Op 1 november 1956 is de adoptiewet in Nederland ingevoerd. Door deze wet is adoptie als wettelijke kinderbeschermingsmaatregel gelegaliseerd en kunnen kinderen uit Nederland en het buitenland geadopteerd worden. Voor deze wet werden er ook al kinderen geadopteerd, maar kregen de kinderen niet dezelfde juridische status binnen het adoptiegezin.

Aziatisch meisje

Waarom adopteren?

Er zijn verschillende redenen om een kind te willen adopteren. Wat al deze redenen ook zijn: mensen die kinderen willen adopteren, hebben een grote kinderwens. Zij verschillen hierin niet van ouders met biologisch eigen kinderen.

Meestal gaat men over adoptie denken als blijkt dat er geen biologisch eigen kinderen zullen of kunnen komen. Dat is ook in de cijfers terug te zien, want de meeste adoptieouders zijn ongewenst kinderloos (± 80%). Ongeveer tien procent van de adoptieouders is secundair ongewenst kinderloos. Dat betekent dat zij al een biologisch eigen kind hebben, maar dat een volgende zwangerschap niet mogelijk of verantwoord is. Tien procent van de adoptieouders heeft al biologisch eigen kinderen.

Ook andere redenen kunnen een overweging zijn om te adopteren. Zo kun je bijvoorbeeld bezorgd zijn over de overbevolking van de wereld. Voor mensen met twee of meer biologisch eigen kinderen zijn de mogelijkheden om te adopteren beperkt. Een aantal landen waar kinderen vandaan komen, stelt als voorwaarde dat men gehuwd en ongewenst kinderloos moet zijn of slechts één kind mag hebben. 

Binnen- en buitenlandse adoptie

Als kinderen vanuit het buitenland naar Nederland worden geadopteerd, spreken we van interlandelijke adoptie. Volgens de ‘Internationale verklaring van de rechten van het kind’ heeft ieder kind, waar ook ter wereld, recht op een goede lichamelijke en geestelijke verzorging. Ieder kind heeft recht op minimale materiële zorg, op ouders en op een liefdevolle omgeving om in op te groeien. Er zijn kinderen die dit moeten missen en die geen kans hebben op een menswaardig bestaan. Adoptie naar het buitenland kan voor deze kinderen dan soms de laatste mogelijkheid zijn om op te groeien in een gezin en de laatste kans op een betere toekomst.

De laatste jaren is er veel te doen om interlandelijke adoptie. Met het rapport van Commissie Joustra zijn er verschillende mistanden aan het licht gekomen. In dit rapport wordt de rol en verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid bij interlandelijke adoptie in de periode van 1967 tot 1998 onderzocht.



Er worden natuurlijk ook Nederlandse kinderen geadopteerd. De laatste jaren worden gemiddeld in Nederland per jaar ongeveer 15 kinderen ter adoptie afgestaan. De procedure voor Nederlandse adoptie is in belangrijke mate gelijk aan de adoptie van buitenlandse kinderen.

Haags Adoptieverdrag

In 1995 trad het Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie tussen 66 landen in werking. De gemaakte afspraken zijn erop gericht dat de adoptieprocedure zo zorgvuldig mogelijk plaatsvindt. De belangen en rechten van het kind staan centraal. Bemiddeling door twijfelachtige personen of organisaties, kinderhandel en winstbejag moet zo worden uitgesloten.

De landen die zijn aangesloten bij het Haags Adoptieverdrag volgen dezelfde procedure bij adoptie en hebben afspraken gemaakt met adoptiebemiddelaars (in Nederland zijn dit de vergunninghouders). De aangesloten landen kunnen wel verschillende eisen en voorwaarden hanteren. Bijvoorbeeld over de mogelijkheid van adoptie door één persoon of door een homoseksueel paar. Hoewel het verdrag deze adopties mogelijk maakt, hoeft niet elk land ze ook toe te staan.

Als een adoptie is uitgesproken in een land dat is aangesloten bij het Haags Adoptieverdrag, dan wordt de adoptie in de andere verdragslanden automatisch volledig erkend.

Wat kun je verwachten?

Mensen die willen adopteren, gaan een onzekere tijd tegemoet. Het aantal kinderen dat naar Nederland komt, is de laatste jaren afgenomen. In veel landen kunnen de kinderen in eigen land worden geadopteerd. Verder worden de eisen die de landen van herkomst aan aspirant-adoptieouders stellen steeds strenger. Het is niet precies aan te geven hoe lang het adoptietraject duurt. Dit is erg afhankelijk van je wensen en mogelijkheden. De meeste procedures duren tussen de twee tot vijf jaar.

De laatste jaren worden in Nederland gemiddeld ongeveer 15 kinderen per jaar ter adoptie afgestaan.

Cijfers en feiten over interlandelijke adoptie zijn te vinden op onze website.

Eenouder adoptie

Vooralsnog kun je alleen een gezamenlijke aanvraag voor adoptie doen als je gehuwd bent. Als je alleenstaand bent, een latrelatie hebt, samenwoont en/of wanneer jij en je partner een officieel geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, is het in Nederland uitsluitend mogelijk om alleen een adoptieprocedure te starten.

Als je niet gehuwd bent en samen met je partner wil adopteren volgen jullie wel allebei het hele adoptietraject, maar is een van de aspirant-adoptieouders officieel de “individuele aanvrager” en de ander de “mede-opvoeder” op papier. Dat geldt ook bij geregistreerd partnerschap. Dit zegt uiteraard niets over de betrokkenheid als ouder bij de opvoeding van de kinderen.

Als je samen met een partner wil adopteren en besluit om alsnog te huwen tijdens de adoptieprocedure dan kan de aanvraag, voordat het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming is afgerond, van individueel naar gezamenlijk worden omgezet. Gehuwden kunnen ook hun gezamenlijke aanvraag omzetten naar een individuele aanvraag binnen het huwelijk. Dit kan gunstiger zijn. Bijvoorbeeld bij een groot leeftijdsverschil tussen de partners. Bij een gezamenlijke aanvraag wordt namelijk de leeftijd van de oudste partner als uitgangspunt genomen. Aangezien elk land verschillende eisen heeft met betrekking tot de soort aanvraag is navraag hierover bij de bemiddelende organisaties of bij Fiom aan te bevelen