Donorkind Stefan is blij dat hij net op tijd van zijn vader gehoord heeft dat hij een donorkind is in plaats van het zelf te ontdekken. Maar Stefan is ook gefrustreerd dat zijn ouders niet open waren over de donorconceptie en hoopt door zijn verhaal te delen anderen aan te sporen om eerlijk te zijn.
Er was een hele grote kinderwens bij mijn ouders. Dit was het laatste redmiddel, anders moesten ze gaan adopteren. Na bijna 10 jaar proberen, werden ze eindelijk ouders. Ik heb het idee dat er bepaalde ideaalbeelden zijn gaan leven door deze periode bij mijn ouders. Dat ze dachten dat alles zou verbeteren als er een kindje zou komen. Alsof ik een bepaalde rol te vervullen had. Er was een bepaalde verwachting. En die heb ik niet kunnen vervullen. Ik had het gevoel dat ik tegenviel.
Ik had om in psychologische termen te spreken een ‘ambivalente moeder’. Soms totaal onbereikbaar en op andere momenten overspoelde ze mij met aandacht. Omdat ze zelf ook wel het idee had dat ze mij dan te kort had gedaan. Dan ging zij overcompenseren. Hierdoor wist ik als kind niet waar ik van op aankon. Hierdoor ben ik onveilig gehecht. Mijn ouders hadden aanvankelijk de wens voor twee kinderen. Maar omdat ze het naar eigen zeggen zo druk hadden met mij, dat hun handen vol waren, hebben ze het volgens hen bij één kind gelaten. Toen ik jong was, was ik mij hier niet van bewust. Dit heb ik mij later gerealiseerd.
Stefan: ''Omdat er zoveel problemen waren, stond ik al jong in contact met hulpverleners, zij hebben mijn ouders afgeraden om mij hiervan op de hoogte te brengen"
Dramatisch advies
Naar mate ik ouder werd ging mijn vader steeds meer drinken. Op een gegeven moment werd dit een probleem. Hij kon heel boos worden. Hij werd niet fysiek, maar ging wel schreeuwen en snauwen. Dat gaf mij een dreigend gevoel. Door deze ervaringen was ik een heel angstig kind. Mijn ouders waren niet open over het feit dat ik een donorkind ben. Omdat er zoveel problemen waren, stond ik al jong in contact met hulpverleners. Deze hulpverleners hebben mijn ouders afgeraden om mij hiervan op de hoogte te brengen op het moment dat ik het een beetje zou kunnen begrijpen.
Zij dachten dat ik het niet aan zou kunnen en dat mijn wereld op zijn kop zou staan. Terwijl ik denk dat ik juist heel goed in staat was geweest om hier mee om te gaan. Kinderen zijn meegaand en in staat om zich aan te passen. Zoiets zou dan deel van mij geworden zijn. Maar het werd afgeraden en daar hebben ze naar geluisterd. “Als het woord er eenmaal uit was, dan zouden donorkinderen niets meer van de niet-biologische ouders willen weten.” Dat had mijn vader ergens op tv gezien. Dit spookbeeld zou ook door de artsen verteld zijn aan ouders. En hierdoor houden veel ouders en dan met name vaders hun mond, omdat ze bang zijn om hun kind(eren) te verliezen.
Stefan: "Ik had mijn identiteit al voor een groot deel opgebouwd en opeens klopte dat niet meer"
Bekendmaking
Mijn vader had voor mijn geboorte al kanker gehad. Hij was onder behandeling van het Antonie van Leeuwenhoekziekenhuis en zij stuurden toen ik 23 was een vragenlijst i.v.m. deze behandeling. Hij vulde dit in waar ik bij was en op deze lijst stond ook de vraag: “Heeft u kinderen?” En toen brak er iets in hem, volgens mij vader. Want hij moest hier ‘Nee’ invullen. Het was een hele wrede confrontatie. Het zat hem zo hoog dat hij tijdens het koken het vuur af had gezet en mijn moeder en mij bij elkaar riep omdat hij iets moest vertellen. Ik dacht meteen dat hij dood ging. Maar hij vertelde hortend en stotend van de emotie dat hij niet mijn biologische vader was. Hij had zich in zijn hoofd aangepraat dat ik hem dan nooit meer zou willen zien.
Nog steeds vader
Maar ik noem hem nog steeds mijn vader. Ondanks de vervelende dingen, hij heeft wel die rol vervult. In mijn hart is hij mijn vader. DNA is een deel, maar dat is niet het totaalplaatje. Toen hij het verteld had, heb ik hem geknuffeld en aangegeven dat ik nergens heen ging. Ik vond het fijn dat ik dat stuk bij hem kon helen en dat ik die angst bij hem kon wegnemen. Een paar maanden daarna is er weer kanker bij hem geconstateerd en daar is hij toen ook aan overleden. Mijn vader heeft het dus echt net op tijd zelf kunnen vertellen.
Stefan: "Mijn vader had gezien dat als het woord eruit was ik niks meer met hem te maken wilden hebben"
Wie ben ik?
Ik ben heel blij dat ik het op die manier gehoord heb en dat ik er niet zelf achter ben gekomen. Nu kon ik hem laten voelen dat ik niet weg zou lopen. Ik was wel totaal verbijsterd. Er ging zoveel door mij heen en tegelijkertijd ook helemaal niets. Ik zat te plukken aan het vel van mijn hand met de vraag “wie is dit?” Voor de spiegel gestaan om alles te bekijken. Mijn huid en de vorm van mijn hoofd.
Ik had nooit een vermoeden. Behalve dat ik mijn oogkleur niet kon thuisbrengen en ik niet op mijn vader leek. Met de familie van mijn vader voelde ik ook niet echt een band. Het verklaarde heel veel dat hij niet mijn biologische vader is. Die ontbrekende klik was omdat ik daadwerkelijk anders was.
imperfect plaatje
Ik voelde mij achteraf ontkent in mijn zijn. Het is bij mij een belangrijke factor van hoe dingen zijn gegaan. Omdat bepaalde dingen niet geplaatst konden worden. Ik was heel extravert en mijn ouders niet. Dat botste. Als mijn ouders een volledig biologisch kind hadden gekregen, dan had mijn persoonlijkheid waarschijnlijk beter aangesloten op die van mijn ouders. Gelukkig herken ik veel van mijn persoonlijkheid in mijn halfbroers en -zussen die ik heb gevonden. Momenteel ken ik er negen.
Stefan: ''Ik heb niets te vertellen, terwijl het over mij en mijn leven gaat. Dat voelt heel oneerlijk"
Voorkom mijn boosheid
Waar ik veel moeite mee heb is dat mijn rechten als mens niet bestaan. Er zijn vier partijen. Er is een overeenkomst gesloten tussen drie partijen en ik als vierde partij sta erbuiten. Ik heb niets te vertellen, terwijl het over mij en mijn leven gaat. Dat voelt heel oneerlijk. Met mijn broers en zussen kan ik hier deels wel, maar ook voor een groot deel niet over praten. Ik merk een verschil omdat het in mijn leven een andere plek heeft dan bij die van hun. Bij hen is het een integraal deel van wie ze zijn en bij mij drijft het er een beetje bovenop als olie op water. Het mengt niet helemaal, ik heb het erbij gekregen en bij hun is het geïnternaliseerd.
Het is jammer dat de angst voor openheid van zaken zo gevoed wordt vanuit aannames. Ik wil een oproep doen aan alle ouders van donorkinderen. Er zijn heel veel donorkinderen die niet weten dat ze donorkinderen zijn. Zoals mijn halfbroers. Je kind zou maar spontaan zo’n DNA-test doen. En dan? Wil je dat je kind er zo achter komt? Of wil je het zelf vertellen? Zelf vertellen voorkomt zoveel gedoe! Ik kan het niet vaak genoeg herhalen.
* Dit ervaringsverhaal is geschreven vanuit een persoonlijke ervaring, dit kan voor iedereen anders zijn.