01/04/2019

Nick is vijf jaar oud als hij wordt geadopteerd. Aanvankelijk zijn er geen problemen. Hij probeert zich aan te passen aan zijn nieuwe omgeving en doet erg zijn best om lief te zijn. Op school gaat het in eerste instantie redelijk. Maar in plaats van steeds beter, gaat het na verloop van tijd slechter met Nick. Hij kan de lesstof niet bijbenen en loopt compleet vast op school. De frustraties nemen hand over hand toe en resulteren in steeds meer agressie; naar andere kinderen en naar zijn ouders. Verschillende hulptrajecten worden zonder bevredigend resultaat gevolgd. Dan komt Nick, inmiddels 10 jaar oud, bij Petra van Benten van Hulphond Nederland. De twee werken inmiddels bijna een jaar samen.

Hulphond therapie.jpg

Petra van Benten: ‘Tijdens een eerste gesprek laat ik Nick en zijn moeder kennismaken met de honden. Dan zie je altijd al een bepaalde dynamiek. Vaak blijkt dan dat het kind een voorkeur heeft voor een bepaalde hond, daar gaan we dan in principe in het verdere traject altijd mee werken, want het is de bedoeling dat er een hechtingsrelatie ontstaat met de hond. Verder bepalen we tijdens de intake onder meer wat de doelen zijn. Nick geeft aan dat hij graag van zijn boosheid, zijn woede-uitbarstingen en agressie af wil. Zijn moeder benadrukt dat ook zij dat fijn zou vinden.’

Achtergrond

Over de eerste vijf levensjaren van Nick is lang niet alles bekend. Duidelijk is wel dat hij in die periode ernstig verwaarloosd is geweest. Hij is geboren in Colombia en is door zijn moeder achtergelaten bij een zus van haar. Zij sloot hem vermoedelijk vaak op. Uiteindelijk is hij daar op zijn tweede door jeugdzorgwerkers weggehaald en naar een tehuis gebracht. Toen Nick vijf was werd hij geadopteerd.

De eerste tijd in het adoptiegezin ging het naar omstandigheden redelijk met hem. Al was wel meteen duidelijk dat hij er erg veel moeite mee had om volwassenen te vertrouwen. Ook kon hij bij het minste of geringste compleet uit zijn dak gaan. Bij Nick is daarop vrij snel een Posttraumatische stressstoornis (PTSS) vastgesteld – ‘zijn brein staat altijd aan’ – en na enige tijd besloten de ouders om hem EMDR-therapie te laten volgen. Dat kwam echter niet binnen. Sterker, mede omdat de therapeut in kwestie geen adoptiespecialist was, raakte hij hierdoor bijna nog verder van huis. De woede-uitbarstingen werden erger en erger. Vervolgens werden nog enkele andere hulpverleningswegen bewandeld maar omdat hij ook daar strandde, wilde hij op een gegeven moment niet meer naar therapie. Door zijn vroege, negatieve ervaringen met volwassenen heeft Nick grote moeite om mensen te vertrouwen. Therapie met een dier is daarom voor Nick mogelijk minder bedreigend. Zijn ouders hebben hem verteld dat hij bij Hulphond Nederland een hondentraining ging volgen, dat wil zeggen: leren omgaan met het dier, vooruitlopend op de aanschaf van een pup, in plaats van therapie. Dat maakt het voor hem wat minder beladen.

Aanpak

Petra van Benten: “Op basis van de hulpvraag maak ik een plan. Bij onze stichting zetten we in zijn algemeenheid op verschillende manieren en bij verschillende problemen Therapie-hulphonden in. Dat kan bijvoorbeeld zijn bij gedrags- of psychische  problematiek, hechtingsproblematiek, pesten, verstandelijke beperkingen, sociale en emotionele vaardigheden, weerbaarheid en non-verbale communicatie, ontwikkelingsproblematiek, authenticiteit en leiderschap en traumaverwerking. Adoptiekinderen passen perfect in onze doelgroep. Wij kijken ook altijd heel nadrukkelijk naar de basis, we gaan niet bouwen op drijfzand. Ook al zit Nick bijvoorbeeld qua leeftijd inmiddels begin puberteit, wij gaan er niet vanuit dat hij ook alles kan wat normaal gesproken bij die leeftijd hoort. Vaak gaan ze immers lopen vechten omdat er in de basis bouwstenen ontbreken. Dus we kijken expliciet naar wat ze kunnen en niet naar wat je zou verwachten dat ze kunnen. Tijdens het therapieprogramma ontdekken kinderen wat het effect is van hun eigen, vaak onbewuste en non-verbale, gedrag op het gedrag van een hond. Door zich hiervan bewust te worden en vervolgens meer gewenst gedrag aan en ongewenst gedrag af te leren, wordt inzichtelijk gemaakt wat de consequenties zijn van hun gedragskeuzes. De methode vergroot hun observatievermogen, leert hun om hun gedrag af te stemmen op een ander en zorgt voor zelfcontrole. Bovendien wordt het zelfvertrouwen vergroot door het opdoen van succeservaringen. Een hond kent geen vooroordelen en luistert zonder aanzien des persoons naar iedereen, op voorwaarde dat de commando’s op de juiste manier en congruent worden overgebracht. Door mens en dier samen te laten oefenen, als onderdeel van een breder behandelingsplan, ervaart een kind meer controle over het eigen gedrag.”

Praktijk

“In eerste instantie reageerde de hond extreem druk op Nick en rende hij als een dolle om hem heen, zonder contact te maken. Daarop heb ik hem zijn lichaamshouding laten benoemen, die was strak, stijf. Toen hij vervolgens stevig ging staan met de schouders afhangend, meer ontspannen, kwam de hond wel meteen naar hem toe. Daarop zei hij: ‘Hier krijg ik een blij gevoel van in mijn buik.’ Op die manier kon hij ervaren wat het effect van zijn houding is. Daarmee schakelen, dat hebben we veel geoefend. Hij beheerst het effect van zijn houding en uitstraling nu goed. De volgende stap is: plezier beleven aan het contact met de hond, vertrouwen opbouwen. Daarna ga ik moeder daarbij betrekken, zodat ze samen plezier hebben. Bewust kunnen ontspannen, is heel belangrijk op een moment dat je code rood krijgt in je brein. Dit effect kun je met behulp van een hond heel goed testen. Het dier laat wel zien of je echt rustig bent, of dat je alleen maar zegt dat het zo is. Dit lijkt misschien een beetje op neurofeedback. Je zult wat moeten doen om het contact, in dit geval met de hond, te laten lukken. Datzelfde geldt eigenlijk ook voor mensen. Na een half jaar is de relatie met zijn ouders enorm verbeterd. Er is veel minder agressie en meer vertrouwen. Nick kan zo zelf leren begrijpen en zien wat zijn gedrag met anderen doet.”

Vooruitgang

Niet alleen het contact en vertrouwen groeit. Een tijdje geleden wilde hij absoluut niet meer naar school of de dagbehandeling, maar dankzij de training met de hond, gaat hij er weer heen. Nu hij heeft ervaren hoe hij zelf de regie over zijn leven kan nemen, maakt hij zelfs plannen om een diploma te gaan halen. Zaak is nu om dat positieve gevoel te stabiliseren. Daarom wil ik hem nu leren hulpvragen te formuleren. Als hij voelt dat er chaos in zijn hoofd is, kan hij aangeven: ‘ik heb hulp nodig’. Uitbarstingen zijn er nog af toe. Zeker als er dingen gebeuren in zijn leven die hem verdrietig maken. Maar hij kan leren communiceren in plaats van boos worden, dat is de oplossing. Dat heb ik hem uitgelegd en laten zien met behulp van de hond. Nu moet hij dat in praktijk gaan brengen in situaties met zijn ouders. Uitbreiden, generaliseren, beheersen. Dat is wat we nu doen.”