25 maart 2020 - Drieluik: geboortemoeder Vicky
-
Gescheiden, vijf kinderen waarvan een afgestaan
-
Leeftijd: 56 jaar
-
Beroep: huisvrouw
-
Woonplaats: San José, Costa Rica
Een telefoontje uit Nederland?! Op slag werd ik gek van emotie, want ik wist meteen wat dat betekende: mijn zoon, hij leefde nog! En hij was op zoek naar mij. Ongelooflijk, al die jaren had ik gehoopt dat ik hem ooit weer terug zou zien. Een droom kwam uit.
Ik was twintig, moeder van een dochter en gescheiden van haar vader toen ik een Engelsman leerde kennen. We hadden een liefdesaffaire. Tot ik ontdekte dat ik zwanger was… Als reactie op de mededeling dat ik een kind van hem kreeg zei hij: “Dat kan niet, dat is onmogelijk.” Daarna heb ik hem nooit meer gezien. Misschien is hij wel het land uit gevlucht, ik heb geen idee.
Ik stond er alleen voor. De schaamte was groot, ik durfde het tegen niemand te vertellen. Daarom heb ik mijn dochtertje ondergebracht bij familie en ben ik zelf bij een goede vriendin gaan wonen. Alleen zij wist dat ik zwanger was. Met haar heb ik besproken: wat moet ik doen? Drie maanden lang hebben we nagedacht over een oplossing. Toen ben ik gaan praten met een adoptiebureau. Daar vroegen ze of ik mijn kind wilde afstaan voor adoptie. In eerste instantie riep ik: “Nee. Nooit!” Later heb ik toch geïnformeerd hoe dat dan zou gaan, of ik mijn kind dan ooit nog terug zou kunnen zien en ze zeiden: “Ja hoor, dat kan.” Na veel wikken en wegen heb ik toen besloten om voor adoptie te kiezen. We spraken af dat ze de baby na de geboorte op zouden komen halen in de woning van mijn vriendin. Daar wilde ik ook bevallen. Door complicaties voor het einde van de zwangerschap gebeurde dat echter niet. Ik ben per ambulance naar het ziekenhuis gebracht en daar bevallen. Het was een zoon, een echt mannetje! Hij had rossig haar en hij lachte naar me. Ik vond hem lief en schattig. Maar nog diezelfde dag kwam er iemand van het adoptiebureau om hem op te halen… Ik wilde vluchten, ontsnappen samen met mijn kind maar dat deed ik niet. We zijn samen in een taxi gestapt en onderweg zei de man: “Geef me het kind”, met pijn in mijn hart heb ik dat gedaan. Huilend en alleen bleef ik achter in de taxi.
Vicky: Ik voelde me een slecht mens.
Elk jaar op zijn verjaardag, 26 augustus, heb ik een kaarsje gebrand en vroeg ik me af: Waar is hij? Hoe gaat het met hem? Daarbij had ik een enorm schuldgevoel. Ik voelde me een slecht mens.
Een half jaar na de geboorte van Jeroen ben ik met mijn dochtertje teruggegaan naar mijn ex-man. Met hem heb ik nog drie zonen gekregen. Een van hen, Fabian, is op zijn zeventiende om het leven gekomen door een ongeluk. Hij zei altijd tegen mij: “Mama, op een dag komt hij terug.” Nu Fabian is overleden, is die droom werkelijkheid geworden… Voor mij is dat onverklaarbaar. Binnen één jaar tijd verlies ik een kind en vind ik er een terug, is Jeroen naar mij op zoek gegaan en heeft hij ons gevonden. Hoe kan dat? Misschien kijkt Fabian wel vanuit de hemel mee…