Links zit een vrouw in een stoel en rechts zit een man in een stoel

De onderzoekers hebben 25 diepte-interviews gehouden met niet-anonieme spermadonoren die tussen 1989 en 2014 donor zijn geweest bij het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde in het Academisch Medisch Centrum Amsterdam. Er is onderzocht hoe de donoren denken over psychosociale begeleiding. 

Lees het onderzoek

Samenvatting
De donoren gaven aan dat ze waarde hechten aan psychosociale begeleiding in het voortraject van de donatie, om zaken te bespreken zoals de emotionele gevolgen van de donatie, het bespreken van de donatie met hun sociale omgeving, het mogelijke contact met donorkinderen in de toekomst en de regelgeving rondom donatie. Tijdens de interviews kwam naar voren dat donoren vinden dat in het voortraject besproken zou moeten worden dat donoren zich moeten realiseren dat ze door hun sperma te doneren ze een langdurende overeenkomst aangaan.

Ze willen ook dat er besproken wordt dat de mogelijkheid bestaat dat in hun sociale omgeving mensen onvruchtbaar kunnen zijn en er een kleine kans is bekenden met hun sperma worden behandeld. In de jaren na de donatie willen ze vooral weten hoeveel kinderen er worden geboren en geven ze aan verder geen behoefte te hebben aan begeleiding. Toch bleek uit het onderzoek dat de donoren zich regelmatig afvragen hoe het is gesteld met het welzijn van de donorkinderen. Daarnaast hebben de donoren behoefte aan psychosociale begeleiding op het moment dat donorkinderen daadwerkelijk contact zoeken en verwachten ze deze ook te krijgen.