Ongehuwd zwanger op je zeventiende… dat werd destijds door mijn ouders als een enorme schande gezien. Slecht voor de reputatie van de familie. Er werd direct beslist dat ik het kind zou afstaan. Vanaf het moment dat de zwangerschap zichtbaar werd, moest ik naar een zus die in Engeland woonde. Vanaf de zevende maand zat ik in Moederheil in Breda. Daar ben ik bevallen. Ik mocht de baby niet zien, er ging een doek over haar heen en ze werd onmiddellijk weggehaald.
Bij thuiskomst zei mijn vader: Kind, dit is gebeurd en er wordt nooit meer over gesproken. Dat deed ik dus ook niet, want ik was doodsbang voor mijn ouders. Maar al werd er niets meer over gezegd, het gemis was enorm. Op een dag ben ik teruggegaan naar de kinderbescherming om te zeggen dat ik mijn kind terug wilde hebben. Ze zeiden dat het niet kon, omdat ik voor de afstand had getekend en omdat ze bovendien al was geadopteerd. Achteraf blijkt dat dit niet waar was. Pamela, zoals ik mijn dochter had genoemd, is zelfs vrij lang in het kindertehuis geweest. Pas na dertien maanden is ze geadopteerd. Geen idee waarom ze daarover hebben gelogen. Misschien was dat het protocol.
Het hebben moeten afstaan van mijn kind heeft een enorme impact op mijn leven gehad. Het continu moeten wegdrukken van al die emoties heeft me verstild. Ik had het diep weggestopt maar de schande, het gevoel van schuld en schaamte bleef heel groot. Altijd. Ruim tien jaar na de geboorte van mijn dochter ben ik getrouwd. Vrij snel nadat ik mijn man had leren kennen heb ik hem verteld dat ik een kind had gekregen dat ik heb af moeten staan. Hij zei meteen dat hij er verder niets over wilde horen. Dat verbaasde me niet, dat was ik immers ook zo gewend.
We gingen als expats naar het buitenland, woonden in veel verschillende landen en kregen twee zonen. Mijn man stierf vrij plotseling toen we net een tijdje weer in Nederland waren. De jongens waren elf en dertien. Niet lang daarna ben ik stevig in therapie gegaan en mede daardoor ben ik, vier jaar na zijn dood, Pamela gaan zoeken. Pas op dat moment heb ik tegen mijn twee zonen durven zeggen dat ze een halfzus hebben.
Cecilia: Het gevoel van schuld en schaamte bleef heel groot. Altijd.
Pamela was vrij snel gevonden. We hadden meteen een klik. Het is een geweldige ontdekking om te zien dat er zo veel in je genen zit. Na de eerste ontmoeting ben ik weer een beetje meer mens geworden. Het heeft me geholpen om weer echt te durven voelen, dat kon ik niet meer, dat vond ik ongelooflijk eng. Rationeel had ik altijd tegen mezelf gezegd: dit was het beste voor haar. En met de wetenschap van nu denk ik dat dit ook inderdaad zo is. Pamela heeft geweldige ouders gekregen en ze is heel evenwichtig opgegroeid. Dat had ik haar niet kunnen bieden. Ik heb haar ouders ook een paar keer ontmoet. Het zijn heel lieve mensen. Die dertig jaar dat we elkaar niet gezien hebben, kan ik niet meer ongedaan maken. Dat probeer ik ook niet. De eerste jaren na onze kennismaking zijn we gewoon allebei onze aparte levens blijven leiden. Dat was prima.
Inmiddels heeft de band tussen Pamela en mij zich wel verder verdiept. We hebben veel gepraat. Het laatste jaar, anderhalf jaar zijn we steeds dichter bij elkaar gekomen. Het is een geweldige meid. Ook het contact met mij en haar drie kinderen is steeds beter geworden. Onlangs hebben ze hier gelogeerd, op hun verzoek, dat vind ik echt fantastisch. Ik ben blij met hoe de situatie nu is. Dit is echt een succesverhaal.
-
Cecilia is de (afstands)moeder van (geadopteerde) Pamela Potters.
Lees hier Pamela's verhaal
Cecilia is de (afstands)moeder van Pamela Potters. Lees hier Pamela's verhaal - Matthé en Ria Potters zijn de adoptieouders van Pamela Lees hier hun verhaal Matthé en Ria Potters zijn de adoptieouders van Pamela. Lees hier hun verhaal