Op heel jonge leeftijd hebben adoptiekinderen te maken gehad met verlies. Ook was er mogelijk sprake van verwaarlozing en ondervoeding. Deze moeilijke start maakt adoptiekinderen in de eerste jaren na aankomst kwetsbaar. Vaak zijn de gevolgen merkbaar in hun sociaal-emotionele, cognitieve en fysieke ontwikkeling. Juist deze, soms kwetsbare kinderen zijn erg geholpen met leerkrachten en begeleiders die rekening houden met zijn of haar achtergrond.

Vier kinderen op de grond klappen in hun handen

Kinderdagverblijf

Adoptiekinderen zijn in de eerste jaren na aankomst kwetsbaar. Ze zijn nog volop aan het wennen aan hun nieuwe gezin en omgeving. Als ze naar de kinderopvang gaan, is het belangrijk dat zij zich daar veilig gaan voelen. Dat vraagt extra aandacht voor het kind en een goede begeleiding. Niet alle adoptiekinderen reageren in de eerste jaren na aankomst even goed op kinderopvang. Dat ligt meestal niet aan de pedagogisch medewerksters of de organisatie, maar aan het feit dat het kind nog onvoldoende basisvertrouwen heeft om ontspannen te kunnen functioneren in een groep. Het kind wordt dan feitelijk overvraagd.

Veel adoptiekinderen zijn (nog) niet veilig gehecht als ze voor het eerst naar het kinderdagverblijf gaan. Het kan lastig zijn om onveilige gehechtheid te herkennen. Faalangstig, klampend, extreem teruggetrokken of te vrij gedrag kan verband houden met een (nog) onveilige gehechtheid. Als een kind zich meer dan normaal aan de volwassenen vastklampt of hen juist vermijdt, als hij vaak de clown uithangt, zich ongeremd gedraagt of geen echte vriendjes heeft, zegt hij eigenlijk: ‘Ik voel me nog angstig, onveilig en onzeker’. Het is dan goed om met de adoptieouders in gesprek te gaan en met elkaar te kijken of het kind zich wel veilig genoeg voelt. Ieder kind heeft immers zijn eigen voorgeschiedenis, ontwikkelingstempo, veerkracht en karakter.

Zo min mogelijk wisselingen

Adoptiekinderen hebben tijd nodig om een veilige gehechtheidrelatie met pedagogisch medewerkers op te bouwen. De kans dat dit lukt, wordt kleiner als er veel wisselingen zijn. Maar het is niet alleen een kwestie van tijd. Adoptiekinderen hebben doorgaans een sensitief responsieve pedagogisch medewerkster nodig die alert is op de soms nog verwarrende gevoelens en signalen van het kind. Het is wenselijk om een adoptiekind in de eerste periode te koppelen aan een vaste medewerker.

Wat kun je doen?

  • Benoem zaken en biedt duidelijkheid;
  • begeleid overgangen;
  • bied passende activiteiten;
  • sensitieve grondhouding;
  • houd contact met ouders.

Adoptiekind op de basisschool

Voor adoptiekinderen is het belangrijk dat school net als thuis een veilige plek wordt. Een schoolplaatsing van een adoptiekind dat pas kort in het gezin is, vraagt maatwerk en overleg tussen school, ouders, eventueel het zorgadviesteam en de leerplichtambtenaar. Ook kan er, als het wenselijk is, preventief adoptienazorg worden ingeschakeld.

Bij het intakegesprek op school is het zinvol om adoptiespecifieke onderwerpen te bespreken. Dit helpt om een reële inschatting te maken van de onderwijsbehoefte van het kind. Juist deze, soms kwetsbare leerlingen zijn erg geholpen met leerkrachten die rekening houden met zijn of haar achtergrond. 

Vragen die je kunt stellen

  • Wat is de voorgeschiedenis van het kind? Feit of vermoeden?
  • Had het kind bij aankomst een ontwikkelingsachterstand of een medisch probleem?
  • Is het kind eerder op een school of kinderdagverblijf geweest?
  • Hoe verloopt het hechtingsproces in het gezin?
  • Kan het kind zijn stress en emoties reguleren?
  • Zijn er gevoelens van verdriet, gemis en rouw bij ouders en/of kind die samenhangen met de adoptie?
  • Hoe beleeft het kind zijn of haar adoptie?
  • Is er contact met de biologische ouders, het kindertehuis of geboorteland?

Ouders kunnen tijdens de intake vertellen hoe het thuis met hun kind gaat. Sommige kinderen zijn in hun geboorteland al naar school geweest. Over het algemeen is het lastig om te voorspellen hoe het kind zal functioneren in nieuwe schoolsituatie.

Vaak wordt ervoor gekozen om te beginnen met een partieel onderwijsprogramma. Het opbouwen van een veilige gehechtheidsrelatie binnen het gezin heeft de eerste prioriteit, dat is het fundament voor de verdere ontwikkeling van een kind. Een rustige start op school met bijvoorbeeld halve schooldagen en een langzaam opbouwend wenschema verdient bijna altijd de voorkeur.