27/03/2018 - Tekst: Angela Jans

Frederique Voermans-Vroome: Zeker, het was niet altijd gemakkelijk als Braziliaanse in het Zeeuwse Hulst. Uiteraard, er waren momenten van verdriet en verzet. Toch wil Frederique Voermans-Vroome graag een positief geluid laten horen over adoptie: ‘Het komt helaas zo vaak negatief in het nieuws, dat vind ik onterecht. Als ik voor mijzelf spreek, kan ik alleen maar heel dankbaar zijn voor mijn adoptieouders en de familie die ik erbij heb gekregen. Voor mij voelt het als een verrijking.’

Adoptie voelt voor mij als verrijking.jpg

Frederique is 43 jaar geleden geboren in Brazilië. Momenteel woont ze met haar man en twee kinderen in Breda. “Als baby van een week oud ben ik door mijn adoptiemoeder opgehaald in mijn geboorteland. Ik kwam terecht in een dorp in de provincie Zeeland, waar ik met mijn kleurtje natuurlijk sowieso opviel. Bovendien was mijn vader notaris, waardoor ik automatisch tot de notabelen van het dorp behoorde. Daar moest ik me dus ook naar gedragen, ik lag onder de loep.”



“Als puber was ik ongelukkig in Hulst. In Zeeuws-Vlaanderen zijn de mensen over het algemeen van het motto ‘Doe maar normaal, dat is al gek genoeg’. Dat heeft me meer gevormd dan mijn adoptie, want dat is niet hoe ik ben. Ik heb temperament, ben heel direct, wil het overal over hebben. Wat dat betreft verschil ik ook heel erg van mijn ouders. Ik hou echt zielsveel van ze, maar het zijn echte Zeeuwen, nuchter en aards. Meteen na de middelbare school ben ik naar Breda vertrokken en daar op kamers gaan wonen.”

Binnen een week moeder gevonden

De stad en het studentenleven, het was een verademing. Op de sociale academie en daarbuiten speelde adoptie geen rol van betekenis, althans niet bewust: “Ik was met andere dingen bezig.” Daarna: een baan, sporten, werken, een vriend. Maar toen zij en haar man begonnen te praten over kinderen kwamen onverwacht toch vragen over haar eigen familiegeschiedenis naar boven.



“Rond die tijd, op mijn 28ste, inmiddels al weer vijftien jaar geleden, besloot ik op zoek te gaan naar mijn biologische moeder. Op een avond stuurde ik een mailtje naar het plaatselijke dagblad in de stad waar ik geboren ben met de vraag of ze mij wilden helpen met zoeken. Ik had de naam van mijn moeder en nog een paar gegevens. Een dag later al kreeg ik antwoord: ze gingen er een journaliste op zetten. Binnen een week weer een mail: mijn moeder was gevonden. Jeetje, ik had gedacht dat het wel een jaar zou kunnen duren voor ze haar zouden vinden, als het al zou lukken. Ik schrok heel erg en dacht: wat nou? Mijn ouders reageerden heel direct, ze zeiden: ‘We gaan naar Brazilië en jij gaat mee.’ De journaliste stond mij bij aankomst op te wachten. De ontmoeting met mijn biologische moeder kwam uitgebreid in de krant en de hele stad was ontroerd, huilde mee met mijn verhaal. Behalve ik, ik zag die vrouw en hoefde niet te huilen, ik voelde me heel ongemakkelijk.”



Inmiddels is Frederique meerdere keren op bezoek geweest bij haar biologische moeder. Ook verbleef ze een tijd lang in haar eentje in een sloppenwijk in het noorden van Brazilië om vrijwilligerswerk te doen en het land beter te leren kennen. ’s Nachts klonken schoten door de buurt en liepen de kakkerlakken door de kamer. “Het waren de heftigste én mooiste maanden van mijn leven. Het was heel confronterend. Zoals ik nu leef, dacht ik, zo had het altijd kunnen zijn… Daardoor heb ik wel sterk het gevoel dat ik iets terug moet doen. Ik voel me verplicht om kinderen in minder goede omstandigheden te helpen. Maar ik heb geen wroeging over mijn adoptie. En ik voel me ook niet verplicht om dankbaar te zijn dat ik hier terecht ben gekomen. Wel vind ik dat nu ik er toch ben, ik er ook het beste van moet maken. Ik probeer het in een perspectief te plaatsen en ik ben mijn ouders dankbaar dat ze mij handvatten hebben gegeven om sterk in het leven te staan.” Ondanks dat er regelmatig contact is tussen Frederique en haar biologische moeder, is voor Frederique de band niet heel warm. “Ik heb de standaardvraag kunnen stellen: waarom? En ze zei: ‘Voor een beter leven.’ Ik vind niet dat ik daar wat van moet vinden. De situatie was zo. Ik heb haar ook gevraagd naar mijn biologische vader en andere familie, daarop reageerde ze ontwijkend. Ik geloofde haar niet, om wat voor reden dan ook.”

Geen DNA nodig

Dat gevoel bleek terecht. Enkele maanden geleden werd ze plotseling via Facebook benaderd door een onbekende man die haar via Messenger allerlei persoonlijke vragen begon te stellen over haar achtergrond. “Aangezien ik erg afwijzend reageerde, moest hij wel vertellen wat de reden was dat hij mij benaderde. Hij dacht dat hij mijn volle broer was en hij was al een jaar op zoek naar mij. Ik geloofde het meteen. Alles klopte! We lijken als twee druppels water op elkaar. Ik voel dat het waar is, ik heb geen DNA nodig ter bevestiging. Sindsdien heb ik heel veel contact met hem en zijn gezin. Mijn broer is twee jaar jonger dan ik en ook afgestaan ter adoptie. Maar pas toen hij twee jaar oud was. Tot die tijd was hij bij onze moeder, toen is hij geadopteerd door een Braziliaans gezin en opgegroeid in onze geboortestad.”



“Waarom mijn moeder voor mij verzwegen heeft dat ik een broer heb? Geen idee. Maar ik had wel altijd het gevoel dat er zoiets zou zijn. Het was ook een diepe wens van mij om een broer of zus te hebben. Ik kan het wel van de daken schreeuwen dat ik nu een broer heb. Het maakt me intens gelukkig. Mijn vader moest heel hard huilen toen hij het hoorde. We wisten allebei, zonder het uit te spreken, dat er bij ons ook een plek voor mijn broer zou zijn geweest. Ik ben altijd enigst kind gebleven, terwijl mijn ouders graag nog een tweede kind hadden geadopteerd en ik dolgraag een broer of zus wilde. Ik vind het tragisch dat ons dat is ontnomen.” Komende zomer gaat Frederique voor het eerst met haar man en twee kinderen (10 en 11 jaar) die kant op. Dan staat de eerste ontmoeting met haar broer en zijn gezin boven aan het lijstje van hun programma. “Mijn kinderen vinden het ‘heel vet’ dat ze een nieuwe oom in Brazilië hebben!”