20/06/2023

Minister Kuipers (VWS) is van plan om de leeftijdsgrenzen in de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting te laten vervallen. Hij schrijft dat in de Kamerbrief van 20 juni waarin hij zijn reactie geeft op het onderzoeksrapport ‘Zorgvuldigheid in de omgang met leeftijdsgrenzen in de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting’. De minister wil dit jaar eerst meer duidelijkheid krijgen over een aantal zaken die goed geregeld moeten worden als de leeftijdsgrenzen vervallen. Vóór de zomer van 2024 zal het conceptwetsvoorstel in consultatie gaan en kan men hierop reageren. 

tweede_kamer.jpeg

Geen onderbouwing voor huidige leeftijdsgrens  

Op dit moment kan een donorkind van 16 jaar of ouder, een aanvraag doen bij de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting (Sdkb) voor de persoonsidentificerende gegevens van de donor. Uit het onderzoek naar leeftijdsgrenzen komt naar voren dat er geen onderbouwing is voor de huidige leeftijdsgrens van 16 jaar. Ook is er geen algemeen passende leeftijdsgrens waarop donorkinderen kunnen beslissen of ze de persoonsidentificerende gegevens van de donor willen ontvangen. De onderzoekers stellen dat de verantwoordelijkheid voor (de belangen van) donorkinderen primair ligt bij de ouders en minder bij de overheid. Ouders kunnen het beste inschatten op welk moment hun kind behoefte heeft aan bepaalde informatie. De minister is het hiermee eens. Na alle informatie en gesprekken met betrokkenen wil hij de leeftijdsgrens van 16 jaar loslaten. Donorkinderen kunnen daardoor in de toekomst vanaf elke leeftijd beschikken over de persoonsidentificerende gegevens van de donor. 

Consequenties voor alle betrokkenen 

De minister wil zorgvuldig omgaan met deze wetswijziging. Het laten vervallen van de leeftijdsgrens van 16 jaar heeft consequenties voor alle betrokkenen. Zij zullen zich daar goed op moeten kunnen voorbereiden. Het gaat onder andere om het aanpassen van informatie en voorlichting. Ook zal de werkwijze en de begeleiding bij het verstrekken van persoonsidentificerende gegevens van de donor aangepast moeten worden. Er moet er antwoord komen op de vraag of ouders de persoonsidentificerende gegevens van de donor al kunnen opvragen als hun kinderen nog jong zijn. Duidelijk moet worden wat het vervallen van de leeftijdgrens betekent voor het benaderen van halfbroers en halfzussen. Het eerder bekend worden kan tot meer invloed op het (gezins)leven van de donor leiden dan nu het geval is. De begeleiding voor donorkinderen, wensouders en donoren zal veranderen. In de eerstvolgende wetsevaluatie wordt meegenomen hoe deze begeleiding verloopt. 

Punt van aandacht  

De minister noemt dat in de praktijk blijkt dat er regelmatig verwarring is over waar een donorkind nu precies recht op heeft. De Wdkb waarborgt dat donorkinderen gegevens over de identiteit van de donor kunnen opvragen. De wet zegt niets over het recht op een ontmoeting met de donor. Deze twee punten lijken niet altijd los van elkaar te worden gezien. Het laten vervallen van de leeftijdsgrens van 16 jaar betekent niet dat er automatisch contact zal zijn tussen donorkind en donor. De donor is hiertoe immers niet verplicht. Bij Fiom zien we dat veel donoren hier gelukkig wel toe bereid zijn.