In de jaren zeventig besloot Alexander (68) donor te worden. “Een studiegenoot van mij las een artikel over een nieuwe techniek: IVF. Daaronder stond een advertentie voor donoren. We hebben ons toen beiden opgegeven”. In die tijd gebeurde doneren anoniem. Na twee maanden kreeg Alexander bedenkingen en stopte ermee.
We vonden het een sympathiek idee om mensen met een kinderwens op die manier te helpen. Elke twee weken kreeg ik een oproep. In die tijd konden ze sperma nog niet invriezen, dus het werd meteen toegepast. Na een paar maanden is Alexander gestopt met doneren. We kregen totaal geen informatie over het vervolg. Het was volstrekt anoniem, dus we konden later niet gevonden worden. En als je niet weet van wie je afstamt, bestaat het risico dat er later relaties ontstaan tussen familieleden, zonder dat je het weet. Dat wilde ik niet.
In de jaren negentig ziet Alexander enkele documentaires over hoe belangrijk het is om te weten wie je biologische vader is. Ik had er zelf nooit bezwaar tegen als eventuele donorkinderen mij zouden vinden. Daarom ben ik speciaal teruggegaan naar de medische faculteit waar ik ooit gedoneerd had. Daar wilde ik mijn contactgegevens achterlaten, maar alle documentatie van destijds was weg. Dat vond ik uitermate merkwaardig. Ik had toch te maken gehad met een serieuze instelling? In het begin wilde ik nog een brief schrijven naar de faculteit, maar daar heb ik uiteindelijk niets mee gedaan.
Twintig jaar later wordt Alexander benaderd door een televisieproducent. Hij doet mee aan een programma over matches tussen familieleden. Er wordt alleen een trailer opgenomen, het daadwerkelijke programma wordt nooit uitgezonden. Maar Alexander komt op die manier in contact met Fiom. Het is 2010 en de Fiom KID-DNA Databank is net opgericht. “Ik heb me meteen ingeschreven”. Alexander houdt er rekening mee dat er een match kan komen, maar de kans is volgens hem klein. De IVF-behandeling kon mislukken, de ouders konden besluiten om het nooit te vertellen en de kans bestaat natuurlijk dat de kinderen geen behoefte hebben om te zoeken.
Alexander: Ik ben al snel gestopt met doneren, we kregen totaal geen informatie.
Dan komt er in maart 2017 een telefoontje van Fiom. Er is een match. Alexander heeft een dochter, ze is 43. We stonden allebei open voor een ontmoeting. Een senior specialist hulpverlening van Fiom vroeg waar we wilden afspreken. Ik dacht nog aan het strand, of op het einde van een pier, maar het werd het kantoor van Fiom in ‘s-Hertogenbosch. Dan kon de hulpverlener er zelf ook bij zijn om te ontmoeting te begeleiden. Het moment dat Alexander de voetstappen van zijn dochter op de trap hoort, vergeet hij niet snel. Dan gaat die deur open en zie je je dochter voor het eerst. Dat was toch wel heel bijzonder. Ze was best emotioneel en het klikte goed tussen ons. Ik zag niet meteen een gelijkenis, maar toen we samen foto’s bekeken van vroeger zag ik het wel. Als baby leek ze op mij, later als kind ontzettend op mijn broer. Dat is toch wel frappant. Die middag praten Alexander en zijn dochter honderduit. Het wordt avond en een etentje volgt. Ik heb haar man ontmoet, ze heeft twee dochters. Later kreeg ik nog een kaartje van hen met ‘We hebben een opa!’ erop. Volgens de moeder van zijn donordochter heeft Alexander haar het mooiste cadeau ooit gegeven.
Ondertussen zien Alexander en zijn dochter elkaar regelmatig. Zoals met kerstmis en Sinterklaas. Ze blijven bij elkaar logeren en bladeren samen door fotoboeken. Haar ouders hebben op haar 12e verteld dat ze een donorkind is, omdat ze allerlei vragen begon te stellen. Ze wilde altijd al graag weten wie haar biologische vader was, maar heeft uit solidariteit voor haar ouders gewacht. Pas twintig jaar na het overlijden van haar vader is ze gaan zoeken. Daar heeft ze nu wel spijt van, ze had me graag eerder ontmoet. Dat vind ik ook jammer, maar zo is het gelopen. Over de gesprekken zegt Alexander: Tja, waar begin je? We hebben 43 jaar in te halen. Ik heb zelf geen gezin, heb wel altijd graag kinderen gewild. Het is natuurlijk anders als je kinderen hebt vanaf hun geboorte, maar dit is toch wel 'the next best thing'.
Alexander staat open voor meer matches, maar de impact van een match is wel groot. Het neemt niet alleen veel tijd in beslag, maar je moet het ook een plek in je leven geven. Ik wil het goed doen. Als er een nieuwe match komt, moet ik mijn aandacht verdelen. Ik sta alleen ingeschreven bij de Fiom KID-DNA Databank, dat is voor mij genoeg. Het contact met mijn dochter verloopt prettig en dat is mooi. Dat wil ik graag zo houden.
* Dit ervaringsverhaal is geschreven vanuit een persoonlijke ervaring, dit kan voor iedereen anders zijn.
* In verband met de privacy is de naam in dit verhaal verzonnen.