Er zijn in Nederland naar schatting 40.000 donorkinderen verwekt met anoniem donorzaad in Nederland. Stichting Donorkind schat dat 80 tot 90% van deze donorkinderen niet weet dat ze donorkind zijn, ook niet als ze al volwassen zijn. Het niet weten kan een grote impact hebben. Het verhaal over hun ontstaan is een familiegeheim gebleven. Veel ouders vinden het lastig om dit geheim te delen met hun kinderen. Fiom start samen met ‘Stichting Donorkind’, ‘Donorconceptie.nl’ en de podcasts ‘De Kwak Kwaakt’ en ‘DNAzaten’ de campagne ‘Nu het nog kan’ om zoveel mogelijk ouders van donorkinderen te informeren dat openheid belangrijk is, zodat zij hun kinderen vertellen over hun ontstaansgeschiedenis. Deze campagne zal de hele maand november actief gepromoot worden.

Hoe is dit geheim ontstaan? 

In de tijd dat ouders van volwassen donorkinderen gebruikmaakten van vruchtbaarheidsbehandelingen, was het gebruikelijk om hier met niemand over te spreken. Artsen adviseerden met klem om de kinderen niet in te lichten over hun ontstaansgeschiedenis. Donoren waren anoniem en niet te achterhalen. Het heersende idee was dat als donorkinderen niet op de hoogte waren, er ook geen problemen zouden ontstaan. Inmiddels heeft de tijd dit idee ingehaald. In de maatschappij werd het recht om te weten van wie je afstamt steeds belangrijker. Sinds juni 2004 is wettelijk bepaald dat donoren in Nederland niet meer anoniem mogen zijn. Daarnaast wordt ouders aangeraden om zo vroeg mogelijk hun kinderen in te lichten over hun ontstaansgeschiedenis. Helaas zijn er nog veel (volwassen) donorkinderen die niet weten dat ze met donorzaad verwekt zijn.

Het recht om te weten wat je afkomst is 

“Het is een mensenrecht om te weten wat je afkomst is. Daarnaast is het belangrijk met het oog op medische informatie en om te voorkomen dat halfbroers en -zussen een relatie krijgen,” zegt Janneke Maas, beleidsmedewerker bij Fiom, de overheidsinstelling die helpt bij afstammingsvraagstukken. 

Wanneer er openheid wordt gegeven, ervaren veel donorkinderen opluchting en het gevoel dat ze opeens bepaalde dingen begrijpen. Natuurlijk zijn er ook gevoelens van verwarring en vraagtekens. Hoe iemand hiermee omgaat, verschilt per persoon. 'We zien dat er zelf per ongeluk achter komen, vaak nadelig is voor de relatie tussen ouder en kind en het zelfbeeld van een (volwassen) kind,' zegt Ties van der Meer, voorzitter van Stichting Donorkind. 

Nu het nog kan 

Fiom wijst erop dat het nooit te laat is om een kind te vertellen over diens ontstaansgeschiedenis. Een kind vertellen over donorconceptie is spannend en vraagt moed. Een ouder loopt er misschien al langere tijd mee rond en het geheim drukt zwaar op de ouder. Of een ouder heeft nooit beseft dat openheid belangrijk is.  

Elien, moeder van twee donorkinderen, vertelt over haar ervaring: “Ik ben enorm opgelucht dat ik het heb verteld. De luiken gingen open, het contact tussen ons is goed gebleven. Ik ben zo blij dat de onbekende kant van mijn kinderen bekend is geworden. Mijn zoon en dochter hebben allebei hun donorfamilie gevonden. Ik heb hun donorfamilie ook ontmoet. Het is net alsof ik mijn kinderen nu vollediger ken.”  

Op https://fiom.nl/nuhetnogkan delen Fiom, Stichting Donorkind en donorconceptie.nl gesprekstips en ervaringsverhalen. Ook is er een telefoonnummer beschikbaar dat gebeld kan worden voor een luisterend oor, advies en of doorverwijzingen.