten?

Binnenkort te vinden op www.igtk.nl.