12/2/2025
UMC Utrecht kwam onlangs met het nieuws naar buiten dat zij stoppen met het gebruik van zaad van buitenlandse donoren, zoals uit Denemarken. Ze doen dit om ervoor te zorgen dat kinderen later eenvoudiger achter hun ontstaansgeschiedenis kunnen komen. In dit bericht reageren we vanuit onze expertise op dit nieuws.
Fiom vindt het een goede ontwikkeling dat het UMC Utrecht geen gebruik meer maakt van buitenlandse donoren en alleen nog met Nederlands donorzaad wil werken. Het gebruik van buitenlands donorzaad heeft nadelen voor donorkinderen:
- Veel kinderen van één donor: Buitenlandse spermabanken, zoals die in Denemarken, sturen zaad naar veel landen. Hierdoor kan één donor wereldwijd honderden kinderen hebben. In Nederland mag het sperma van één donor gebruikt worden voor maximaal 12 gezinnen, wat over het algemeen resulteert in zo’n 25 nakomelingen per donor. Deense spermabanken houden zich per land aan de geldende richtlijn, maar doordat zij zaad exporteren naar verschillende landen over de hele wereld, kan het aantal oplopen tot honderden nakomelingen per donor.
- Er is behoefte aan internationale regelgeving: Er is geen internationale wetgeving om te voorkomen dat een donor wereldwijd wordt ingezet en honderden nakomelingen kan krijgen. Per land houden ze zich aan het aldaar afgesproken maximumaantal kinderen of moedercodes per donor. De regels verschillen echter per land en er zijn ook landen waar geen limiet geldt.
- Gevolgen voor donorkinderen: Door gebrek aan toezicht en transparantie, de onzekerheid die er is over het later kunnen traceren van donoren en de grote aantallen halfbroers en -zussen wereldwijd kunnen donorkinderen problemen ervaren. En mocht een donorkind wel in contact komen met donor of halfbroers en -zussen dan zorgen verschillen in taal en cultuur voor extra uitdaging.
Door het stoppen met buitenlands donorzaad ontstaan wachtlijsten. Hoewel dit niet prettig is voor wensouders op de korte termijn, is het ‘wachten’ op Nederlands donorzaad wel beter voor het donorkind en wensouder. Wensouders weten dan dat alles goed geregeld is voor het kind en dat zij hun donor kunnen achterhalen en afstammingsinformatie terug kunnen halen. Fiom ondersteunt de oproep van het UMC Utrecht aan Nederlandse jonge mannen om zich aan te melden als donor om op deze wijze wensouders te helpen bij het vervullen van hun kinderwens. Mochten ouders wel gebruik willen maken van buitenlands donorzaad dan vindt Fiom het belangrijk dat zij goede voorlichting ontvangen over wat deze keuze voor hun kind betekent.