06/07/2022

Op 6 juli 2022 presenteerde de externe onderzoekscommissie haar resultaten in het onderzoek naar de fertiliteitspraktijk van gynaecoloog Jos Beek in het voormalig Elisabeth Ziekenhuis in Leiden. De belangrijkste conclusies van het onderzoek zijn dat Beek betrokken was bij KID-behandelingen van 1973 tot tenminste 1990. In deze periode heeft hij alleen zijn eigen sperma gebruikt bij KID-behandelingen; er werden geen spermadonoren gebruikt. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat Beek zijn eigen sperma heeft gebruikt als afgesproken was om sperma van de wensouder te gebruiken. Ook blijkt dat Beek drager was van een zeldzame erfelijke aandoening. Op dit moment is bekend dat Beek 41 kinderen verwekt heeft met zijn eigen sperma. Dit aantal kan nog toenemen.

Het onderzoek laat zien dat Jos Beek solistisch te werk ging. Eerder werd aangenomen dat de fertiliteitspraktijk in 1986 was overgedragen, maar dit blijkt onjuist te zijn. Beek heeft de inseminaties met eigen sperma tenminste tot 1990 doorgezet. In het onderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden dat Beek eigen sperma heeft gebruikt als afgesproken was zaad van de wensvader te gebruiken. Tot nu toe zijn er 41 kinderen bekend, het oudste kind is geboren in 1975 en het jongste kind in 1990.

Zeldzaam erfelijk gen

De commissie heeft geconstateerd dat Dr. Beek drager was van een zeldzame erfelijke aandoening die tot uiting kan komen als de moeder ook drager is van dit gen. De betrokken kinderen en ouders zijn hier door Alrijne, met behulp van een klinisch geneticus (erfelijkheidsarts), direct over geïnformeerd. Alrijne geeft aan dat het voor kinderen van belang is om dit te weten en roept ouders en kinderen nogmaals op om zich te melden als zij onder behandeling zijn geweest. 

Aanbevelingen

In het rapport worden aanbevelingen gepresenteerd met als doel om beter de weg te wijzen aan donorkinderen. Zo pleit de commissie voor het organiseren van meer landelijke nazorg met specifieke expertise. Tevens wordt het belang benadrukt om drempels te verlagen om informatie rondom een donorvader te vinden. Tenslotte is er de aanbeveling voor Alrijne om actief op zoek te gaan naar mogelijke betrokkenen nu blijkt dat Beek zijn praktijk langer heeft gehad dan aanvankelijk werd aangenomen.

Reactie Alrijne

De betrokkenheid van Alrijne ligt in de eerste plaats bij de kinderen en hun ouders. Alrijne uit bewondering voor betrokkenen en spreekt haar dankbaarheid uit over de samenwerking in het afgelopen jaar. Alrijne steunt de aanbevelingen van de commissie en probeert nog meer betrokkenen te bereiken. Samen met de kinderen en hun ouders willen zij een volgende stap op dit pad zetten.

Fiom

Fiom verwacht dat de groep van donorkinderen verwant aan Beek verder zal groeien. Fiom pleit voor openheid rondom het thema donorconceptie. We adviseren ouders die Beek hebben ingeschakeld bij het zwanger worden om in gesprek te gaan met hun kind over wat er nu speelt. Kinderen hebben het recht om dit te weten. Als kinderen op de hoogte zijn kunnen zij zelf de afweging maken of zij vervolgstappen willen zetten naar meer informatie over hun afstamming. 

In gesprek met je kind

We begrijpen dat het lastig kan zijn om hier met je kind over te praten. Je kunt met ons contact opnemen via 088 126 49 72 en donorconceptie@fiom.nl. Eén van onze medewerkers kan je vragen beantwoorden en tips geven hoe je dit kunt bespreken met je kind. 

Jos Beek was de behandeld arts, wat nu?

Denk je mogelijk af te stammen van dr. Jos Beek of ben jij een ouder die behandeld is door dr. Jos Beek? Hier kun je lezen welke stappen je kunt zetten.