De mate waarin donorkinderen interesse hebben in de donor verschilt enorm. Waar de een totaal geen interesse toont, zijn anderen juist nieuwsgierig. Sommige donorkinderen worden enorm in beslag genomen door het niet kennen van een deel van hun afkomst. Ze ervaren dit (soms zelfs dagelijks) als een groot gemis. En weer andere donorkinderen vinden dat het hun goed recht is om te weten waar ze vandaan komen. Interesse voor de donor kan veranderen door de jaren heen. Wat kan je verwachten als je kind meer informatie over de donor wil?
Waarom willen donorkinderen informatie over de donor?
Donorkinderen hebben verschillende redenen om op zoek te gaan naar meer informatie over hun afkomst.
- Nieuwsgierigheid
Het kan gewoon pure nieuwsgierigheid zijn. Donorkinderen kunnen de behoefte hebben zich te plaatsen in een groter geheel om zo bepaalde eigenschappen van zichzelf te kunnen herleiden naar die kant van de stamboom. En die stamboom kunnen uittekenen, maakt het eigen levensverhaal compleet. - Praktische en/of medische redenen
Het zoeken naar informatie kan ook van een meer praktische aard zijn. Want wat is de medische achtergrond, is je kind ergens erfelijk mee belast? Misschien wil je kind wel partnerrelaties met bloedverwanten voorkomen. - Recht op afstammingsinformatie
Bovenal vinden kinderen dat ze het recht hebben om te weten wat hun afkomst is. Vaak willen ze het gewoon weten en dat hoeft helemaal niet in te houden dat je kind op zoek is naar nog een ouderfiguur. - Specifieke gebeurtenissen of mijlpalen
Deze redenen kunnen ook veranderen, door specifieke gebeurtenissen/mijlpalen of gewoon door de jaren heen. Volwassen worden, het krijgen van een relatie of trouwen, of zelf kinderen krijgen plaatst je eigen afkomst allemaal in een ander licht. Ook een persoonlijke crisis, ziekte of het ervaren van karakter- of uiterlijke verschillen met andere familieleden, kan aanzetten tot een zoektocht.
Binnen een gezin met meerdere donorkinderen kan de interesse naar de donor ook variëren tussen deze broers en zussen. Dat is heel normaal. Gebrek aan interesse kan voortkomen uit loyaliteit naar de opvoedouders. Een andere reden kan zijn dat het donorkind in een levensfase zit waarin simpelweg geen ruimte is voor vragen over de afkomst.
Mijn kind is op zoek naar de donor. Wat nu?
Er zijn ouders die zich comfortabel voelen bij de interesse van hun kind naar de donor. Maar het kan ook verwarrend zijn wanneer je kind vraagt naar informatie. Je weet niet goed wat je ervan moet denken. Misschien voel je je ongemakkelijk bij de vragen die je kind stelt en levert dat zelfs spanningen op binnen het gezin. Je kan je afgewezen voelen, of buitengesloten. Want waarom ben jij als ouder niet voldoende? En het vinden van de donor, wat gaat dat doen met jouw band met je kind? Helemaal als er tussen jou en het kind een genetische verwantschap ontbreekt, kan dat gevoelens van onzekerheid oproepen.
Echter, interesse in de donor is helemaal geen teken van problemen. Ook jongeren die een innige band hebben met hun ouders, kunnen geïnteresseerd zijn in hun donor. Gelukkige tieners kunnen nieuwsgierig zijn. En die kinderen die in een vroeg stadium en stapsgewijs ingelicht zijn, kunnen behoefte hebben aan meer informatie. Vragen en nieuwsgierigheid horen bij het verhaal van je kind. De betekenis van de donor in het leven van het kind staat los van de beleving van de ouders.
Welke rechten heeft mijn kind?
Als kind van een donor heb je recht op informatie over je afkomst. Er bestaan twee manieren om informatie over de donor te vinden. Als de donor een A-donor (anoniem) is, kan je kind op zoek naar de donor via de Fiom KID-DNA Databank. Als de donor een B-donor (bekend) is, heeft je kind wettelijk recht op identificeerbare gegevens van de donor.
Wat mag je verwachten tijdens de zoektocht naar de donor?
Een zoektocht naar informatie kan iets moois zijn, maar kan gepaard gaan met extra uitdagingen. Het beleid rondom donorklinieken is pas sinds 2004 wettelijk vastgelegd. Daarvoor bestonden er geen duidelijke richtlijnen of toezicht op donorconceptie. Het aantal kinderen per donor lag niet vast en de mogelijkheid een beroep te kunnen doen op eenzelfde donor was niet altijd transparant voor ouders. De kans is er dus dat het aantal halfbroers/-zussen zeer groot is. En heel misschien toont DNA-testing wel aan dat je kinderen toch niet dezelfde donorouder delen. Het vergt tijd om deze onverwachte informatie te verwerken.
Kinderen zijn loyaal naar hun ouders. Ze willen jou als ouder niet kwetsen en daarom is het soms lastig om te praten over de zoektocht naar informatie. Dat kan voor je kind als erg eenzaam voelen in een heel emotionele periode. En omdat de mate van interesse bij de familieleden niet helemaal gelijk hoeft te lopen, kan dit wrijving opleveren. Blijf open naar je kind en geef je kind de ruimte om zijn emoties een plek te geven.
Een donor stemt wettelijk in met uitwisseling van informatie (in het geval van een B-donor), maar is niet verplicht tot persoonlijk contact. Houd daar rekening mee. Niet alle donoren staan open voor een persoonlijke ontmoeting. Het is dus belangrijk om vanaf het begin alle mogelijke scenario's en de verwachtingen van je kind samen te bespreken.
Wanneer er een ontmoeting plaatsvindt, staan de gelijkenissen tussen donor en kind of donorhalfbroers/-zussen vaak centraal. Gelijkende uiterlijkheden of gedeelde interesses worden gezocht en aangewezen. Maar hoe deze contacten zich verder ontwikkelen is momenteel niet echt bekend. Wel toont onderzoek aan dat kinderen waarde hechten aan zowel de genetische als de sociale relaties. En deze kunnen zij prima combineren.
Wat kan Fiom voor je doen?
Hooggespannen verwachtingen en uiteenlopende emoties als hoop, teleurstelling, spanning, ontlading of ontgoocheling, wisselen elkaar af in de zoektocht naar informatie over de donor. Fiom kan helpen om wensen, verwachtingen, rollen en grenzen helder te krijgen. Heb je vragen? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.