Online gespreksgroepen voor geadopteerden.jpg

‘Zwanger, wat nu?’ is een online hulpprogramma van Fiom bedoeld voor vrouwen die ongepland of ongewenst zwanger zijn. Eind 2015 heeft Fiom een evaluatie onderzoek gedaan. In dit artikel en in onderstaande factsheet worden de belangrijkste resultaten en implicaties besproken. 

Samenvatting
Om een goed en weloverwogen besluit te kunnen nemen, is het van belang dat de zwangere vrouw goed geïnformeerd is en zicht heeft op haar eigen waarden en mogelijkheden. Het openbare gedeelte van ‘Zwanger, wat nu?’ bevat daarom overzichtelijke en betrouwbare informatie over diverse aspecten die bij de keuze van belang kunnen zijn. Ook kan men er een ‘check’ doen om snel zicht te krijgen op de keuzemogelijkheden in iemands persoonlijke situatie (gebaseerd op leeftijd en aantal weken zwanger), en diverse ervaringsverhalen lezen van vrouwen die ook voor deze keuze hebben gestaan.

Het openbare gedeelte van ‘Zwanger, wat nu?’ is vooral bedoeld om te informeren. Vrouwen die meer ondersteuning willen bij hun keuze, kunnen gratis en anoniem gebruik maken van de online hulp. Binnen een persoonlijke, beveiligde omgeving kunnen ze verschillende oefeningen maken om meer zicht te krijgen op wat zij persoonlijk belangrijk vinden. Mocht een vrouw meer hulp nodig hebben bij het maken van een keuze, dan kan ze via de online hulp contact aanvragen met een gespecialiseerd hulpverlener. Deze zal haar ondersteunen bij het maken van de oefeningen en eventuele vragen beantwoorden. Indien gewenst, kan er (telefonisch) contact opgenomen worden en/of kan de hulpverlener de cliënt verwijzen naar face to face hulp. Dit stapsgewijze aanbod van hulp sluit aan bij het stepped care model: wanneer de eerst aangeboden hulp onvoldoende blijkt, kan de cliënt een intensiever vorm van hulp aanvragen.

Evaluatieonderzoek
Eind 2015 heeft Fiom een evaluatie onderzoek gedaan naar ‘Zwanger, wat nu?’. In dit artikel worden de belangrijkste resultaten en implicaties besproken. De gegevens zijn verkregen uit logdata, interviews met de hulpverleners van ‘Zwanger, wat nu?’, en uit formulieren die een cliënt bij aanmelding, tijdens, en na de online begeleiding ontvangt. Daarnaast is er een vragenlijst uitgezet onder gebruikers van de module die bij hun aanmelding hebben aangegeven bereid zijn mee te willen werken aan onderzoek.

‘Zwanger, wat nu? – openbare pagina’s
In 2015 kreeg de website 'Zwanger, wat nu?' 137.093 paginabezoeken, door 32.062 gebruikers. Driekwart van het bezoek bestond uit nieuwe gebruikers, waardoor het aantal nieuwe bezoekers op jaarbasis ongeveer 17.000 is. De zelfcheck is 8.659 keer ingevuld. Dit komt neer op ca. één op de twee nieuwe bezoekers. De meeste bezoekers kwamen bij ’Zwanger, wat nu?’ terecht via Google (70%). Eén op de vijf bezoekers kwam binnen via een verwijzing op een andere website en één op de acht typte de URL zelf in. De bezoekers bekeken de ervaringsverhalen gemiddeld het langst van alle pagina’s. De ervaringsverhalen worden door cliënten omschreven als helpend, informatief, steunend, en ook confronterend. Uit de evaluatieformulieren is dan ook naar voren gekomen dat de ervaringsverhalen belangrijk zijn voor de bezoekers. Een uitbreiding van het aantal verhalen en verschillende situaties is gewenst. Vanuit Fiom wordt gewerkt aan het werven van meer ervaringsverhalen, vanuit perspectief van de ongewenst zwangere vrouw, haar partner en/of de verwekker, en familie, om zo nog beter aan te sluiten bij de diverse groep bezoekers van ’Zwanger, wat nu?.

‘Zwanger, wat nu? – online hulp in een beveiligde omgeving
De gemiddelde leeftijd was 27,9 jaar en de gemiddelde zwangerschapsduur bij aanmelding was 7 weken. Eén derde van de gebruikers is verwezen door de huisarts, een bekende of een andere professional waaronder verloskundigen en abortusklinieken.

De online hulp bestaat uit 10 oefeningen met psycho-educatie. De oefeningen die het meest werden gemaakt zijn ‘Hoe beslis ik’ en ‘Stellingen’, gevolgd door ‘Voor- en nadelen’ en ‘De partner/verwekker’. Uit het onderzoek blijkt dat er behoefte is aan meer diversiteit in de oefeningen om aan te sluiten bij de specifieke situatie van de cliënt. Het gaat hier met name om behoefte aan een of meerdere opdrachten voor de partner en/of verwekker.

Contact gespecialiseerd hulpverlener
In totaal vroeg 16% van de cliënten contact aan met een gespecialiseerd hulpverlener. Vrouwen die contact hebben gehad met een hulpverlener van ’Zwanger, wat nu?’ geven aan het ervaren te hebben als prettig, professioneel en als een positief contact.

Bij aanmelding wordt gevraagd of de vrouw een voorkeur heeft voor een bepaalde keuze en zo ja, hoe zeker (in procenten) ze op dat moment is van haar keuze. In totaal gaven bij aanmelding 937 vrouwen (85%) aan (heel) onzeker te zijn over haar keuze (0=30% zekerheid of de optie ‘Weet het nog niet’). Bij de nameting was dit percentage gedaald naar 20%. Dit is een enorme daling, maar wegens de relatief lage response bij de evaluatie is dit verschil niet statistisch significant. Desondanks kan gesteld worden dat de meeste vrouwen baat hebben bij ’Zwanger, wat nu?. Negen op de tien vrouwen zou ’Zwanger, wat nu?’ aanbevelen aan een ander.

Implicaties
Uit het onderzoek zijn een aantal punten naar voren gekomen die Fiom meeneemt in de verdere ontwikkeling van ’Zwanger, wat nu?. Voor de bezoeker zal dit onder andere zichtbaar worden in de vorm van meer (diverse) ervaringsverhalen en één of meerdere nieuwe opdrachten in de online module welke gericht zijn op de partner en/of verwekker.