Rondom donorconceptie zijn veel mensen betrokken. Het donorkind zelf, de donor en de ouders van het donorkind. Je kunt bij Fiom terecht voor meer informatie over openheid, zoeken via de Fiom KID-DNA Databank of internationale DNA-databanken en in contact komen met elkaar. Vandaag vertelt Fred, hulpverlener op het gebied van donorkinderen en donoren bij Fiom, hoe een week eruit ziet.

Wat voor werk doe jij bij Fiom?
Als hulpverlener op het gebied van donorkinderen en donoren heb ik volgens mij een van de leukste en meest interessante banen die er zijn. De meeste tijd gaat zitten in het begeleiden van het contact met elkaar. Maar ook mag ik af en toe iets over Fiom vertellen tijdens een bijeenkomst of bij een uitzending op radio of tv. Ook was ik betrokken bij de gesprekken en contacten met enkele klinieken die openheid gaven omdat een oud gynaecoloog zijn eigen zaad had gebruikt bij de behandeling van vrouwen.

Hoe ziet jouw werkweek eruit?
Die kan ik het beste omschrijven als onvoorspelbaar en daardoor zo leuk. Ik heb veel vrijheid, maar natuurlijk niet altijd. Soms zijn het hele lange dagen, zeker nadat afgelopen jaar een ziekenhuis openheid gaf over een arts die in het verleden had gedoneerd. Ik heb veel contacten met de daardoor verwekte kinderen en, met de kliniek, ook bijeenkomsten in de avond. Voor mij wel dé ultieme momenten omdat het belang van de kinderen ook werd gezien door dat ziekenhuis.

Dag 1

Eigenlijk nog een vakantiedag, maar na bijna drie weken vrij staat een overleg gepland. Goed om een situatie in te brengen die me bezig houdt en om aan te scherpen met mijn collega’s. Leuk om ze ook weer even te zien via videobellen, het is een warm en steunend team en daar voel ik me rijk mee. Dan even kijken of er veel mail is gekomen in de vakantie en de oudste beantwoorden. Ook een telefoontje (voicemail) en bericht aan een cliënt van wie de donor is gevonden. Net voordat mijn korte werkdag er op zit, belt ze terug en breng ik haar het bijzondere nieuws. We plannen meteen een afspraak voor de volgende ochtend.

Dag 2

Al vroeg heb ik mijn eerste kennismaking via videobellen met de cliënt van gisteren om wensen en verwachtingen te bespreken. Tussen de dag ervoor en nu is bij haar veel gebeurd. Eerst heel voorzichtig en nu al meer durven fantaseren over wat ze hoopt en graag zou willen als er een klik blijkt te zijn met haar donor. Maar ook wat ze nu nog erg spannend vindt. Vooral belangrijk om haar in dit traject te volgen zodat het vervolg loopt zoals zij en haar donor het graag willen. Daarna twee korte overlegmomenten met collega’s. Fiom brengt niet alleen donorkinderen in contact met de donor, maar ook vaak met elkaar, de halfbroers en -zussen. Na het overleg ga ik opgemaakte profielen (een beschrijving van de persoon, die matcht aan een grotere groep) uitwisselen met de groep zodat zij meer informatie van elkaar hebben en ook contact op kunnen nemen. In deze situatie ben ik op de achtergrond aanwezig en alleen maar zo nodig helpend, een rol die ik prima bij mezelf en Fiom vind passen.

Aan het einde van deze dag nog een erg leuk overleg met een studerende collega, die nadenkt over een studieproject. Ik heb wel een idee en hoop dat zij net zo enthousiast is als ik. Een idee wat een groep donorkinderen onder het voetlicht brengt en hen in hun kracht zet. Yes!… ook zij ziet het wel zitten. Nog een gesprek met een donorkind, die de Sdkb (Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting) heeft verzocht om gegevens van de donor te mogen ontvangen. Voel- en hoorbare teleurstelling dat hij te horen heeft gekregen dat de donor weliswaar is gevonden maar is overleden en de Sdkb niets kan betekenen in contact naar familie. Gelukkig heb ik ook bericht ontvangen, dat twee halfverwanten open staan voor contact. Hij gaat nu eerst op vakantie, we spreken af dat hij me daarna belt om verder te bespreken wat daar uit komt en wat hij verder wil.

Dag 3

In mijn vakantie zijn een aantal nieuwe aanvragen bij mij geplaatst en heb ik ook aangegeven die van een zieke collega op me te willen nemen. Doorlezen of ze bijzonderheden bevatten, een overzicht maken en ook vandaag contact opnemen met de twee halfverwanten van het teleurgestelde donorkind. Een erg leuk gesprek met Jelmer Soes, schrijver van KID (mooi jeugdboek over de zoektocht naar de donor van hem en zijn broer, die arts blijkt te zijn geweest) en medemaker van de podcast DNAzaten. Dit zijn ook de gesprekken die me doen beseffen waarom mijn werk zo leuk is, omdat ik mee mag denken wat we voor de doelgroep kunnen en mogen betekenen.

De eerder genoemde halfverwanten zijn, toen zij het teleurstellende bericht kregen dat hun donor was overleden, via een van de internationale databanken een zoekactie begonnen. Zo zijn ze in contact gekomen met een familielid van hun donor. Op die manier hebben zij inmiddels een appgroep met zijn wettige kinderen. Deze hebben altijd geweten dat hun vader heeft gedoneerd en zaten te wachten tot iemand contact opnam. Ze laten me weten heel graag in contact te komen met hun donorhalfbroer en dat hij heel welkom is binnen de familie. Natuurlijk deel ik dit bericht meteen met mijn cliënt en besef, dat hij met een heel ander gevoel op vakantie gaat. Heb ik een wereldbaan of niet 😊?

Dag 4

Tijd om oude dossiers na te lopen, belafspraken te maken en uitnodigingen voor gesprekken te versturen, Het besef dat volgende week, ondanks een nu nog relatief lege agenda, op maandag compleet anders kan worden, zorgt dat ik deze momenten altijd koester om even ‘op te ruimen’. Ondertussen zie ik in mijn mail al de eerste verzoeken om een afspraak verschijnen en weet ik dat volgende week zeker weer NIET ‘business as usual’ wordt. Gelukkig maar… De eerder gemaakte extra uren neem ik vandaag op.