Op de school waar ik werkte, kwam op een dag een missiezuster vertellen over haar werk in Brazilië. Na afloop floepte ik er de vraag uit: “Hebben jullie ook wel eens kinderen voor adoptie?” Waarop ze zei: “Oh ja hoor, vaak zat.” Maar ze had het nog nooit daadwerkelijk gedaan. Twee dagen later ging ze terug. In die korte tijd hebben we veel besproken. De zuster ging in Brazilië naar een rechtbank en daar is geregeld hoe de adoptie in gang gezet kon worden. Zo ging dat toen.
De nonnen van een Brabants klooster zaten op een missiepost in het noordoosten van Brazilië, een streek met zeer veel armoede. Regelmatig vonden ze ’s ochtends baby’s voor de deur van de missiepost. Die werden daar gewoon achtergelaten, op de stoep.
Ons huwelijk bleef kinderloos en omdat ik me een leven zonder kinderen absoluut niet kon voorstellen, waren we al bezig geweest met adoptie in Oostenrijk. Dat was op niets uitgelopen. Daarom stonden we inmiddels ook ingeschreven voor pleegzorg. Maar het werd dus adoptie uit Brazilië. We hebben een stichting opgericht en Pepijn, onze oudste, was het eerste kind dat via deze stichting en deze zusters naar Nederland kwam. Later volgden er via deze route nog veel meer kinderen, ik schat zeker tachtig.
We mochten Lotte niet zelf ophalen in Brazilië. Ze werd door kennissen van de zusters naar Londen gebracht, daar hebben we haar in onze armen en harten gesloten. Wat was ze klein!
Al snel na aankomst in Nederland bleek ze heel ziek te zijn. Het riep bij mij veel vragen op. Ik kon het niet rijmen met mijn gevoel en wilde naar Brazilië om haar moeder te ontmoeten. Dat was mogelijk, want de zusters wisten wie zij was en waar ze woonde. Dat bezoek is misschien wel het moeilijkste wat ik ooit in mijn leven heb gedaan. Ik liet haar foto’s zien van Lotte. Ze mocht er eentje uitzoeken en koos er een waarop Lotte op schoot zat bij mijn vader. Toen voelde ik echt haar pijn. Zij heeft nooit een vader gehad, ze heeft hem niet eens gekend. Wat een gemis! We hebben samen gehuild en elkaar geknuffeld, ze had meteen een plek in mijn hart.
Ineke: Eerder had ik mezelf wijsgemaakt: ze willen die kinderen niet.
En ik dacht: wat raar eigenlijk, omdat ik toevallig geld heb en de mogelijkheden, mag ik jouw kind opvoeden. Eerder had ik mezelf wijsgemaakt: ze willen die kinderen niet. Vanaf dat moment besefte ik: dat is het helemaal niet, ze hebben de middelen niet, daardoor komt het. Daar heb ik me vervolgens heel lang schuldig over gevoeld. Van Pepijns familie weten we niet veel. Maar met Lottes moeder, Cicera, heb ik sindsdien contact gehouden. We zijn meerdere keren bij haar op bezoek geweest en Lotte heeft haar en haar oudste zus naar Nederland laten komen voor haar huwelijk. Lotte vroeg mij en Cicera toen om haar de trouwzaal in te begeleiden om haar aan haar man te geven. Zij liep tussen ons in en liet zien dat ze trots was op haar beide moeders. Ik vond de symboliek heel mooi. Alle aanwezigen waren geroerd. Cicera is haar moeder en ik ook. Ik heb daar totaal geen problemen mee.
Uiteraard is het niet altijd gemakkelijk geweest. Soms was het best moeilijk, zo’n pittig meisje in huis. Zelf ben ik altijd afschuwelijk braaf geweest. Zij prikte overal doorheen: de baard van Sinterklaas was nep, de juf deed wel lief maar was het niet echt. Van die dingen: dat zei ze gewoon en ze had nog gelijk ook, ze had altijd een punt.
Mijn man en ik zijn op een gegeven moment gescheiden. De kinderen waren toen ongeveer zes en zeven jaar oud. Dat vond ik nogal wat: haal je eerst kinderen van ver, ga je vervolgens uit elkaar. Eigenlijk kun je dat toch niet maken. Maar het kon niet anders. We zijn vervolgens bijna vijf jaar met z’n drietjes geweest. Toen heb ik mijn huidige man leren kennen en hem voorzichtig bij de kinderen geïntroduceerd. Ze kregen de tijd om te wennen. Na een jaar trok hij bij ons in. Hij had zelf geen kinderen en koos ook volledig voor hen.
Er is iets kostbaars tussen ons allen opgebouwd en dat koester ik met heel mijn hart. Van Pepijn heb ik geleerd om elke dag te genieten van het leven. Van Lotte heb ik geleerd om eerlijk mijn mening te zeggen, er niet omheen te draaien en grenzen te trekken.