Ik ben geboren in Palmeira dos Indios, een dorp dat ligt in het Noord-Oosten van Brazilië, in de deelstaat Alagoas. Mijn moeder Cicera heeft mij vrij kort na mijn geboorte ter adoptie afgestaan en op 5 juni 1976 ben ik naar Nederland gekomen.
Door de inzet van mijn adoptiemoeder Ineke heb ik mijn adoptie als een open adoptie ervaren. Ineke was het die van het begin af aan een nauw contact onderhield met mijn biologische familie in Brazilië. Zo klein als ik was, heeft Ineke mij altijd op het niveau van mijn leeftijd, zoveel mogelijk uitleg gegeven over het hoe en waarom van mijn adoptie. Nieuwsgierig als ik was, wilde ik al toen ik nog heel jong was, van alles weten. De antwoorden die ik kreeg waren overigens niet altijd even prettig om te horen. De verhalen over mijn verleden waren zeer beladen, maar door de openheid en warmte die Ineke in deze verhalen wist te brengen, kon ik mijn achtergrond een plaatsje geven.
Ten tijde van mijn adoptie, in de jaren zeventig, stond de systemische visie nog niet op de voorgrond in het adoptieproces, in tegendeel zelfs. Het kind, de biologische ouders en de adoptieouders zijn hierdoor naar mijn idee ernstig te kort gedaan. Ik ben via missiezusters naar Nederland gekomen. Dat adoptieproces was naar mijn idee veel te kort door de bocht. De zusters bepaalden zelf de regels en gang van zaken. Zo hadden ze onder meer onderling afgesproken dat er niet meer dan twee geadopteerde naar één Nederlands gezin mochten. Dit betekende dus automatisch dat mijn in 1978 geboren biologische zusje, dat ook ter adoptie is afgestaan, wel naar Nederland is gekomen maar niet bij ons mocht komen wonen. Mijn moeder Ineke wist hier van, ze heeft zich er hard voor gemaakt om mijn zusje ook bij ons te laten wonen, maar tevergeefs, de zusters wilden dat pertinent niet. Pijnlijk en wat een misser!
Lotte: Het adoptieproces was naar mijn idee veel te kort door de bocht.
Natuurlijk, ook hierin kijk ik terug op de kennis van toen en de wetenschap van het nu. Maar toch, het is nog steeds moeilijk te bevatten. Ik beleef mijn adoptieproces positief. Wat natuurlijk niet automatisch betekent dat ik mijn (levens)pad zonder kronkels heb bewandeld. Zoals waarschijnlijk elk opgroeiend kind, en zeker het geadopteerde kind, maakte ik een identiteitsfase door. Om het eufemistisch uit te drukken; ik zorgde er voor dat Ineke mij goed zag in deze periode…
Door haar rust, haar begrip en door er altijd voor mij te zijn, vond ik de steun, de basis en veiligheid die ik nodig had. Ik mocht er zijn, ook als ik eens lekker (negatief) van me liet horen. Mijn rust haalde ik ook uit sport. In de vele trainingen per week kon ik veel kwijt. Ik was een zeer beweeglijk kind, door letterlijk en figuurlijk te bewegen kon ik laten zien wat er in me om ging. Ik was fanatiek in sport, had sterk de behoefte om uit te blinken. Voor mij als vanzelfsprekend koos ik na de middelbare school dan ook als beroepsopleiding voor het Cios, daarmee kon ik sportdocente worden. In die periode bij ik enkele malen, mede voor (studie)projecten naar Brazilië geweest. In die tijd heb ik ontdekt: roots kun je niet verbreken, de verbinding blijft altijd.
Daarna heb ik de overstap gemaakt naar de politie en ben ook daadwerkelijk werkzaam geweest als agente. Ook daarmee was ik niet tevreden en ik wilde graag hogerop. Was dit bewijsdrift? Misschien. In ieder geval ontdekte ik een aantal jaren later dat mijn kracht niet lag in het politiewerk. Ik heb mijn conclusies getrokken en ben weer gaan studeren. Dit keer heb ik mij gericht op een heel ander vak. Nu haal ik mijn passie en bezieling uit mijn werk als psychomotore therapeut, met als specialisme hechting, adoptie en pleegzorg. Hier voel ik mij als een vis in het water, daar ligt mijn kracht.
Ik ben getrouwd met mijn lief en wij hebben twee prachtige zonen. Zij kennen niet alleen Ineke als mijn moeder, ze zijn ook in Brazilië bij oma Cicera op bezoek geweest.