Fiom onderzocht wat het betekent om meerdere donor halfbroers en -zussen* te vinden en te ontmoeten. In het onderzoek zijn 19 deelnemers gevraagd naar hun ervaringen uit vijf verschillende donor halfbroer en -zus groepen. 

De resultaten van het onderzoek zijn op de volgende manieren gedeeld:

*disclaimer woordgebruik: Donorverwant? Halfzus? Halfje? Welke woorden gebruik je? In het Nederlands hebben we geen passende woorden voor de nieuwe verwantschapsrelaties die ontstaan door donorconceptie. Zo wordt het woord donorkinderen ook gebruikt als het gaat over volwassenen. En er is geen geschikt woord voor donor halfbroers en -zussen. Wanneer je broers en zussen hebt, groei je meestal met elkaar op. Je deelt dan vanaf je geboorte het gezinsleven. Een groot verschil dus met donor halfbroers en –zussen die je vaak pas ontmoet als je ouder bent. Je deelt nog geen ervaringen. Iedereen gebruikt eigen woorden voor deze nieuwe relaties en wijst eigen betekenis en gevoelens aan deze woorden toe. Dat betekent dat twee personen hetzelfde woord kunnen gebruiken, maar bij dat woord hele andere associaties hebben. We zijn ons bewust van de beperkingen van de gekozen woorden in ons artikel.