Over DNAzaten

DNAzaten is de podcast van Jelmer en Juul, donorkinderen van gynaecoloog Jan Wildschut die in de jaren tachtig en negentig zijn eigen zaad gebruikte bij vruchtbaarheidsbehandelingen. Jelmer en Juul begonnen de podcasts om op deze manier hun halfbroers en -zussen te leren kennen. Dit is nu uitgegroeid tot een podcast voor en door donorkinderen en ouders van donorkinderen. Ze hebben inmiddels meer dan vijftig halfbroers en -zussen. 

Luister hier de podcast - Verhaal van Peter

De zoon van opvoedvader Peter ontdekt in de pubertijd zelf dat hij een donorkind is. Peter voelt zich schuldig over het niet vertellen, maar tegelijkertijd valt er ook een last van zijn schouders.

Ik wil graag mijn verhaal kwijt als een soort uitlaatklep, mede ook voor mijn zoon die er wel open voor uitkomt. Ik hoop te bereiken dat mensen die in dezelfde situatie verkeren inzien dat ze best wat opener kunnen zijn naar hun kinderen toe. Ik wil dat ze op jongere leeftijd bekendmaken aan hun kind hoe het allemaal in elkaar zit. Het is namelijk echt een heftige gebeurtenis. Ik draag dag en nacht een bedeltje met twee melktandjes van mijn kinderen bij me. Dat is iets heel persoonlijks van hun wat ik bij me mag dragen. Ik ben niet hun biologische vader, maar zo heb ik geprobeerd om er vorm aan te geven. 

Peter: “Een kinderwens betekent voor mij niet dat een kind je bezit is, maar dat het je leven verrijkt. Daar groei je persoonlijk ook van.” 

Begint bij een kinderwens 
Voor ons begon het als gelukkig stel dat samen iets probeerde op te bouwen. We hadden een kinderwens. Uiteindelijk kwamen we er achter dat het niet lukte en zijn we bij een gynaecoloog terecht gekomen. Een kinderwens betekent voor mij niet dat een kind je bezit is, maar dat het je leven verrijkt. Daar groei je persoonlijk ook van. 

De optie kunstmatige inseminatie via een donor lijkt op dat moment het meest simpel. Daarbij kwam dat in de jaren 80 nog advies werd gegeven om het vooral niet te vertellen, om het zo logisch mogelijk te houden voor de omgeving. Via onze huisarts zijn we doorverwezen naar dokter Jan Wildschut in Zwolle. Voor zover ik me nog kan herinneren hebben we daar een fijn eerste gesprek gehad. Wel vertelde hij dat het beter was om het niet te vertellen, aangezien het kind dan misschien op zoek zou gaan naar zijn biologische vader. Daar kon hij niet bij helpen, omdat er anoniem gedoneerd werd in die tijd. Als je niks verteld voorkom je al die problemen, dachten ze toen. 

Peter: ‘’Dan kies je daarvoor en dan denk je niet zo gauw aan wat de gevolgen daarvan zouden kunnen zijn voor het kind.’’ 

Het proces 
Het is in de basis best wel iets egoïstisch, vind ik. Want je kiest voor jezelf, voor verrijking van je eigen leven, voor groei. Dan denk je niet zo gauw aan wat de gevolgen daarvan zouden kunnen zijn voor het kind. Dat heeft gewoon geen idee van wie de helft van zijn afkomst afkomstig is. Het speelt natuurlijk mee dat je niet de biologische vader bent, maar staat daar niet vaak bij stil. De hele zwangerschap hebben we meegemaakt. Je hebt de geboorte meegemaakt. Je hebt je kind meegenomen naar het consultatiebureau, naar school en de kinderopvang gebracht. Dan voel je je toch gewoon vader. 

Je denkt er niet dagelijks over na. Je wordt er af en toe mee geconfronteerd als een kind aankomt met een formulier met de bekende vragen of er bepaalde ziektebeelden in je familie zijn. Op dat soort momenten denk je, dat weten we dus niet. Ik had wel een soort testament opgesteld waarin stond dat mijn kinderen wel op de hoogte gebracht moesten worden, mocht er iets gebeuren. Mijn zoon is er ook op die manier achter gekomen: hij moest voor school een werkstuk schrijven en had mijn computer nodig. Zat hij ineens met dat document voor zijn neus. 

Peter: ‘’Ik voelde me schuldig tegenover hem, maar tegelijkertijd viel er ook een last van mijn schouders.’’ 

Moment van vertellen 
Toen ik ging scheiden van mijn vrouw, vond ik dat ik het ze het beste kon vertellen. Om ze in bescherming te nemen tegen de boosheid die er was en om te voorkomen dat ze dan van een ander moeten horen dat ik niet hun biologische vader was. Ik had me voorgenomen om het ze op een bepaalde manier te vertellen en toen hoorde ik ineens dat hij het al wist. Hij had er al twee jaar mee rond gelopen. Hoe heb ik hem hier mee kunnen belasten? Ik realiseerde me toen ook ineens dat het voor mijzelf ook een last is geweest waar ik mee rond heb gelopen. Ik voelde me schuldig tegenover hem, maar tegelijkertijd viel er ook een last van mijn schouders. 

Ik schrok er echt van dat hij er al twee jaar mee had rondgelopen. Hij zat net in de pubertijd en dan zit je midden in het proces om je identiteit te vormen. Wie ben ik? Ik ken mijn zoon wat dat betreft goed genoeg, hij denkt daar heel diep over na. Op het moment dat ik het hun vertelde ging het gesprek in mijn herinnering helemaal niet zo diep. Het leek niet alsof hij mij meteen heel veel vragen wilde stellen. Hij is naar huis gegaan en heeft contact gezocht met de kliniek, maar die zeiden in eerste instantie dat ze niks konden doen vanwege de anonimiteit destijds.

Peter: ‘’Ik denk dat het veel beter is om het eerder te weten.’’ 

De familie wist het wel 
Mijn directe familie was op de hoogte van mijn vruchtbaarheidsproblemen, dus die wisten meer dan mijn eigen kinderen. Ik heb later begrepen dat er toch een kleine drempel was. Mijn ouders waren er allemaal niet zo voor. Mijn kinderen zijn nooit vergeten met Sinterklaas of met verjaardagen, maar ik heb wel altijd gevoeld dat er een drempel was. En ik heb ook later pas vernomen van ze dat ze dat altijd wel gevoeld hebben, daar schrok ik wel van. Een kind voelt echt meer dan dat ik dacht op dat moment. Ik denk dat als je je kinderen opvoedt, ze ook gewoon heel veel dingen van jou overnemen. En natuurlijk van de moeder, want dat die is dan wel de biologische moeder. Maar ik denk dat ze in opvoeding ook vaak wat van de vader overnemen. 

Peter: ‘‘Ik ben er inmiddels wel erachter gekomen dat geheimen altijd een keer uitkomen.’’ 

Ik heb altijd gezegd, al tegen mijn vrouw destijds, mochten we het hem ooit vertellen en hij besluit op zoek te willen gaan, dat ik hem zou helpen bij zijn zoektocht. Ik doe alles om hem te helpen. Ik heb nooit de angst gehad dat ze mij dan niet meer als vader zouden zien. Desondanks kan een kind natuurlijk zelf bepalen hoe het ergens op reageert. Ik denk ook dat het veel beter is om het eerder te vertellen. Je kan een kind van 6 à 7 jaar best wel vertellen hoe het bij papa en mama is gegaan. Daar heeft een dokter bij geholpen en dan ga je de uitleg geven die een kind op dat moment aankan. Het kind vraagt verder vaak niet zo heel ver door. De vragen komen vaak later pas. 

Een kind groeit daar langzamerhand mee op en dan kan je er ook vrijer over praten. Terwijl het bij ons een geheim was. Ik ben er inmiddels wel erachter gekomen dat geheimen altijd een keer uitkomen. Je hoort vaak wel dat er op een sterfbed in één keer een verhaal naar voren komt, waar de hele familie van staat te kijken. Het komt ooit eens een keer uit en zeker met de technieken van tegenwoordig.

* Wegens privacy is er gekozen voor de naam Peter, maar dit is niet zijn echte naam. Dit ervaringsverhaal is geschreven vanuit een persoonlijke ervaring, dit kan voor iedereen anders zijn. 

Meer ervaringsverhalen

Wil jij jouw verhaal (anoniem) met anderen delen?

Stuur jouw verhaal in