25/09/2018 - Tekst: Maarten van Zwieten

‘Terug naar je begin’ is een ontroerend en inspirerend boek van Charlotte Branshoek over adoptie. Door brieven aan zichzelf te schrijven maakt ze onverbloemd contact met haar adoptiepijn en vindt ze tegelijkertijd meer innerlijke rust.

Boek van geadopteerde ‘Terug naar je begin’.jpg

Op een prachtige zomerzondag zit ik op een parkbankje tegenover Charlotte en stel haar vragen over haar boek. Voor mij zie ik een vrouw met hindoestaans uiterlijk, terwijl achter haar de Rijn door het typisch Hollandse landschap stroomt. Nature en nurture in één oogopslag, en typerend voor de vorm waarin ze haar boek heeft gegoten. Charlotte, het Nederlands opgevoede meisje, schrijft brieven naar haar Aziatische alter ego Chaguna, de naam waarmee ze is geboren en die in haar paspoort staat, en Chaguna schrijft Charlotte weer brieven terug. Zo stap je als lezer in de innerlijke wereld van beiden, ook doordat de brieven uitblinken in puurheid en recht uit het hart zijn geschreven.

Het boek raakt je en leest als het verslag van een innerlijke reis, van een zoektocht naar reflectie en antwoord op de meest fundamentele vraag: wie ben ik? Een vraag waar veel geadopteerden mee worstelen. Allemaal zijn ze ooit afgestaan of weggehaald bij hun geboortemoeder en terechtgekomen bij andere ouders. Allemaal zijn ze opgegroeid in een omgeving die niet natuurlijk bij hen past. En bij velen heeft dat een bepaalde gespletenheid veroorzaakt en een vaak moeilijk onder woorden te brengen gevoel van gemis en verdriet. Adoptiepijn noemt Charlotte het in haar boek. Een pijn van eenzaamheid, je anders voelen en er niet bij horen. “Als geadopteerde ben je vaak de enige in je omgeving met zo’n bijzonder verhaal”, zegt ze. “En daardoor heb ik mijn verhaal nooit goed kwijt gekund. Bij mijn ouders niet en als iemand in mijn omgeving er een vraag over stelde, dan vertelde ik eigenlijk altijd te veel. Achteraf had ik er dan spijt van dat ik zoveel over mijzelf verteld had, en tegelijkertijd besefte ik dan dat ik eigenlijk nog zoveel meer wilde vertellen. Elk adoptieverhaal is zo diep en heeft zoveel facetten, dat het moeilijk is om dat zo maar even aan mensen te kunnen vertellen. Ook daarom heb ik dit boek geschreven. Er zat zoveel energie in mij en dat moest ergens heen. Door het op te schrijven in een boek heb ik wat meer rust gevonden.”

Fragment: ‘Het gaat er niet om dat je alles begrijpt in het leven, maar dat je het leven en alles wat je niet snapt kunt omarmen. Met een betraand gezicht of met een lach.’

Geadopteerd zijn betekent vaak ook veel vragen hebben. Waar kom ik vandaan? Waarom ben ik afgestaan? Wat is er allemaal gebeurd? En zelfs als je je natuurlijke familie terugvindt, worden niet alle vragen beantwoord. In haar brieven aan zichzelf geeft Charlotte zichzelf liefdevol de ruimte om die lege plekken in haar leven op te vullen. “Hoe mooi is het om mezelf een cadeau te geven door de film van vroeger die ik niet meer kan zien, voor mezelf te maken en in woorden om te zetten, heel puur. Op basis van alles wat ik weet, wat ik heb gehoord en gelezen, alsof ik de regisseur ben van de film. En om dan in die film weer te geven hoe ik denk dat mijn moeder zich gevoeld heeft toen ze van mij zwanger was na verkracht te zijn, hoe ik denk dat ik mij als baby gevoeld heb in de zeven maanden dat ik totaal verwaarloosd ergens in een hoekje lag dood te gaan. Hoe dat allemaal is gegaan, zonder het echt feitelijk te weten, maar wel allemaal te voelen. Want alles wat ik meegemaakt heb, zit in mij en is te voelen. Daardoor denk ik dat ik heel dicht bij de waarheid ben gekomen.”

Fragment: ‘Je voelt je schuldig, natuurlijk komt het niet door jou dat ze verkracht is, maar het komt wel door je biologische vader. Natuurlijk komt het niet door jou, het komt wel door jou. Niet door jou, wel door jou.’

Charlotte gaat in haar brievenboek de confrontatie met zichzelf niet uit de weg. “Met mijn boek kon ik ongegeneerd de diepte in gaan. Ik heb ook bewust de dingen niet mooier opgeschreven of minder confronterend, want dan is het een boek voor de buitenwereld en niet meer voor mij. Ik wilde het boek schrijven voor mij.” Tegelijkertijd geeft ze hiermee een liefdevolle boodschap aan al haar lotgenoten. “Het stilstaan bij en het mogen ervaren van innerlijke pijn is helend. We kunnen veel leren uit onze pijn. Vaak zijn we geneigd om ervan weg te blijven door vrolijk te doen of dan maar de afwas te doen. Maar als je niet met jezelf in gesprek gaat over je verdriet dan laat je jezelf ermee zitten. Door dit boek te schrijven heb ik mezelf de aandacht en tijd gegeven om er echt mee bezig te zijn. Door met een vergrootglas naar mijn eigen adoptie te kijken werd ik mijn eigen hulpverlener en kon ik het verlaten kind in mij troosten. Ik geloof dat in elk mens zijn eigen leraar zit.”

Fragment: ‘Als ik nu naar je toe kon lopen zoals je toen was, dan pak ik je op en dan ga ik elk uur van de dag minutenlang naar je kijken, zodat je weet dat je welkom bent. Dan verwen ik je en zou het mij niet uitmaken als ik de hele nacht wakker zou moeten blijven.’

Ondanks haar heftige verleden is Charlotte niet rancuneus. Ze is vooral nieuwsgierig en onderzoekend. Hoe zou het gegaan kunnen zijn? Wat heeft de hoofdrolspelers in haar film bewogen om zich zo te gedragen?

Fragment: ‘Niks aan de hand, er gebeurt hier niets raars. De zon schijnt, de lucht is blauw, en ik geef vandaag mijn kleinkind weg. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. Gewoon, neem maar mee dit kind, of zullen we het als een cadeautje inpakken? Is het een cadeautje?’

‘Terug naar je begin’ is meer dan alleen een mooi verhaal over adoptie. Het boek laat zien hoe ongecensureerde zelfreflectie inzicht kan bieden in de persoonlijke worstelingen die afstand en adoptie met zich meebrengen en daarmee ruimte kan geven voor bewustzijn, acceptatie en heling. Lotgenoten van Charlotte kunnen daar inspiratie uit halen, maar ook adoptieouders, zodat ze meer aandacht en begrip kunnen tonen in de relatie met hun kind.

Maarten van Zwieten is adoptiecoach en heeft een praktijk, Het Adoptieatelier. Omdat Charlotte onder een pseudoniem schrijft en anoniem wil blijven, treedt Maarten op als contactpersoon en aanspreekpunt voor het boek.