Sinds de adoptiewet in 1956 hebben tussen de 15.000 en 20.000 vrouwen in Nederland hun kind af moeten staan ter adoptie. Het precieze aantal is niet vast te stellen omdat dit niet eenduidig geregistreerd is.
In de jaren 70 waren er ruim 1.000 vrouwen per jaar die hun kind al dan niet gedwongen afstonden ter adoptie. Door betere anticonceptie, acceptatie van alleenstaand moederschap, meer hulp en betere alternatieven is het aantal vrouwen dat uiteindelijk geen andere mogelijkheid ziet dan afstand ter adoptie, afgenomen tot 15 á 25 per jaar.
De afgelopen jaren meldden zich jaarlijks zo’n 60 vrouwen bij Fiom met het voornemen hun kind af te staan. Ongeveer tweederde van deze vrouwen besloot om toch geen afstand te doen. Zij gingen zelf voor hun kind zorgen of kozen voor een pleeggezin.
Voornemens afstand ter adoptie
Wil je meer weten over de vrouwen die overwogen hun kind af te staan ter adoptie? We werken dit jaarlijks uit in de Landelijke Afstand ter Adoptie Registratie (LATAR).
De cijfers van 2015 hebben we ook uitgewerkt in onderstaande infographic:
Afstand ter adoptie in onze buurlanden
Wil je meer weten over het beleid rondom afstand ter adoptie in de ons omringende landen? Bekijk dan ons overzicht van het beleid in Frankrijk, Vlaams-België, Duitsland, Engeland en Nederland.