Sinds 21 mei 2024 is het niet meer mogelijk om in te schrijven voor een BKA nummer. Personen die voor deze datum een BKA nummer hebben ontvangen volgen voorlopig nog een bij wet vastgestelde adoptieprocedure. Deze procedure is gebaseerd op de uitgangspunten van het Haags Adoptieverdrag. De procedure verloopt in negen stappen: van het aanvragen van de beginseltoestemming tot het afhandelen van de formaliteiten nadat een adoptiekind in Nederland is aangekomen.
Van aanvraag tot beginseltoestemming
Van aanvraag tot beginseltoestemming
-
Indienen van de aanvraag en toelating tot de procedure
De adoptieprocedure begint met het aanvragen van een beginsteltoestemming. Fiom toetst of voldaan wordt aan de voorwaarden om toegelaten te worden tot de procedure. Deze staan in de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka). Iedere volwassene mag een adoptieprocedure starten. Het samen adopteren van een kind is alleen mogelijk voor gehuwden. In alle andere gevallen is sprake van een éénouder-adoptie (alleenaanvraag). De partner kan in een later stadium partneradoptie aanvragen. Verder mag de aanvrager(s) op het moment van aanmelding niet ouder zijn dan 45 jaar. Onder bepaalde omstandigheden kan een uitzondering gemaakt worden voor aanvragers van 46 jaar of ouder. Een aanvrager van 42 jaar en ouder komt alleen in aanmerking voor adoptie van kinderen die op het moment van voorstel twee jaar of ouder zijn. In het geval van een special need kind of bij een sibling kan hierop een uitzondering worden gemaakt.
- Meer informatie en aanvraagformulier
- Informatie over de adoptieprocedure voor (aspirant-)adoptieouders van 42 jaar en ouder
- Informatie over eenouderadoptie/alleenaanvraag
Bij aanmelding krijg je een BKA-nummer. BKA staat voor Buitenlands Kind ter Adoptie. Dit nummer bepaalt de volgorde van behandeling van de aanvragen. Je aanvraag wordt zo snel mogelijk bevestigd, afhankelijk van de drukte.
-
Informatiebijeenkomst
Na betaling van € 210,- volgt een uitnodiging voor een informatiebijeenkomst. Deze duurt drie uur en vindt overdag plaats in Houten. Je krijgt informatie over de adoptieprocedure en de adoptiepraktijk van de laatste jaren. Daarna is er ruimte voor vragen.
-
Voorlichtingsbijeenkomsten
Na afronding van de informatiebijeenkomst volgt een acceptgiro van € 1.385,- voor de vijf verplichte voorlichtingsbijeenkomsten. Het doel van deze bijeenkomsten is om aspirant-adoptieouders voldoende informatie te geven om een weloverwogen keuze te kunnen maken om al dan niet te adopteren. Er wordt aandacht besteed aan de thema’s die in adoptiegezinnen speciale aandacht verdienen. Dat zijn:
- de biologische ouders;
- de voorgeschiedenis van het kind;
- verlies en rouw;
- hechting, identiteit en loyaliteit;
- en wensen en grenzen rond het te adopteren kind.
Ook is er gelegenheid om met andere aspirant-adoptieouders van gedachten te wisselen.
-
Gezinsonderzoek
De Raad voor de Kinderbescherming adviseert de minister van Justitie en Veiligheid over het geven van de beginseltoestemming. Tijdens het gezinsonderzoek kijkt de Raad voor de Kinderbescherming naar de gezinssituatie en de wensen en beweegredenen om te adopteren. Doel van het onderzoek is zicht te krijgen op de geschiktheid om een adoptiekind op te voeden. Het onderzoek bestaat uit een aantal gesprekken. Het rapport en het advies worden met de aspirant-adoptieouders besproken. In de landen van herkomst wordt het gezinsrapport onder andere gebruikt om te bepalen welk gezin het meest geschikt is om een adoptiekind in te plaatsen.
-
Beginseltoestemming
Het ministerie van Justitie en Veiligheid besluit op basis van het gezinsrapport en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming om wel of geen beginseltoestemming te verlenen. Daarmee krijgen aspirant-adoptieouders al dan niet toestemming om een kind uit het buitenland te adopteren. De beginseltoestemming is vier jaar geldig en kan op verzoek, na een aanvullend gezinsonderzoek, voor vier jaar verlengd worden. Het hebben van een beginseltoestemming betekent niet dat aspirant-adoptieouders daarmee het recht op bemiddeling en adoptie krijgen.
Bemiddelingsfase
Bemiddelingsfase
-
Voorstel van een adoptiekind
Als de vergunninghouder, de Centrale Autoriteit en de instanties in het geboorteland van het kind tot de conclusie komen dat sprake is van een goede match, wordt het kind voorgesteld aan de aspirant-adoptieouders. Zij krijgen informatie over de leeftijd, het geslacht en eventuele bijzonderheden over de medische achtergrond van het kind. Als het voorstel wordt geaccepteerd, wordt er meer informatie vrijgegeven. Aspirant-adoptieouders krijgen enige bedenktijd om over het voorstel te beslissen.
-
Aankomst kind
Als de aspirant-adoptieouders het voorstel accepteren, moet er veel geregeld worden voordat zij kunnen afreizen om hun kind op te halen. Voordat een kind definitief tot Nederland wordt toegelaten, wordt nogmaals gecontroleerd of aan alle voorwaarden is voldaan en of alle papieren in orde zijn. Slechts vanuit enkele landen komen kinderen onder begeleiding naar Nederland. Bij kinderen die geadopteerd zijn uit landen die zijn aangesloten bij het Haags Adoptieverdrag, wordt de buitenlandse adoptie-uitspraak automatisch erkend. Dat betekent dat het kind ook direct Nederlander is. Bij adopties uit niet-verdragslanden moet een machtiging tot voorlopig verblijf worden afgegeven.
Formaliteiten als het kind in Nederland is
Formaliteiten als het kind in Nederland is
-
Aanmelden kind bij officiële instanties
Op het moment dat een adoptiekind in Nederland aankomt, moeten de nodige formaliteiten geregeld worden. Welke precies, is afhankelijk van het land waaruit geadopteerd is en de rechtsgeldigheid van de uitgesproken adoptie.
Aanmelden bij de gemeente
Wanneer sprake is van een adoptie uit een verdragsstaat en het kind is door de adoptie Nederlander geworden, moet het kind binnen vijf dagen na aankomst worden aangemeld bij de afdeling Bevolking van de gemeente waar de adoptieouders wonen. Een kind is door de adoptie Nederlander als tenminste één van de adoptiefouders Nederlander is en het gaat om een sterke adoptie.Wanneer sprake is van een zwakke adoptie of een adoptie uit een land dat geen partij is bij het Haags Adoptieverdrag of als geen van de adoptiefouders Nederlander is, komt het kind Nederland als vreemdeling binnen. Het kind heeft dan voor het verblijf in Nederland een verblijfsvergunning nodig.
Voor een buitenlands adoptiekind met een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) -plichtige nationaliteit moet een mvv-aanvraag worden ingediend terwijl het kind in het land van herkomst verblijft. Als de mvv-aanvraag wordt goedgekeurd kan het kind met de mvv naar Nederland reizen. Na binnenkomst in Nederland kan het kind, zodra zij een uitnodiging daarvoor van de IND hebben ontvangen, met zijn ouders zijn verblijfsdocument ophalen bij het IND-loket.
De mvv-plicht geldt niet voor onderdanen van Australië, Canada, Japan, Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten van Amerika, Zuid- Korea, Monaco, Vaticaanstad, Verenigd Koninkrijk. Voor deze adoptiekinderen kan de aanvraag voor een verblijfsvergunning schriftelijk bij de IND worden ingediend. Na het ophalen van het verblijfsdocument kan het kind worden ingeschreven in de BRP.
Als het adoptiekind de nationaliteit van een land van de EU, EER of Zwitserland heeft, dan is het kind een burger van de Unie en heeft het geen verblijfsvergunning nodig.
Indien van toepassing: aanvragen van gezag
Als in het land van herkomst geen adoptie-uitspraak heeft plaatsgevonden, moet na aankomst in Nederland bij het kantongerecht het gezag over het kind worden aangevraagd. Hiervoor dient een advocaat ingeschakeld te worden.Erkennen van de buitenlandse adoptie
Adopties uitgesproken in een land dat aangesloten is bij het Haags Adoptieverdrag, worden in Nederland automatisch erkend. Alleen bij adoptie uit een niet-verdragsland is erkenning door Nederlandse autoriteiten aan de orde. Hiervoor is een advocaat nodig. Als de adoptie correct is verlopen, is dit over het algemeen slechts een formaliteit. In de Wet Conflictenrecht Adoptie is vastgelegd aan welke voorwaarden voldaan moet worden om tot erkenning over te kunnen gaan.Indien van toepassing: adoptie naar Nederlands recht
In de meeste gevallen wordt in het land van herkomst een adoptieuitspraak gedaan die in Nederland via een juridische procedure erkend kan worden. In een beperkt aantal gevallen moet echter een andere actie ondernomen worden: adoptie naar Nederlands recht. Dit is nodig als het kind geadopteerd is uit een land waarvan het rechtssysteem niet eist dat de adoptie ter plekke wordt uitgesproken en in alle andere gevallen waarin de Wet Conflictenrecht Adoptie niet voorziet. Het gaat hierbij altijd om adopties uit landen die niet zijn aangesloten bij het Haags Adoptieverdrag.Adoptie naar Nederlands recht kan aangevraagd worden:
- door gehuwden en samenwonenden na een verzorgingstermijn van één jaar en een samenlevingsverband van drie jaar;
- bij adoptie door één persoon na een verzorgingstermijn van één jaar.
Indien van toepassing: aanvragen van partneradoptie
Wanneer het gaat om een individuele adoptie, maar er wel sprake is van een partner die het kind ook opvoedt, dan kan de partner het kind mede-adopteren. Dit kan als deze het kind ten minste één jaar aaneengesloten heeft verzorgd en opgevoed. Als de partner het kind adopteert, is sprake van stiefouderadoptie.