Ben je na 1 juni 2004 verwekt? Dan is je donor als het goed is bekend bij de Sdkb (Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting). Vanaf 1 juni 2004 ging de Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (Wdkb) in, vanaf die datum is anoniem doneren niet meer toegestaan. Helaas zijn niet alle fertiliteitsklinieken in de eerste jaren na de wetswijziging op een juiste manier met persoonsgegevens omgegaan. Het kan dus gebeuren dat een donor die ná 1 juni 2004 gedoneerd heeft toch niet bekend is. Waar kun je informatie opvragen over de bekende donor en wat kun je verwachten van het eerste contact?
Ben je na 1 juni 2004 verwekt? Dan is de donor als het goed is bekend bij de Sdkb (Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting). Vanaf 1 juni 2004 ging de Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (Wdkb) in, vanaf die datum is anoniem doneren niet meer toegestaan. Helaas zijn niet alle fertiliteitsklinieken in de eerste jaren na de wetswijziging op een juiste manier met persoonsgegevens omgegaan. Het kan dus gebeuren dat een donor die ná 1 juni 2004 doneerde toch niet bekend is.
Wanneer kan ik informatie opvragen over de identiteit van de donor?
Heeft de donor gedoneerd na 2004, of hebben je ouders voor 2004 gekozen voor een B-donor, dan is hij identificeerbaar. Dit wil zeggen dat volgens de Nederlandse wet je op vastgelegde momenten bepaalde informatie kan opvragen, niet eerder.
Het ligt er dus aan wanneer je bent verwekt en wat voor soort donor je hebt, of de informatie over jouw afstamming beschikbaar is of zal zijn. Want in Nederland maken we onderscheid in 3 verschillende soorten donoren; A-, B- en C-donoren.
Tot 12 jaar
Als je onder de 12 jaar bent, mogen je ouders beschrijvende persoonsgegevens van de donor opvragen bij de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (Sdkb). Dit zijn bijvoorbeeld fysieke kenmerken als kleur ogen, haar en lengte, maar ook gegevens over de persoonlijkheid en het beroep van de donor. Deze gegevens staan vermeld in een donorpaspoort.
Vanaf 12 jaar
Wanneer je de leeftijd van 12 jaar bereikt hebt, mag je zelf de beschrijvende persoonsgegevens opvragen bij de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (Sdkb).
Vanaf 16 jaar
Vanaf het moment dat je 16 bent, mag je identificerende informatie over de donor opvragen. Dit betreft naam, geboortedatum en woonplaats. De aanvraag van identificerende persoonsgegevens kan enkel door jouzelf gedaan worden en dus niet eerder dan je 16e levensjaar. Natuurlijk mag je deze gegevens ook in een later stadium opvragen, op een voor jou gewenst moment.
Wachten duurt lang
Is het lastig voor je om te wachten tot je je aanvraag kunt indienen? Dan kun je jezelf al een paar vragen stellen in voorbereiding op de informatie die je gaat krijgen. Want wat zou je graag willen weten? En wat zijn jouw verwachtingen daarbij? Wat zou je jouw donor willen vragen en wat wil je hem vertellen?
Brent: Ik kijk al zo lang uit naar de dag dat ik 16 word. De dag dat ik de identiteit van mijn donor mag opvragen. Spannend!
Informatie krijgen over de identiteit van de donor
Donoren die na 2004 hebben gedoneerd, stemmen ermee in dat donorkinderen vanaf 12-jarige leeftijd beschrijvende persoonsgegevens en vanaf 16-jarige leeftijd identificerende gegevens kunnen opvragen. Het initiatief ligt hierbij bij de donorkinderen en gegevens worden enkel op aanvraag verstrekt.
Mogelijke uitkomsten van de aanvraag
Na jouw aanvraag bij de Sdkb worden eerst de sociale en fysieke kenmerken van de donor in de vorm van een donorpaspoort naar je toe gestuurd. De donor ontvangt een brief van de Sdkb met de vraag of de persoonsidentificerende gegevens verstrekt mogen worden. Alleen bij zwaarwegende belangen kan de donor bezwaar maken. De donor heeft nu vier weken de tijd om aan te geven of de identificerende gegevens verstrekt mogen worden aan jou. Als de donor na vier weken geen gehoor heeft gegeven, wordt er een herinnering gestuurd en krijgt hij nogmaals vier weken de tijd.
Er zijn vier mogelijkheden:
- De donor bevestigt dat de identificerende gegevens verstrekt mogen worden
Je krijgt bericht van de Sdkb dat de donor positief gereageerd heeft. Daarna ontvangt Fiom jouw gegevens en de gegevens van de donor. De gegevens van de donor ontvang je van ons, evenals de mogelijkheid voor begeleiding tijdens een ontmoeting met de donor. - De donor geeft aan zwaarwegende belangen te hebben
Als de donor aangeeft zwaarwegende belangen te hebben, ontvang je daarover bericht van de Sdkb. Een adviescommissie beoordeelt deze belangen en beslist of de gegevens van de donor alsnog verstrekt kunnen worden of niet. Hier lees je meer over zwaarwegende belangen. - De donor reageert niet binnen vier weken en niet op een herinnering
Je ontvangt een bericht van de Sdkb dat er geen reactie is gekomen en dat er een familielid van de donor benaderd wordt. In deze brief wordt gevraagd naar een eventueel ander adres en om namens de donor toestemming te geven. Het familielid krijgt vier weken de tijd om te reageren, en bij geen reactie een herinnering met nog eens vier weken de tijd. Als hier geen reactie op komt, gaat de Sdkb er vanuit dat de identificerende gegevens van de donor verstrekt kunnen worden. - De donor is overleden
Helaas kan blijken dat de donor is overleden. Dit kan ingrijpend zijn, vooral als je lang naar contact hebt uitgekeken. Je ontvangt een brief van de Sdkb met de melding dat de donor is overleden en dat een nabestaande benaderd wordt. In deze brief wordt gevraagd om de identificerende gegevens van de donor te verstrekken. Bij geen reactie na vier weken wordt een herinnering gestuurd. Als er geen reactie op de herinnering komt, gaat de Sdkb er vanuit dat de identificerende gegevens van de donor verstrekt kunnen worden.
Karlien, 16 jaar: Net voor het weekend kreeg ik de brief van de Sdkb. Binnen 4 weken zou ik gebeld worden door Fiom. Dat was spannend! En toen het telefoontje van Fiom kwam had ik het gevoel ‘Nu gaat het beginnen’
Jouw wensen en verwachtingen
In gesprekken met een hulpverlener van Fiom komen jouw wensen en verwachtingen én die van de donor aan bod en overhandigen we de gegevens van de donor. De situatie wordt uitvoerig besproken. Want is het hebben van de persoonsgegevens voldoende voor jou? Of wil je nog aanvullende informatie? Misschien wil je wel een ontmoeting met de donor. Als je contact met de donor wilt, zijn er verschillende manieren om dit aan te pakken. Je kan beginnen met telefonisch of mailcontact om vervolgens over te gaan op een persoonlijke ontmoeting. Of je kiest ervoor om direct persoonlijk in contact te komen met de donor.
De donor heeft ingestemd met het delen van informatie. Maar wees je ervan bewust dat deze informatie niet geactualiseerd is. Wanneer je identificerende informatie opvraagt, is deze minimaal 16 jaar oud. Houd er ook rekening mee dat de donor niet verplicht is tot persoonlijk contact. Niet alle donoren staan open voor persoonlijk contact of een ontmoeting.
Hulp in het proces
Samen met de hulpverlener ga jij vormgeven aan de vervolgstappen die je kan zetten, nadat je de gegevens over de donor hebt ontvangen. Het proces van het zoeken en vinden van verwanten kan veel gedachten en emoties oproepen. Met de hulpverlener kun je bespreken wat jij hier nodig in vindt en afstemmen welk tempo prettig is voor jou. De hulpverlener wisselt nooit de contactgegevens uit zonder wederzijdse toestemming. Dus zowel jij als je donor moeten hiermee instemmen.
Het eerste contact met de donor
Voor sommige donorkinderen is het nieuws van een match en de informatie die ze op dat moment krijgen voldoende. Sommigen nemen een pauze, weer anderen willen persoonlijk contact met de donor.
Schriftelijk contact met je donor
Leg je het eerste contact per brief of mail, dan is dat hoogstwaarschijnlijk de eerste informatie die de donor over jou ontvangt. Misschien zelfs de eerste informatie die de donor überhaupt ontvangt over verwanten via zijn donatie.
Denk na over wat jij belangrijk vindt om te vertellen en wat jij belangrijk vindt om te weten. Waarom wil je meer over hem weten of waarom wil je hem leren kennen? Misschien heb je al informatie over je donor, geef dan aan wat je al weet en of jullie eigenschappen delen. Vertel over jezelf en vertel hoe jij het verdere verloop van het contact graag ziet.
Wanneer je het eerste schriftelijke contact hebt gelegd, is het wachten op antwoord. Het kan even duren voordat de donor reageert op jouw vraag naar informatie. Misschien denk jij al langer na over contact. Maar de ander heeft nog tijd nodig om je vraag te verwerken. Soms speelt er iets anders dringends in zijn leven, of misschien heeft hij zijn vrouw en kinderen nog niet op de hoogte gebracht. Het is bovendien niet voor iedereen even eenvoudig om gedachten onder woorden te brengen.
Het eerste persoonlijke contact
Als er een wederzijdse instemming is voor een ontmoeting, dan wordt deze gepland. Een ontmoeting kan als heel spannend worden ervaren. Al heb je enorm naar deze ontmoeting uitgekeken, het is misschien een beetje (of compleet) onwennig.
Hoe voer je een gesprek met iemand die je nog nooit hebt ontmoet? Waar moet je beginnen? Om het ijs wat te breken, is de hulpverlener (gedeeltelijk) aanwezig bij de eerste ontmoeting. Vervolgens is het aan jullie zelf om het kennismakingsproces vorm te geven. De ervaring leert ons dat begeleiding van de hulpverlener als een enorme steun wordt ervaren.
Ervaring leert ons dat elke ontmoeting anders is. Er kan meteen een klik ontstaan tussen donor en kind, maar het kan ook teleurstellend zijn als de andere partij niet zo is als je had gehoopt. Het kan zijn dat een donor dit proces al eens eerder heeft doorlopen met een ander donorkind of dat het ook voor hem/haar de eerste match is. Ongeacht de situatie, jullie zijn beiden benieuwd naar de ander. En hoe dan ook, het is voor iedereen spannend.
Pieter, 17 jaar: Ik was al zenuwachtig. En toen miste ik ook nog de trein! Wat moest de donor wel niet van mij denken? Ik kwam binnen en samen met de Fiom-medewerker liep ik naar hem toe. Zijn eerste woorden waren: ‘Wat vervelend voor je dat je zo laat bent, je zult het wel heel spannend vinden. Kom rustig zitten. Wil je een kopje thee?’ Hierdoor viel een groot stuk van de spanning bij mij weg.
Hoe spreek je elkaar aan?
‘Vader, ‘broer’ of ‘zus’ zijn misschien woorden die in deze situatie onwennig zijn. Want hoe spreek je elkaar aan? Het is een kwestie van zoeken naar een goede vorm. En met de tijd vormt het contact zich en krijgen ook woorden en titels hun plek daarin. Misschien kun je als startpunt gewoon elkaars voornaam gebruiken, maar ook dit is een persoonlijke gevoelskwestie. Deze onwennigheid uitspreken kan helpen om de ergste spanning eraf te halen.
Wat zijn je verwachtingen?
Het verlangen naar een ontmoeting met je donorverwanten is niet ongewoon. Misschien heb je er niet veel over nagedacht, misschien juist wel. Tot het moment dat je oog in oog staat met de ander, weet je niet hoe deze zal reageren. Zelfs niet hoe je zelf zal reageren. Het kan ook goed zijn dat de ideeën over het vervolg van het contact verschillend zijn. Waar voor de een de cirkel rond is bij een ontmoeting, wil de ander misschien het contact voortzetten. Voor sommige is af en toe persoonlijk contact voldoende en anderen hebben behoefte aan veelvuldig contact via Whatsapp of Facebook.
Begrip voor elkaar
Bewaak je eigen grenzen, zonder het tempo en de keuzes van de ander uit het oog te verliezen. Je hebt allemaal je eigen gevoelens, achtergrond en leefsituatie. Begrip voor elkaars gevoelens en keuzes, is een goede start om op een prettige manier vorm te geven aan het toekomstige contact tussen jou en je donor of tussen donorverwanten.
Wat laat ik zien?
Heb je er al over nagedacht hoeveel jij van jezelf wilt delen. Geef je veel informatie van jezelf, dan ben je eenvoudiger terug te vinden en te contacteren via social media. Misschien past het bij je, misschien voelt dat helemaal niet goed. Daar kun je goede afspraken over maken, maar je kan ook je privacy-instellingen op voorhand al aanpassen.
Een eerste ontmoeting kan spannend zijn. De volgende adviezen kunnen je daarbij helpen:
- Denk alvast na over welke wensen en verwachtingen je hebt met betrekking tot de ontmoeting en het contact ná deze eerste ontmoeting.
- Neem de tijd om elkaar te leren kennen. Je kan dingen tegenkomen die je van tevoren niet bedacht had. Zowel gevoelsmatig als in het concrete contact.
- Heb begrip voor elkaars familie- en gezinssituatie.
- Wees open over de lastige kwesties die je soms tegenkomt. Geef aan, eventueel met een hulpverlener, wat goed en wat minder goed verloopt. Dat helpt je bij een gezamenlijke goede vorming van het contact.
- Maak de mensen die belangrijk voor je zijn, deelgenoot van wat je doormaakt.
- De een vindt het prettig om eerst schriftelijk contact te leggen via brief of mail, om dit vervolgens uit te bouwen naar een persoonlijke ontmoeting. Anderen willen graag meteen een ontmoeting. Voor iedereen ligt het tempo anders. Denk alvast na over wat bij jou past.
Na de eerste ontmoeting
Eerste ontmoetingen zijn vaak spannend. Het is de eerste stap in een proces waarin donorverwanten relaties verkennen en misschien zelfs opbouwen. Elk proces van kennismaking is uniek en elke band die daaruit gevormd wordt, is anders.
De nieuwe relatie brengt veel vragen met zich mee: wie zijn wij ten aanzien van elkaar? Hoe gaan we met elkaar om? Welke plek krijgt iemand in mijn leven? En hoe introduceer ik deze persoon in mijn sociale netwerk?
En niet alleen voor jezelf, maar ook voor je familie en je partner kan het introduceren van een nieuw persoon in je leven onzekerheid creëren. Het kan een uitdaging zijn, zelfs spanningen opleveren, om deze relatie een plek te geven in je bestaande netwerk.
Ideeën over hoe een familie eruit ziet, gaan schuiven. Grenzen worden opgerekt. Want de traditionele samenstelling is niet meer wat hij is geweest, maar hoe de samenstelling wel moet zijn is nog niet helder. Het herpositioneren vraagt tijd, ruimte en veel begrip. Het is voor iedereen nieuw en dus onwennig. Hoe de relatie en de familiebanden zich verder ontwikkelen, staat nog volledig open.