Situatie in Nederland

Sinds de eerste behandeling met donorzaad in Nederland plaatsvond in 1948 bij de Amsterdamse gynaecoloog L.H.Levie zijn er de volgende ontwikkelingen geweest rond donorconceptie:

Voor 1990: Eerste behandeling  - Anonimiteit

Aanvankelijk was een behandeling met donormateriaal anoniem. Pas in de jaren 80 wordt de anonimiteit steeds meer ter discussie gesteld. De ervaringen in de adoptiewereld rondom de identiteit van het kind en diens ontstaansgeschiedenis lagen hieraan ten grondslag. Vanaf 1988 begonnen de eerste politieke debatten over het al dan niet behoud van de anonimiteit van de donor. Het zou nog tot 2004 duren voordat de opheffing van de anonimiteit in een wet werd vastgelegd.

1990-2004: Twee-loketten systeem

Vanaf 1990 werd er in sommige klinieken gewerkt met twee loketten: volstrekt anoniem (A-loket) of op den duur voor het kind traceerbare donor (B-loket). De B-loketten waren voor 'bekende' donoren: donoren waarvan de gegevens bekend waren bij de kliniek en die verbonden werden aan de inseminaties waarvoor hun zaad gebruikt werd. Wensouders konden aangeven of zij van een anonieme of bekende donor gebruik wilden maken.

Ook volgde in 1992 het donorpaspoort: een zelfbeschrijving van de donor (maatschappelijke, sociale en fysieke kenmerken, motivatie). Wensouders ontvangen van de kliniek bij inseminatie het nummer van het donorpaspoort. Met dit nummer kan het donorkind zich dan melden bij de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting. Voor de oprichting van de SDKB werden deze gegevens vaak bij een notaris in bewaring gelegd. Inmiddels is gebleken dat de gegevens over donorpaspoorten (bijvoorbeeld de doorgegeven nummers) niet altijd juist zijn.

2004: Afschaffing anonimiteit

Sinds 1 juni 2004 bestaat de Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting. Het betekent het einde van het anoniem donorschap in Nederland. De wet bepaalt welke donorgegevens bewaard moeten worden, hoe informatie kan opgevraagd worden en waar deze informatie wordt bijgehouden. De Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (SDKB) zorgt voor de uitvoering van de Wet Donorgegevens Kunstmatige bevruchting. Vanaf dan is er een centraal register waarin behandelingen en donorgegevens worden bewaard, en waardoor we kunnen bijhouden hoeveel donorkinderen er geboren worden.

2010: Fiom KID DNA databank 

In 2005 wordt Trefpunt Donorkind opgericht, dat in 2006 Stichting Donorkind ging heten. Stichting Donorkind start met een papieren register, waar donorkinderen en spermadonoren zich kunnen inschrijven. Hoofddoel van dit register is om donorkinderen van een anonieme donor de mogelijkheid te geven om in contact te komen met de donor.

In 2007 heeft Stichting Donorkind contact gezocht met Fiom voor begeleiding bij zoektochten, matches en ontmoetingen tussen donor en donorkind(eren) uit dit register. Stichting Donorkind beëindigde toen hun register en Fiom startte een nieuw KID-register waar Stichting Donorkind naar verwees. 

Naast het bestaan van het papieren KID register spraken Stichting Donorkind en Fiom destijds over de behoefte aan een DNA-databank om op die manier de match tussen een (anonieme) donor en donorkind(eren) mogelijk te maken. Op 1 december 2010 startte Fiom, in samenwerking met het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ), met de Fiom KID-DNA Databank. 

In de praktijk bleek dat administratieve gegevens in het KID-register (medische-, sociale-, fysieke-, persoonlijke gegevens, en gegevens rondom donatie/verwekking) niet voldoende toereikend zijn om verwantschap tussen personen aan te tonen. Het KID-register van Fiom is daarom per augustus 2018 gestopt. Om een definitieve match tot stand te brengen, is DNA-onderzoek nodig. Met de Fiom KID-DNA Databank is dit mogelijk gemaakt. 

 

Bekijk achtergrond internationaal

Tijdlijn KID-DNA Databank

KID-DNA Databank tijdlijn