Team Zoeken naar Familie bestaat uit gekwalificeerde medewerkers, waarvan een aantal ook ervaringsdeskundig is. Met een begripvolle houding en een luisterend oor creëren onze medewerkers een veilige omgeving waarbinnen ruimte is voor alle vragen en emoties rondom het zoeken naar (informatie over) familie.  

Team Zoeken naar Familie bestaat uit:   

Landelijk Zoekteam
Het Landelijk Zoekteam voert zoekacties uit naar eerste- en tweedegraads familieleden in Nederland en verzorgt inzage in afstandsdossiers. 

ISS
ISS is een internationale organisatie voor maatschappelijke dienstverlening. De ISS-afdeling in Nederland maakt deel uit van Fiom. Het Landelijk Zoekteam voert zoekacties uit naar eerste- en tweedegraads familieleden in het buitenland. 

Hulpverleners
De hulpverleners dragen zorg voor de psychosociale ondersteuning tijdens een zoektocht en/of dossierinzage. Daarnaast voeren zij één-op-ééngesprekkken en groepsgesprekken met mensen die bij afstand en adoptie betrokken zijn. 

Voor wie zijn wij er?

Team Zoeken naar Familie is er voor iedereen die op zoek is naar (informatie over) zijn familie.  

We zoeken naar familieleden tot en met de tweede graad. Dat betekent dat wij zoeken naar: 

Eerste graad:  

  • Ouders  
  • Kinderen 

Tweede graad:  

  • Grootouders 
  • Kleinkinderen 
  • Broers en zussen 

Daarnaast bieden wij voor mensen die bij afstand en adoptie betrokken zijn gesprekken en de mogelijkheid van het inzien van een dossier. Mensen die als kind in een moeder-kindtehuis verbleven, kunnen mogelijk meer informatie over die tijd krijgen na inschrijving in het Contactregister Nederlandse Kindertehuizen. 

Hoe werken wij? 

In de visie van Fiom ontstaat door verwantschap een levenslange en onlosmakelijke verbintenis. Het erkennen van deze verbintenis kan voor betrokkenen een positieve betekenis hebben. Dit vraagt van Fiom een houding van ‘meerzijdige partijdigheid’. 

Onze aanpak is dan ook gebaseerd op het erkennen van de onderlinge verbondenheid tussen alle betrokken partijen. We benaderen onze cliënten met zorg en aandacht, terwijl wij tegelijkertijd zo veel als mogelijk rekening houden met de belangen van alle betrokken partijen.   

Dit vraagt van Fiom een betrokken houding, waarbij we openstaan voor verschillende perspectieven en belangen die bij een situatie betrokken zijn. We erkennen dat er diverse standpunten en behoeften zijn en proberen zo veel mogelijk recht te doen aan al deze perspectieven, zelfs als ze tegenstrijdig lijken. Dit vereist empathie, flexibiliteit en het vermogen om objectief te blijven, terwijl we toch betrokken zijn bij de belangen van onze cliënten. Het uiteindelijke doel is om tot oplossingen te komen die recht doen aan de complexiteit van de situatie en die voor alle betrokkenen acceptabel zijn.  

Taalgebruik 

Dagelijks ervaart Fiom de grenzen en tekorten van onze taal om verwantschap en relaties te beschrijven. Soms worden bestaande woorden gebruikt, maar krijgen ze een bijkomende invulling, soms ontstaan er nieuwe woorden.  

Woorden zijn zelden ‘kleurloos’. En ze hebben in ieders ogen een andere kleur. Afhankelijk van de context, individuele ervaringen, het moment en het perspectief kunnen woorden een verschillende betekenis of sentiment hebben, een associatie oproepen of een standpunt weergeven.  

Zo kan een woord als ‘afstandsmoeder’ gebruikt worden door een kind, een instelling of een onderzoeker. De (afstands)moeder kan dat echter als kwetsend ervaren, omdat ze mogelijk geen afstand had willen doen. Voor haar zou de term vervangen kunnen worden voor bijvoorbeeld: de moeder die zelf haar kind niet mocht of kon opvoeden. Een vergelijkbare situatie zou kunnen gelden voor een afgestaan en/of geadopteerd kind, de al dan niet bij de afstand betrokken vader en de adoptieouders.  

Fiom is zich bewust van het bestaan van verschillende perspectieven en voorkeuren bij alle betrokkenen. Als kenniscentrum, waar theorie en praktijk elkaar ontmoeten, ervaart zij ook de spanningen tussen begrippen en ervaringen. Om de complexiteit hanteerbaar te maken is een algemeen woordgebruik nodig.  

Fiom gebruikt de begrippen ‘moeder’, ‘vader’, ‘kind’ en ‘adoptiemoeder’ en ‘adoptievader'. Deze termen geven de positie aan van ieder binnen het thema Afstand en Adoptie. Tegelijkertijd vindt Fiom het belangrijk dat ieder deze begrippen naar eigen aanvoelen kan invullen.