Ad loopt niet graag met zijn donorschap te koop. Hij vindt het nu toch belangrijk om zijn verhaal te doen, aangezien donoren de laatste tijd vooral negatief in het nieuws zijn. Ad doneerde om wensouders te helpen en toen hij begreep dat er donorkinderen zijn die behoefte hebben om te weten van wie ze afstammen, maakte hij zich meteen - in 1998 al - bekend bij de Stichting Landelijke Contactgroep KID (voorloper van Stichting Donorkind). Ad doneerde in 1980/81 in het Pieter Pauw Ziekenhuis in Wageningen nadat hij een oproep in het studentenblad van de universiteit van Wageningen had gezien. Ad kent inmiddels twee van zijn donorkinderen en ervaart dat als een verrijking.

Ik was net klaar met mijn studie en had net een baantje. Mijn partner Willemijn had al een vaste baan in Nijmegen. We waren toen net getrouwd. We twijfelden nog over wanneer we aan kinderen wilden beginnen. In een advertentie in het universiteitsblad stond een oproep wie er donor wilde zijn, dat ze hard opzoek waren naar donoren. Daar heb ik toen met mijn partner over gesproken. Zij kende een vriendin die een kinderwens had, wat niet lukte. Het zien van een kinderwens die niet vervuld kon worden, dat had mijn partner wel geraakt. Dus toen die oproep kwam hebben wij het erover gehad en besloten om daaraan mee te werken.

Ad: ''Toen ik stopte met doneren wilde ik eigenlijk ook wel weten wat het resultaat was en dat is mij nooit verteld. Dat is ook de reden dat ik vindbaar ben voor de mensen die mij zoeken voor hun achtergrond.''

Maatschappelijk betrokken
Wij hadden allebei een donorcodicil en in ons werk waren wij ook altijd maatschappelijk betrokken. Dus we zijn wel mensen die graag anderen willen helpen. De beslissing hebben we ook samen genomen. We zijn ook samen naar de voorlichtingsbijeenkomst geweest in het ziekenhuis.  
 
Toen ik ging doneren was ik niet bezig met waar mijn kinderen dan terecht zouden komen. Achteraf vind ik dat wel naïef. Je bent bezig met mensen helpen die een kinderwens hebben, die vraag stond centraal. Er werd toen ook duidelijk gebracht dat je geen relatie hebt met de wensouders. Het was voor mij geen voorwaarde dat het anoniem was, want als ik het nu nog een keer zou moeten doen had ik het gedaan. Alleen ik zou wel andere voorwaarden willen. Voor mij is het onbekend hoe veel donorkinderen ik heb. Toen ik stopte met doneren wilde ik eigenlijk ook wel weten wat het resultaat was en dat is mij nooit verteld. Dat is ook de reden dat ik vindbaar ben voor de mensen die mij zoeken voor hun achtergrond. Ik kan niks navragen aan dokter Loenersloot en heb geen donorcode. Toen mijn vrouw zelf zwanger was, ben ik gestopt met doneren. 

Ad: "Het elkaar in de ogen kijken was heel bijzonder. Mijn donorzoon was ook best geëmotioneerd door de lange zoektocht. Het raakte mij ook."

De informatiewens
Willemijn steunde me erin dat ik mij bekend maakte als donor. Dit bespraken we naar aanleiding van een aantal nieuwsprogramma’s over donorkinderen die vragen hadden over hun afkomst. In 1998 hebben wij al samen besloten dat als er ooit vragen komen, dat wij mensen daarbij willen helpen. Er was in de jaren negentig een stichting Landelijk Contactgroep Kids en daar heb ik toen contact mee gezocht. Daarvan had ik een brief gekregen waarbij ze wat informatie opvroegen en de gegevens zouden bewaren. Daar hebben wij heel lang niks van gehoord, totdat ik in 2011 een oproep kreeg van Fiom om me aan te melden in het register (later de KID-DNA Databank). Ik ben een van de eersten geweest die zich daar had ingeschreven. De informatiewens (net zoals kinderwens) waar ik graag bij wilde helpen zorgde ervoor dat ik me graag bekend wilde maken.  
 
Wij hebben samen een dochter gekregen en hebben met haar altijd open gesproken over mijn donaties. Dus zij weet al haar hele leven dat ik donor ben geweest. En zij heeft tot nu toe een halfbroer en halfzus erbij gekregen. Nadat ik was aangemeld bij de DNA-databank kreeg ik in januari 2022, dus pas na 11 jaar, een brief van Fiom. Daar stond een verzoek in om contact op te nemen. Mijn vrouw was inmiddels overleden en daarna ben ik hertrouwd met Toos. Toos had ik wel meegenomen in het donorverhaal, maar het ging pas leven en spelen op het moment dat die brief kwam. Ik heb telefonisch contact gehad met Fiom en zij vertelden dat er een donorzoon opzoek was naar mij. Vanaf toen zijn we begeleidt door Fiom, wat heel prettig was. Via Fiom hebben wij ons profiel uitgewisseld. Hierin staat wie je bent, wat je doet etc. en foto’s. Ook konden we aangeven dat we elkaar wilde ontmoeten. Die ontmoeting vond plaats bij Fiom op kantoor waar ik samen met mijn dochter naartoe ben gegaan. Het elkaar in de ogen kijken was heel bijzonder. Mijn donorzoon was ook best geëmotioneerd door de lange zoektocht. Het raakte mij ook erg.  

Ad: "Voor mij is het een verrijking geweest om mijn donorkinderen te ontmoeten en ik geniet daarvan."

Mijn donorzoon had een aantal vragen met betrekking tot een aantal fysieke kenmerken die hij niet bij zijn ouders kon plaatsen. Hij wilde weten of die via mijn familie te verklaren waren. Daarop heeft hij via MyHeritage een DNA-onderzoek laten doen. Uit dat onderzoek kwam meteen een match met een donorzus. Wij hebben toen afgesproken dat we het vervolgcontact via Fiom wilde laten verlopen. We wisten immers niet met welke reden zij zich had ingeschreven. Deze donorzus heeft zich toen ook bij Fiom ingeschreven. Zij was vanaf haar 17e al op zoek naar mij. Dus ze was wel op de hoogte van het feit dat ze donorkind is.  

Vaderlijke gevoelens 
Ik had in mijn profiel destijds beschreven dat ik geen vervangende vader kan zijn en dat ik dat ook niet zou willen. Maar dat als het klikt met elkaar, we vrienden kunnen worden en contact kunnen houden, dan is dat hartstikke leuk. We ervaren het allemaal als een verrijking. Het is wel vergelijkbaar met vader zijn, want er speelt toch een verantwoordelijk gevoel ondanks dat ze volwassen zijn. Dat zijn toch vaderlijke gevoelens die je koestert. Dat heb je dus toch wel. Terwijl ik helemaal geen concurrentie met de opvoedouders zie. Ik heb van zijn vader ook een hele mooie brief gekregen. Dat heeft heel veel voor mij betekent. Hij schreef mij waarom zij toen besloten hebben om van KI gebruik te maken en hij bedankte ons. En dat hij geraakt was door de gelijkenissen van zijn zoon en mijn dochter. In zoverre was dat voor mij ook een bewijs van ‘je hebt het goed gedaan’. Dat was destijds ook de reden dat ik gedoneerd heb.  

* Dit ervaringsverhaal is geschreven vanuit een persoonlijke ervaring, dit kan voor iedereen anders zijn.

Meer ervaringsverhalen

Wil jij jouw verhaal (anoniem) met anderen delen?

Stuur jouw verhaal in