Stéphanie
Ik ben Stéphanie en samen met mijn man zijn wij de trotse ouders van onze Filipijnse zoon. Wij zitten midden in een tweede adoptieprocedure en zijn in blijde afwachting van een broertje of zusje uit de Filipijnen. Al schrijvend geef ik je een kijkje in ons prachtige gezin, lees en geniet!
23 februari 2022
“Zullen we samen een spelletje doen?” “Jaaaah, leuk!” Mijn zoon duikt in de spelletjeskrat en wurmt het onderste spel eruit, domino. Prima, denk ik, daar kan weinig mee mis gaan.
Ik doe echt mijn best en zet beide beste benen voor, maar ik vind spelletjes spelen gewoon niet leuk. Het maakt me echt niet uit of ik win of verlies. Ik ben gewoon niet fanatiek genoeg of misschien mis ik het spelletjes gen, geen idee. Daarbij komt ook nog een andere factor kijken. Spelletjes spelen met mijn zoon eindigt (meestal) niet zo ontspannen. Het eindigt namelijk de meeste keren in een flinke huil- of driftbui. Maar ik ben niet voor één gat te vangen en opper elke keer vrolijk om een spelletje te spelen met elkaar.
Wanneer we een spelletje met elkaar doen, spelen we nooit om te winnen. We benadrukken dat het gaat om de gezelligheid en samen spelen en dat je elkaar mag foppen of plagen. Dat foppen en plagen gaat goed en is leuk, zolang mijn zoon dat bij iemand anders kan doen. Zodra hij gefopt wordt is het spel afgelopen. Letterlijk. Dan heeft hij geen zin meer, of het spel vliegt door de kamer. Ditzelfde is het geval als hij merkt dat hij niet gaat winnen.
Bij het spelen van een spelletje moet je namelijk de controle uit handen geven, als je eerlijk speelt natuurlijk… Ik kan niet voorspellen hoeveel ogen ik gooi met een dobbelsteen en ik kan daar ook weinig controle op uitoefenen. Wat mijn medespelers doen, heb ik ook niet in de hand. Die kan ik ook niet controleren. Voor mijn zoon is het spelen van een spelletje een grote uitdaging in het loslaten van alle controle en dat lukt hem dan ook heel vaak niet.
Ik zie en voel haarfijn aan wanneer hij merkt dat hij geen controle heeft en daar op dat moment niet mee om kan gaan. Natuurlijk kan ik daar op inspelen, door ‘vals’ te spelen in zijn voordeel. “Hè, wat jammer dat mama niet heeft gezien dat ik jou kon plagen.” Het is niet heel moeilijk om iemand anders te laten winnen. Maar soms heb ik daar gewoon even geen zin in. Een andere keer gaat het spelen van het spel juist heel ontspannen en volgen we de ‘echte’ spelregels. Helaas loopt dat in beide gevallen vaak niet ontspannen af. Het moment blijft komen dat de controlebehoefte tijdens het spelen de boventoon gaat voeren en de sfeer beïnvloedt.
“Dan spelen jullie toch geen spelletjes”, hoor ik je denken. Tsja, die optie heb ik ook meerdere keren overwogen. Maar weet je, door uitdagingen uit de te weg gaan, gaan uitdagingen niet weg. Ze komen hoe dan ook op een andere manier of in een andere vorm terug. Daarom opper ik elke keer weer vrolijk en met goede moed om een spelletje te spelen. Oefenen, leren, proberen en steeds een stapje verder, of te ver gaan. Drie weken druilerige kerstvakantie brengt daar vanzelf genoeg gelegenheid en uitdagingen voor!
Mijn zoon heeft trouwens zelf haarfijn in de gaten welke spelletjes voor hem te behappen zijn. Waar hij goed in is, of waar hij zich comfortabel bij voelt. Als ik opper om één van die spelletjes te doen, bijvoorbeeld kwartet (daar kun je namelijk heel goed ‘vals’ spelen), reageert hij eigenlijk altijd enthousiast. Spelletjes die te onvoorspelbaar zijn, zoals ganzenbord of het slangen en ladder spel, gaat hij liever uit de weg. Ik vind het prima.
Het spelen van een spelletje is voor dit moment gewoon even geen ontspannen gezinsactiviteit. Het is oefenen, leren en proberen. Die wetenschap neemt ook een stukje teleurstelling weg als het spel minder ontspannen eindigt dan gehoopt. Ik zie het op dit moment gewoon als een creatieve gezinsoefening in het loslaten van controle.Met dat in mijn achterhoofd beginnen we opgewekt aan een potje domino!