29/06/2017

Wat te doen, als je nog maar net thuis bent met je adoptiekinderen en het zo intensief is dat je twijfelt of het wel gaat lukken? De ouders uit deze casus hebben al een video-interactiebegeleidingstraject (VIB-G) bij Adoptievoorzieningen aangevraagd omdat ze weten dat hun kinderen heel veel hebben meegemaakt. De begeleiding thuis zal over enkele weken starten. De heftigheid van het gedrag van de kinderen vraagt echter om onmiddellijke hulp. Vader belt de advieslijn van Adoptievoorzieningen. Een nazorgmedewerker vertelt. 

Dag 1: “Het gaat grotendeels goed, maar er zijn wel moeilijke momenten”, zegt vader, terwijl hij met zijn twee adoptiezoons van 4 en 6 door het park loopt.  Ze zijn net een week in Nederland met de broertjes, die enerzijds genieten van alle nieuwe dingen en de aandacht, maar ook nog alle kanten op vliegen. Met regelmaat wordt de oudste overvallen door driftbuien. De kinderen hebben een sociaal belaste achtergrond waarin trauma een rol speelt. Vooral de oudste heeft enorme controlebehoefte. Zodra er iets moet of anders gaat dan hij wil, gaat hij compleet uit zijn dak. Alle spullen in huis, maar ook ouders zelf moeten het dan ontgelden; hij slaat, krabt, gooit, bijt en knijpt. Vader neemt hem dan mee naar een halletje in huis waar minder kapot kan en blijft bij hem totdat de storm wat gaat liggen. Vader bedenkt tijdens het telefoongesprek dat hij er wel een groot kussen kan neerleggen, zodat het een veilig en iets comfortabeler hoekje wordt om samen met hem af te koelen. Goed plan!
Ouders zijn op zoek naar een balans tussen duidelijkheid en flexibiliteit. We bespreken hoe je ongewenst gedrag kunt begrenzen zonder ‘nee’ te zeggen, door het speels om te buigen naar wat er wel kan of mag.
Dan moet vader ophangen, omdat hij de jongens moet begeleiden bij het oversteken.
De nazorgmedewerker belooft, in aanvulling op de al aangevraagde VIB-G op korte termijn een consultatiegesprek thuis te gaan regelen en daarover weer contact op te nemen.

Dag 2: De nazorgmedewerker belt om te vertellen dat de begeleiding binnenkort kan starten. Vader was al van plan geweest om ons te bellen, hij zegt: ”Het gaat hier helemaal de verkeerde kant op. ” Ook de jongste heeft nu buien waarin hij met spullen gooit en wel drie kwartier staat te brullen. De ouders zijn redelijk radeloos aan het worden. De bevestiging dat ze het heel goed doen, maar dat het ook loodzwaar voor ze is, lijkt wat rust te geven. Wat voor hen nu telt is: rust bewaren, volhouden en vertrouwen hebben dat er verbetering zal komen. Dát er verbetering komt, kan de nazorgmedewerker beloven, maar niet wanneer.

Het gesprek gaat over hoe ouders dit kunnen volhouden: hoe ze elkaar kunnen afwisselen en steunen, maar ook hoe ze kunnen bijtanken door hulptroepen in te schakelen. In crisistijd moet je roeien met de riemen die je hebt, dus luidt het advies: maak de kleine wereld maar even wat groter. Het is nu gewoon te zwaar om dit helemaal zelf te doen. Vader lijkt ietsje opgelucht en gaat in hun nabije netwerk dingen regelen.

Dag 3: In een e-mail sturen we een boekentip, waarin spelletjes staan die de hechting bevorderen. Contact, plezier en stabiliteit zijn nu belangrijk.

Dag 4: Vader beschrijft, als de nazorgmedewerker belt, de buien en het ontregelde gedrag van de oudste, maar klinkt er al rustiger onder. Het inlevingsvermogen van ouders maakt dat ze het gedrag van de jongens niet als persoonlijke afwijzing ervaren, maar kunnen koppelen aan wat hun kinderen allemaal hebben meegemaakt. Bovendien halen ouders energie uit de leuke en mooie momenten, die er gelukkig ook zijn. En zelfs in een crisismoment blijkt, als we dit samen aan de telefoon ‘ontleden’, een pareltje te zitten: Vader vertelt dat de oudste hem komt halen om te helpen bij de driftbui van zijn kleine broertje. Hij kopieert daarbij wat vader bij hem deed om hem veiligheid te bieden. Het prachtige begin van hechting: papa kan ons helpen, papa is mijn voorbeeld…. Dat geeft hoop op betere tijden.
Verder vertelt vader dat het gelukt is met de hulptroepen: Oma is komen helpen om op de achtergrond de dagelijkse, praktische dingen te verzorgen en ook vaders zus staat ingeroosterd voor als moeder een dagdeel weg moet. Ook dat geeft wat lucht.

Dag 7: Vader stuurt beeldmateriaal van thuis. Behalve heftige adoptierouw bij het jongetje ziet de nazorgmedewerker een hele geduldige en sensitieve moeder, die de driftbui samen met haar zoon op de vloer ‘uitzit’. In het telefonisch contact benoemt de nazorgwerker dit om de ouders te bevestigen. Op verzoek van ouders stuurt ze het filmpje naar de collega die bij hen thuis zal komen voor het consultatiegesprek en de video-interactiebegeleiding.
Vader vertelt dat er groei zichtbaar is. De jongens hebben lekker gespeeld met andere kinderen, het lijkt hen goed te doen. Ze hebben alvast op het schoolplein gekeken van de school waar ze na de schoolvakantie gaan beginnen. Het is zoeken naar een goede dosering, actie en rust, de wereld klein houden en soms iets groter maken.
De oudste vindt het soms moeilijk dat zijn broertje geniet van de nabijheid en fysiek contact met ouders. Zijn rol als verantwoordelijke grote broer valt dan misschien weg? We zoeken naar manieren die hem zouden kunnen helpen. Vaak werkt het goed om de zorg nog wat te delen, door het kind te vragen om even te helpen (“pak jij even de schoentjes van je broertje?”), zodat hij zich nuttig en belangrijk voelt. Door dat weer hardop te benoemen (“Kijk, je grote broer komt je schoenen brengen, dat is lief he?”) verbind je de kinderen met elkaar.

Dag 12: Er wordt weer met elkaar gebeld, ouders zien een stijgende lijn: ze hebben meer contact met de kinderen, er is minder (vaak en lang) agressie. Tijdens een driftbui richt de boosheid zich niet meer op ouders zelf. Ze beginnen het gevoel te krijgen dat ze de kinderen kunnen helpen om weer rustig te worden. Wat ze doen werkt, ze houden vol en krijgen er vertrouwen in.
Vader heeft inmiddels in overleg met zijn werkgever zijn verlof verlengd, zodat ouders langer samen voor hun jongens kunnen zorgen. Ze lijken een goed team.

Dag 14: Vader stuurt als voorbereiding op de begeleiding het dagboek dat ze bijhouden. De afspraken voor de start van de begeleiding zijn inmiddels gemaakt.
Ouders bieden voorspelbaarheid en structuur, maar zijn ook volgend en flexibel als het kan of nodig is. In alle communicatie valt op dat ze liefdevolle taal gebruiken en dwars door de heftige confrontaties heen de positieve eigenschappen van de jongens blijven zien. Onze feedback hierover sterkt hen.

Dag 19: De begeleiding start met een eerste huisbezoek. Daarna volgt een afspraak om een eerste video-opname te maken. De video-interactiebegeleider is vanaf nu het belangrijkste aanspreekpunt voor ouders, maar ook de nazorglijn kan altijd gebeld of gemaild worden.

Preventieve hulp, korte lijnen, traject op maat…fijn dat het zo kan.